De Fabel van de illegaal 50/51, voorjaar 2002

Auteur: Eric Krebbers


De profeet van het kapitalisme

Het kapitalisme is gezien de menselijke biologie het enig mogelijke politieke systeem, en wie niet goed kan functioneren in dat systeem moet dood. Daar komt de "praktische ethiek" van de anti-gehandicaptenfilosoof Peter Singer kortweg op neer. Eind 2001 bracht de Australiër een kort bezoek aan Nederland. Hij werd omarmd door sociaal-democraten en dierenbevrijders.

Zo'n 20 activisten protesteerden op 14 december tegen een lezing door Peter Singer in het oude gebouw van de Tweede Kamer. De bijeenkomst was georganiseerd door de Stichting Willem Drees, die aan de PvdA is gelieerd. Eerder werd al in Duitsland en de VS geprotesteerd tegen Singer. Jarenlang was hij niet welkom op congressen in Duitsland. Tegenwoordig is Singer hoogleraar aan de Amerikaanse Princeton Universiteit. In 1999 werd daar tegen zijn aanstelling geprotesteerd door de gehandicapten-actiegroep Not dead yet.

Darwin voor links

Het thema van de Haagse bijeenkomst was "Darwin voor links", naar Singers gelijknamige boek dat werd uitgebracht met financiële steun van de Willem Drees-stichting. Daarin beweert Singer dat het kapitalisme momenteel biologisch gezien de enig mogelijke maatschappijvorm is. Systemen als het communisme zouden volgens hem onvoldoende aansluiten bij de huidige "menselijke natuur". Die zou volgens hem overigens wel kunnen veranderen, maar dat zou nog duizenden jaren evolutie vereisen. Singer pleit daarom voor een "Darwinistisch links" dat zich neerlegt bij de huidige staat van de menselijke evolutie, en dat geen maatschappelijke veranderingen meer voorstaat die tegen "de menselijke natuur" ingaan.

Kijkend naar de geschiedenis en andere culturen, zo schrijft Singer, zien we dat menselijke samenlevingen altijd hiërarchisch zijn, dat oorlogen altijd door mannen gevoerd worden en dat de vrouwen altijd zorgen. Dat zou daarom allemaal in "de menselijke natuur" liggen. Dat mannen meestal hoger op de maatschappelijke ladder staan, zou dan ook niet door vrouwenonderdrukking veroorzaakt worden, maar door de biologie. Via een hogere status zouden er voor mannen namelijk "meer vrouwen te krijgen zijn". Ook eigenschappen als egoïsme, hebzucht en jaloezie, die vooral gestimuleerd worden door het kapitalisme, zouden volgens Singer juist biologisch veroorzaakt worden. Om te voorkomen dat de kapitalistische oorlog van allen tegen allen volledig uit de hand loopt, pleit Singer net als de PvdA nog wel voor een vleugje sociaal-democratie, en voor een sterke staat die mensen straft die het systeem ontwrichten.

Dodelijke injectie

Biologisch gezien zou dus alleen het kapitalisme levensvatbaar zijn. Dit centrale idee in "Darwinisme voor links" sluit nauw aan bij Singers eerdere werk. Daarin pleitte hij voor de eliminatie van "non-personen", een begrip dat hij speciaal verzonnen heeft om gehandicapten aan te duiden die niet kunnen voldoen aan het kapitalistische ideaalbeeld van het volledig autonome individu. "Non-personen" kunnen niet functioneren als werknemer of consument. Het kapitaal kan hen niet benutten en zodoende vormen "non-personen" slechts een kostenpost.

"We denken dat sommige baby's met ernstige handicaps gedood moeten worden", zo schrijft Singer samen met Helga Kuhse in hun gezamenlijke boek "Should the baby live?". Maar Singer wil ook een dodelijke injectie geven aan minder zwaar gehandicapte baby's met bijvoorbeeld het syndroom van Down, een "open rug", of bloedziekte. In een hoofdstuk getiteld "Rechtvaardiging niet-vrijwillige euthanasie" schrijft Singer bovendien dat hij zich voor het gemak concentreert op kleine kinderen, maar dat zijn argumentatie ook toepasbaar is op grotere kinderen en volwassenen die zich op het geestelijk niveau van een klein kind bevinden. "Een leven is op elke leeftijd te beëindigen, zij het op vraag van de persoon zelf, zij het als een onafhankelijk commissie bij een persoon die zo'n oordeel niet kan vellen, tot het oordeel komt dat het bestaan voor deze persoon voor de rest van zijn leven niets anders dan leed en ellende zal geven".

