De Fabel van de illegaal 42, november/december 2000
Auteur: Jelle van Buuren
De Europese Unie is een economische reus, een diplomatieke dwerg en een militaire wurm. Daar moet wat in veranderen, vinden de Europese leiders. Daarom werkt de EU aan de oprichting van een eigen snelle interventiemacht, die kan ingrijpen in crisisgebieden aan de flanken van de Unie. Het beteugelen van migratie en internationale criminaliteit staat daarbij hoog op de agenda.
"De Europese Unie is al een grote speler op het wereldtoneel. Europa is cruciaal als het gaat om beslissingen op het gebied van handelspolitiek, financiële trends en monetair beleid. Het is hoog tijd dat Europa een actievere en invloedrijke wereldmacht wordt." Aldus Janvier Solana, de "hoge vertegenwoordiger" van de EU voor het gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid. De voormalig secretaris-generaal van de NAVO Solana is daarmee een soort superminister van Buitenlandse Zaken. Hij is op dit moment ook voorzitter van de West-Europese Unie, de Europese defensieorganisatie die binnenkort opgaat in de EU.
De EU maakt sinds kort serieus werk van de plannen om een zelfstandige defensiemacht op te richten. Binnen enkele jaren moet er een snelle interventiemacht van 60.000 militairen klaar staan, die binnen een maand kan optreden in crisisgebieden aan de randen van Europa. Een politiemacht van 5.000 agenten vormt de civiele component van de interventiemacht.
Zoals meestal is ook nu de waarheid het eerste slachtoffer in de oorlog: een van de eerste officiële daden van Solana was alle Europese beleidsdocumenten over de Europese defensiemacht-in-wording geheim te verklaren en uit te sluiten van de geldende regels voor inzagerecht in documenten.
Atoomparaplu
De oprichting van een zelfstandige Europese defensiemacht hangt samen met de wereldwijde veranderingen na het einde van de Koude Oorlog. Tijdens de Koude Oorlog scholen de Europese landen onder de atoomparaplu van de Verenigde Staten. Oost en West hielden elkaar gegijzeld in een nucleaire omarming; de militaire conflicten werden elders in de wereld uitgevochten.
Met het verdwijnen van de alles overheersende Oost-West tegenstelling ontstond een nieuwe politieke en economische constellatie. Drie machtsblokken, de VS, Europa en Japan, beconcurreren elkaar scherp op economisch en politiek gebied. De belangen tussen Europa en de VS lopen niet langer haast automatisch parallel. Dit uit zich onder meer in toenemende handelsconflicten tussen de beide machtsblokken. In regio's als het Midden-Oosten probeert de EU de Amerikaanse hegemonie te doorbreken door een eigen diplomatieke en politieke rol te spelen.
Een autonomer optreden van de EU op het wereldtoneel vraagt ook om een eigen militair vermogen. De EU wil militair kunnen optreden in haar invloedssferen, zonder afhankelijk te zijn van de NAVO, en daarmee van de goedkeuring en medewerking van de Verenigde Staten.
Een tweede factor van belang is de groei van het aantal brandhaarden, burgeroorlogen en afscheidingsconflicten buiten de EU, de VS en Japan. Centraal staan hierbij nieuwe territoriale afbakeningen en machtsposities in een strijd om controle over en toegang tot grondstoffen, water, olie of andere aardse zaken. Geweld vindt minder tussen landen plaats en meer en meer tussen rivaliserende fracties, op de achtergrond gesteund door bedrijven en regeringen. De vroegere ideologieën zijn ingeruild voor nationalisme en religieuze vaandels van velerlei kleur. De georganiseerde misdaad maakt zich in veel ineengestorte staten meester van de staatsmacht.
De inzet van militaire kracht van de machtsblokken is daarom niet meer zozeer gericht op het veroveren van grondgebied van een tegenstander, of het verdedigen van het eigen grondgebied tegen een vijand, maar op het afdwingen van politiek-economische hegemonie.
