De Fabel van de illegaal 46/47, zomer 2001

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Hongerstaking

Stukje bij beetje zijn de vluchtelingen aan het sterven
om ooit te kunnen leven
zonder oorlog en vervolging.
Ze hongeren dag in dag uit,
met het onstuitbare verlangen
om koste wat het kost een einde te maken
aan de onmacht en het gevoel
behandeld te worden als een dweil.
Als afval, als grof vuil op de rand van de stoep.

Dit is wat ze inzetten:
deze lichamen van vlees en bloed,
die week in week uit gewicht verliezen
en zienderogen verzwakken
en soms wankelen en vallen
en zich op bed uitstrekken
en minder bewegen en meer rusten,
naarmate hun hoofd en hart heftiger
heen en weer geslingerd worden
tussen doodsangst en de wil tot overleven.
Als licht aan het eind van de tunnel
houden ze de dagen in zicht na de dagen
van hun verzet op leven en dood
tegen het barre bestaan in de wachtkamer van de staat
die op vluchtelingen een stempel drukt en hen afvoert.
Als vee met een besmettelijke ziekte.

Met de moed der wanhoop hebben ze hun toevlucht genomen
tot het laatste strijdmiddel dat hen rest, hun redmiddel misschien:
een hongerstaking tot het leven erop volgt.
Het leven waarvoor ze zo lang in de rij hebben gestaan
en een nummer hebben getrokken
in de kille gangen van de troosteloze vluchtelingenkampen
op het platteland,
ver weg van de bewoonde wereld,
met een enkele boom en een koe en de regen
die als tranen langs hun wangen stroomt.

Opgesloten in de kleine kamers van een houten keet
en afgesneden van het geluk
dat voor zoveel bevoorrechte inheemsen
op straat schijnt te liggen om achteloos te worden opgeraapt,
lijken de vluchtelingen meer dood dan levend.
Maar nu ze hun leven in de waagschaal stellen,
kunnen ze misschien de dood overwinnen
die ze vroeger elders in de wereld hebben geroken
en die hen zelfs even heeft aangeraakt.

Nu ze staken tegen de staat,
tegen zijn dienaren
die zoveel vluchtelingen een doodlopende weg insturen
en tegen de alledaagse vernedering die hen klein en kapot maakt,
brengt de strijd hen tot het leven
van mensen die "nee" zeggen en "het is genoeg geweest"
en "tot hier en niet verder",
mensen die hun waardigheid willen behouden,
dus niet verneukt willen worden,
en elkaar recht in de ogen willen blijven kijken,
zonder te sjoemelen
en de ene vorm van onrecht in te wisselen voor de andere.

"Hongerstaken is een chantagemiddel",
brullen de handlangers en hielenlikkers van de staat,
waarmee ze hongerstakers chanteren
die op sterven na dood zijn.
Het is de staat die vluchtelingen controleert,
intimideert, koeioneert, molesteert en deporteert.
Niet andersom.
En het zijn de hongerstakers
die vechten voor het recht op leven en overleven.
Niet de staat.

Terug