Het gaat er Singer niet in eerste instantie om de baby's fysiek lijden te besparen, zoals sommige van zijn aanhangers wel schijnen te denken. Het probleem is volgens hem eerder dat de gehandicapte baby's "abnormaal" zijn en "geen goede vooruitzichten" hebben. Zo zouden mensen met het syndroom van Down volgens Singer niet, zoals "normale" mensen, kunnen "gitaar spelen, genieten van science fiction, een buitenlandse taal leren, met ons praten over de laatste Woody Allen-film, of een respectabele atleet, basketballer of tennisser zijn". Een injectie dus voor iedereen die wellicht nooit zal kunnen voldoen aan de heersende kleinburgerlijke idealen over een zinvol of succesvol leven. Wie nooit zijn eigen belastingformulier zal kunnen invullen, verliest aldus zijn recht op leven.

Praktische ethiek

Met zijn filosofie probeert Singer de ideologie van het kapitalisme, het liberalisme, een biologische rechtvaardiging te verschaffen. Zijn theorieën laten zien dat men vanuit het liberalisme doorredenerend uiteindelijk ook tot fascistische methoden kan komen. Maar de nazi's deden ook goede dingen, zoals het bouwen van autowegen, was Singers antwoord toen hij eens van fascisme beschuldigd werd. Hij verzekerde verder dat hij fascisme en "ernstige gevallen van racisme" echt afkeurt. Jan Troost van de Nederlandse gehandicaptenraad is daar niet van onder de indruk. Hij noemde Singer bij de Haagse actie "ronduit discriminerend" tegenover gehandicapten. "Hij heet links te zijn, maar dit doet me teveel denken aan extreem-rechts", aldus Troost.

Singer heet inderdaad links te zijn. Hij heeft veel aanhangers in liberale en sociaal-democratische kringen, getuige ook zijn uitnodiging door de Willem Drees-stichting. Ook vanuit wetenschappelijke hoek komen enthousiaste reacties. Singers theorie is "het logische hart van een individualistisch-liberale, democratische en seculiere ethiek", zo formuleerde een wetenschapper het eens. En dat klopt, Singer wil inderdaad niets weten van religieuze ideeën. Dat had links kunnen zijn, maar Singer gaat verder. Hij wil dat de samenleving zich los maakt van alle morele ideeën van goed en kwaad, en meer gaat redeneren vanuit een "praktische ethiek". Bevrijd uit handen van God, wil hij de samenleving overleveren aan de barbarij van het kapitalisme.

In plaats van nog te filosoferen over goed en kwaad, wil Singer liever vanuit zijn "praktische ethiek" proberen uit te maken hoe we zoveel mogelijk geluk in de maatschappij kunnen brengen. Die "rationele" filosofie wordt wel het utilitarisme genoemd. Volgens die gedachtegang is het niet meer perse slecht om iemand te doden, als daardoor de totale hoeveelheid geluk maar toeneemt, en de hoeveelheid lijden afneemt. "Als de dood van een gehandicapt kind ertoe leidt dat er een ander kind geboren wordt met betere vooruitzichten op een gelukkig leven, wordt de totale hoeveelheid geluk groter als het gehandicapte kind wordt gedood. Het verlies aan gelukkig leven voor het eerste kind weegt niet op tegen het verkrijgen van een gelukkiger leven voor het tweede", aldus Singer. Volgens hem zouden ouders een gehandicapt kind dus gewoon moeten kunnen inruilen voor, in Singers eigen woorden, een "normaal" kind.

Geluk?