Balkan
Een voorbeeld van deze ontwikkelingen zien we op de Balkan. De Europese beleidsmakers zien de oostflanken van de EU als broeinesten van internationale criminaliteit, mensensmokkelaars en andere onwelkome zaken die zich aan hun controle onttrekken. "Hedendaagse crises, zoals in Kosovo, hebben diverse effecten op de Europese Unie en haar lidstaten. Het gaat daarbij zowel om de massale instroom van ontheemden, die vaak bescherming zoeken op Europees grondgebied, illegale handel in mensen, drugs of vuurwapens, als om andere vormen van georganiseerde criminaliteit. Ook andere fenomenen, zoals migratie en grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder witwassen, zijn van belang. Dat vraagt om bezinning op de justitiële en politiële relaties met derde landen", aldus het Portugese Voorzitterschap van de EU begin dit jaar.
De EU wil dan ook gericht actie kunnen ondernemen tegen landen waaruit bijvoorbeeld de meeste migranten en vluchtelingen komen. "Als de Unie de wil en de moed toont, is het in een positie om haar politieke en economische gewicht, en haar deskundigheid en financiële middelen beter in te zetten om deze landen te overtuigen en te helpen met de verbetering van wetshandhaving en samenwerking", schreef Portugal. En waar de 'pacificatie' niet met economische en politieke middelen lukt, wil de EU in staat zijn om met militaire middelen orde op zaken te stellen.
Kosovo
Kosovo is het schoolvoorbeeld van het indammen van een conflict om te voorkomen dat het uit de hand loopt en zich uitbreidt naar andere gebieden, waarbij met name de angst voor vluchtelingen een rol speelde. Naast de inspanningen van de Schengenstaten, en in het verlengde daarvan de bufferstaten, om vluchtelingen uit Kosovo koste wat het kost in de regio te houden, speelden ook de NAVO en de WEU een rol in de ijzeren ring die rondom Kosovo is opgetrokken. Het Kosovo-conflict werd vanaf de eerste minuut ingeschat als een potentiële brandhaard die de hele regio in vuur en vlam kon zetten. Landen als Turkije, Albanië, Bulgarije, Griekenland, Roemenië en Macedonië vreesden dat het conflict, en de vele vluchtelingen, tot afscheidingsbewegingen van de eigen minderheden zouden kunnen leiden. Een zorg die werd gedeeld door de EU en de VS.
Hun strategie was dan ook gericht op indamming van het conflict. In Albanië en Macedonië, waar in het kader van het 'Partnership for Peace' al NAVO-troepen gelegerd waren, werd de troepensterkte verhoogd. Volgens het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken lag de prioriteit bij verbetering van de grensbewaking. Nederland schonk de Albanese grenspolitie daartoe 15 landrovers. Macedonië kreeg 100 kogelvrije vesten, nachtkijkers, 15 duikuitrustingen en 15 vrachtwagens voor de verplaatsing van grensbewakingseenheden. Albanese en Italiaanse patrouilleboten bewaken de Adriatische Zee, waarbij ze worden geholpen met radargegevens van de Middellandse Zee-vloot van de VS.
Mede door de landmijnen die Servië in de grensstreken legde, werd ontsnappen uit Kosovo steeds moeilijker. "De EU treedt Kosovo tegemoet met crisismanagement dat bestaat uit een mengeling van hulpkonvooien en een ijzeren gordijn om Kosovo om vluchtelingen daar te houden", becommentarieerde de Zwitserse krant Die Welt. "De tactiek van de Serviërs, die zeggen dat de vluchtelingen moeten en kunnen terugkeren, de geografische ligging en de politiek van het westen zorgen ervoor dat de vluchtelingen Duitsland nog niet hebben bereikt."
Militair zelfstandig
Aan de oprichting van een EU-defensiemacht zitten vele haken en ogen. De verhouding met de VS en de door de VS gedomineerde NAVO is bijzonder precair. De Amerikanen vinden sinds jaar en dag dat de Europese landen meer inspanningen moeten leveren op het terrein van defensie, maar dat mag tegelijk niet ten koste gaan van de NAVO. De Europese landen willen militair zelfstandig kunnen optreden, maar kunnen niet zonder de militaire infrastructuur en middelen van de NAVO.
