De Fabel van de illegaal 46/47, zomer 2001
Auteur: Jelle Groeneveld en Eva Mulder
Afhankelijk van man en staat
In 1969 kwam Faisal vanuit Marokko naar Nederland om hier een bestaan op te bouwen. Hij werkte tot 1998 legaal en had de Nederlandse nationaliteit. Zijn vrouw Fatima kwam in 1978 ook naar Nederland, samen met hun 2 kinderen. Het gezin ging in Leiden wonen, waar ze in 1981 hun derde kind kregen. Onder druk van haar man is Fatima in 1987 met de kinderen teruggegaan naar Marokko. Hij vond dat de kinderen een Marokkaanse opvoeding behoorden te krijgen. Faisal zou Fatima en de kinderen weer naar Nederland halen, zei hij, zodra hij een huis had gevonden dat groot genoeg was. Eind 1999 was het zover, en Faisal vroeg daarom voor Fatima en de kinderen een machtiging voorlopig verblijf (mvv) aan. Nog voordat die aanvraag was toegekend, werd Faisal echter ernstig ziek. In januari 2000 werd hij zelfs opgenomen in het ziekenhuis. Een maatschappelijk werker regelde toen een visum voor Fatima en haar oudste zoon. Ze kwamen hals over kop naar Nederland en kort daarop overleed Faisal, op 11 april 2000.
Voor Fatima brak vanzelfsprekend een zware tijd aan. Ze trok in het huis van haar overleden man. Ze vroeg weduwepensioen aan, schreef zich in bij de gemeente Leiden en dacht dat haar verblijfsstatus goed was geregeld. Dat bleek echter een illusie. Ze kreeg geen weduwepensioen omdat haar mvv-aanvraag nog in behandeling was. Ook een bijstandsuitkering werd om diezelfde reden afgewezen. Fatima was gedwongen geld te lenen bij kennissen voor haarzelf, haar zoon en ook voor haar 2 andere kinderen die nog in Marokko bij een oom verbleven.
Gewoonlijk zou Fatima in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning, omdat ze langer dan 3 jaar getrouwd was en weduwe geworden was. Maar doordat Fatima tijdens de mvv-aanvraag nog in Marokko verbleef, besloot Justitie in maart 2001 haar geen verblijfsvergunning te geven. Een afschuwelijke situatie. Fatima heeft dus niet alleen haar man verloren, maar ook de mogelijkheid om in Nederland een beter bestaan op te bouwen voor haar en haar kinderen. Het pensioen dat haar man in 30 jaar in Nederland heeft opgebouwd en dat zij juist nu zo hard nodig heeft, wordt haar door de Nederlandse staat ontnomen. Eerst was het haar man Faisal die haar naar Marokko terugstuurde, en 13 jaar later doet de Nederlandse staat dat nog eens over en maakt het haar onmogelijk om haar eigen leven vorm te geven. Fatima wordt dus dubbel geconfronteerd met patriarchale machtsverhoudingen, van de kant van haar man en van de kant van de staat.
Fatima bezoekt inmiddels al een aantal weken het spreekuur van De Fabel van de illegaal. Haar nieuwe advocaat is begonnen aan een bezwaarprocedure en onderzoekt de mogelijkheden om aanspraak te maken op het pensioen van Fatima's overleden man. De Fabel heeft diverse fondsorganisaties aangeschreven voor de financiële ondersteuning van Fatima. Omdat ze geen inkomen heeft, dreigt ze ook nog eens door de woningbouwvereniging op straat te worden gezet. Om dat te voorkomen heeft De Fabel Maatschappelijk Werk benaderd om te bemiddelen. Het is schandalig dat vrouwen afhankelijk worden gemaakt van mannen voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Zo worden vrouwen extra hard getroffen door het onmenselijke migranten- en vluchtelingenbeleid van de Nederlandse staat.