De Fabel van de illegaal 48, najaar 2001
Auteur: Jan Tas
Vanaf 1998 woonden 180 vluchtelingen in een aantal barakken van de Stichting Leidse Studentenhuisvesting (SLS) in Oegstgeest. Op 1 september 2001 wilde het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) hen er weer uit hebben, omdat toen het contract met de SLS afliep. Maar een aantal vluchtelingen wilde daar niets van weten. Hoe het COA toch zijn zin kreeg.
Het COA moest de vluchtelingen vanuit de centrale opvang in woningen (cow) ergens anders huisvesten. Dat lukte bij de eerste 120 vluchtelingen, die allemaal een huis kregen toegewezen, maar niet bij de overige 60. Er zouden niet genoeg huizen beschikbaar zijn om iedereen te herhuisvesten. De COA-terreinbeheerster beloofde keer op keer dat er uiteindelijk voor iedereen een goede oplossing gevonden zou worden. Toen dat niet het geval bleek te zijn, vertrok ze met de noorderzon. De vluchtelingen werden teruggeplaatst naar minder goede opvangplaatsen, zoals asielzoekercentra (azc's) en aanvullende opvang (avo's), verspreid van Leeuwarden tot Middelburg. Daarmee ging het COA in tegen de eigen regel dat vluchtelingen die langer dan 3 jaar in een cow wonen, recht hebben op een huis en niet teruggeplaatst kunnen worden naar een azc of avo.
Het COA hield geen rekening met de levens en de wensen van de vluchtelingen. Mensen die vooral vrienden en familie in de buurt van Leiden hebben, zijn overgeplaatst naar bijvoorbeeld Middelburg. En vluchtelingen die het eindelijk voor elkaar hadden gekregen om in Leiden te mogen studeren, moesten in Den Haag of Rotterdam gaan wonen en moeten voortaan ook de trein nog betalen van hun 85 gulden leefgeld per week. Anderen moesten naar het azc in Leiderdorp, een tentenkamp waar je met 3 anderen een kamer moet delen die net groot genoeg is voor 2 stapelbedden en waar je dus zeker niet kan studeren.
Actie
De vluchtelingen lieten het er niet bij zitten en gingen over tot actie. Een aantal ging bij elkaar zitten en besloot om niet te vertrekken totdat er met hun eisen rekening zou worden gehouden. Ze stelden het COA voor om op het terrein te blijven wonen totdat er geschikte woonruimte zou zijn gevonden. Ze informeerden de pers en plaatsten protestborden bij hun barakken met leuzen als "COA = Centraal Ontmoedigen van Asielzoekers", en "COA is het toppunt van racisme". Een aantal van de studenten die eveneens op het terrein wonen, ondersteunden de vluchtelingen bij het onderzoeken van de juridische mogelijkheden om op het terrein te kunnen blijven. De vluchtelingen eisten een gesprek met COA-districtsdirecteur Harrie Vredeveldt.
Lekker kamperen
Het COA negeerde de eisen van de vluchtelingen botweg en hield hen aan het lijntje met vage beloften. Toen Vredeveldt eindelijk op kwam dagen had hij een agent meegenomen, die zei dat hij alleen voor de gezelligheid kwam. Waarna een vluchteling vroeg of hij bij gezelligheidsbezoeken altijd een pistool meeneemt. Vredeveldt weigerde met de vluchtelingen als groep te praten. Hij zou daar geen tijd voor hebben. Hij nam echter wel dagen de tijd om met alle vluchtelingen individueel te praten, waarbij hij iedereen uren liet wachten. Hij kwam bij elke vluchteling in zijn kamer op bezoek, steeds vergezeld van 1 of 2 andere COA-medewerkers en een agent. Zo kon hij hen gemakkelijk intimideren.
Hij dreigde vluchtelingen die niet wilden vertrekken, met het stopzetten van alle COA-ondersteuning. Dit betekent dat ze geen onderdak, leefgeld en ziektekostenverzekering meer zouden hebben, en uiteindelijk zelfs uit de asielprocedure gezet zouden worden waardoor ze geen enkele kans meer zouden maken op een verblijfsvergunning. Tegen een vrouw die niet met haar kinderen naar een vluchtelingententenkamp in Amsterdam wilde gaan, zei hij dat hij dat belachelijk vond. Zelf vond hij het juist leuk om op vakantie in een tent te slapen.
Ondertussen werden de vluchtelingen die zich het meest verzetten, ook tegengewerkt bij bijvoorbeeld het zoeken naar nieuwe huisvesting. Een man die naar zijn nieuwe kamer ging kijken, waarvan hij de papieren al had gezien, kreeg 5 minuten later te horen dat de kamer ineens bezet was en dat hij naar een azc-tentenkamp moest. Dat was voor hem een straf, omdat hij niet erg gezond is en bovendien in september een studie zou beginnen. De COA-medewerkster deed het lachend af als een foutje. Iemand anders werd een goede opvangplek beloofd, maar toen hij die na het tekenen van het contract mocht zien, bleek het om een ronduit slechte plaats te gaan.
Kort geding
Uiteindelijk moesten de meeste vluchtelingen toegeven aan de druk van het COA. Ze hadden ook weinig keus: liever nog slecht wonen en je sociale leven kwijtraken dan uit de asielprocedure gezet worden. Een aantal vluchtelingen besloot toch op het terrein te blijven wonen, en zich op hun nieuwe adres alleen in te schrijven. Anderen die bleven zijn nu officieel niet meer geregistreerd bij het COA. Het COA spande een kort geding aan om ook hen te dwingen tot vertrek. De rechter gaf het COA gelijk en liet de barakken ontruimen. Uiteindelijk heeft men alleen maar toegezegd om reiskosten te vergoeden aan vluchtelingen die in Leiden studeren. Maar voor het COA zijn de problemen zo opgelost.