Van Aartsen, Neerlands fiere minister van Buitenlandse Zaken, stelde onlangs dat de oprichting van een Europese defensiemacht "pro-Europees is, maar niet anti-Amerikaans". In werkelijkheid is er wel degelijk een concurrentieverhouding tussen de beide machtsblokken. De EU beperkt zich in de plannen voor zijn defensiemacht nadrukkelijk niet tot de aangrenzende regio's . Ook het Middellandse Zee-gebied, het Midden-Oosten en Centraal-Azië behoren tot de prioriteiten. In het oprichtingsbesluit van de defensiemacht staan geen geografische restricties. "De belangrijkste taak in de buitenlandse betrekkingen van de EU is het bevorderen van stabiliteit in onze onmiddellijke omgeving, maar is ook van belang voor verder liggende regio's", zei Christopher Patten, de Europees Commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen, begin september in het Europees Parlement.
Bovendien werken de NAVO en de EU volgens dezelfde uitgangspunten. De NAVO liet in april 1999 het officiële principe varen dat zij slechts in actie komt als het grondgebied van een van haar leden wordt aangevallen. In plaats daarvan voorziet het nieuwe strategische concept in militair ingrijpen bij "daden van terrorisme, sabotage, georganiseerde misdaad en bij de verstoring van de toevoer van vitale hulpbronnen". Aan dit optreden zijn geen geografische restricties verboden, noch is een mandaat van de VN nodig. Dat geldt ook voor de EU-defensiemacht, die eveneens een offensieve, brede opvatting hanteert over de strategische doelen.
Dit soort ontwikkelingen gaan natuurlijk stapje voor stapje. Het tijdperk waarin de wereld via de CNN-camera's 2 elkaar beconcurrerende interventiemachten tegelijkertijd zal zien landen op de stranden van een te pacificeren regio is nog ver weg. Bovendien hebben de EU en de VS vaak gedeelde belangen.
Ambities
Voordat Europese legereenheden voet op vreemde bodem zetten, moet de Unie intern ook nog het nodige op orde brengen. De EU-lidstaten Zweden, Ierland, Oostenrijk en Finland zijn bijvoorbeeld geen lid van de NAVO en willen hun neutraliteit niet verliezen. Ook Turkije ligt dwars. Het is lid van de NAVO en kandidaat-lidstaat van de EU. Turkije dreigt het gebruik van NAVO-middelen door de EU te blokkeren, als het niet mag meebeslissen over de inzet van de Europese interventiemacht.
Bovendien bestaat er tussen de EU-lidstaten weinig overeenstemming over het buitenlands beleid. Elk land jaagt in principe de eigen nationale belangen na en die verschillen nogal eens van elkaar, zoals tijdens de explosie van Joegoslavië was te zien. Tenslotte zijn er tal van militaire deskundigen die betwijfelen of de Unie ooit voldoende geld in haar eigen defensie zal steken om haar ambities waar te maken. Door het enorme overwicht van de VS op militair-technologisch gebied zou Europa tot in lengte van dagen afhankelijk blijven van Amerikaans NAVO-materiaal.
Toch is de oprichting van een zelfstandige Europese interventiemacht wel degelijk een belangrijke stap in het realiseren van de ambities die de EU heeft om een volwaardige "global player" te worden. In eerste instantie gaat het om de mogelijkheid zelfstandig op te treden, als Amerika daar geen behoefte aan heeft. Op de langere termijn zal het de verhouding met de NAVO en dus de VS wel meer onder druk zetten.
Onder het vaandel van humanitaire interventies zal de Unie haar wil opleggen aan landen en regio's die uit de pas lopen. Vluchtelingen zijn daarbij een van de militaire doelen. De afschotting van Fort Europa krijgt na alle politionele maatregelen nu ook een militaire component.