Singers utilitarisme roept veel vragen op. Heeft een ongelukkig mens geen recht op leven? Wie mag bepalen wat geluk is? En kan geluk eigenlijk wel gemeten en vergeleken worden? Geluk is namelijk niet zo'n eenduidig en objectief begrip als Singer wel beweert. Wat men als geluk ervaart, hangt sterk af van de samenleving waarin men leeft. En over wat geluk is, zijn vanzelfsprekend wel degelijk morele uitspraken te doen. Wie zoals Singer beweert van niet, kan een kampbeul geen strobreed in de weg leggen, wanneer die gelukkig wordt door het ombrengen van zijn ongelukkige slachtoffers, en zo bovendien de hoeveelheid lijden in de wereld flink terugbrengt. Voor utilitaristen als Singer is ieders geluk even nastrevenswaardig, of het nu moreel te verdedigen is of niet. De huidige maatschappelijke realiteit levert zo in principe altijd zijn eigen rechtvaardiging. Dat maakt het utilitarisme in de aard conservatief, en altijd gericht op het optimaliseren van de huidige onrechtvaardige gang van zaken in de samenleving.

Singers "praktische ethiek" is helaas geen vaag filosofietje, maar, zoals het woord al zegt, een ideeëngoed gericht op praktische oplossingen voor problemen. Nu definieert Singer gehandicapten als probleem, en niet de maatschappelijke omgang met hen. Dat maakt zijn gedachtegoed zo gevaarlijk. Singer was begin jaren 90 oprichter en voorzitter van de International Association of Bio-ethics (IAB), een lobbyclub die een "vrij, open en rationeel debat in bio-ethiek" wil voeren. De IAB adviseert in Nederland de Gezondheidsraad, die op haar beurt weer de Nederlandse regering adviseert, die vrijwel al deze adviezen letterlijk overneemt. Singers "praktische ethiek" sluit goed aan bij de herstructurering en rationalisering van de zorgsector, die het hoofd moet bieden aan de snel oplopende kosten van de gezondheidszorg door het groeiend aantal hoogtechnologische behandelingsmethoden. Die rationalisering zal waarschijnlijk gaan uitlopen op een vorm van selectie. Waarbij de vraag zal zijn wie er nog in aanmerking zal komen voor zorg. Voor de beleidsmakers komt Singer als geroepen, met zijn "objectieve" maatstaven voor de indeling in "personen" en "non-personen".

Dierenrechten

Het verbaast dus niet dat Singer omarmd wordt door de liberale en sociaal-democratische achterban van de paarse regeringspartijen. Maar wat zien dierenrechtenactivisten toch in de utilitarist? Voor velen van hen is Singer een echte held. Hij schreef namelijk ook een aantal veel gelezen boeken over dierenbevrijding. In de categorie "personen" van zijn utilitaristische theorie heeft Singer ook plaats ingeruimd voor sommige diersoorten. "Een chimpansee of een varken komen bijvoorbeeld dichter bij het model van een autonoom en rationeel wezen" dan een baby, aldus Singer. Hij zet zich daarom ook in voor het "Great ape project", een campagne om mensenrechten te verlenen aan mensapen. Die kunnen volgens Singer werktuigen benutten, basale doofstommentaal gebruiken en abstracties begrijpen. Echte "personen" dus, en goed bruikbaar voor het kapitaal, want ze kunnen waarschijnlijk ook wel een kaart in een prikklok stoppen.

Binnen de dierenrechtenbeweging is Singer vooral, maar niet alleen, populair in bepaalde kringen van reactionaire "straight edgers". Dat type activisten is ook sterk gekant tegen bijvoorbeeld abortus en homoseksualiteit. Zoals alle andere fundamentalistische stromingen zijn ze tegen alles wat ze "onnatuurlijk" en "decadent" achten. De dierenrechtenactivisten willen hun held als dappere, taboe doorbrekende spreekbuis van de dieren blijven zien, en niet als het lid van het establishment dat hij nu eenmaal is. Het feit dat Singer in de Tweede Kamer mocht komen spreken, zette hen wat dat betreft niet aan het denken. Evenmin als zijn innige samenwerking met de VVD-ideoloog Paul Cliteur, waarover een meer anarchistische dierenrechtenactivist overigens een kritiekloos artikel schreef in het actieblad Ravage.

De combinatie van een strijd voor meer rechten voor dieren, en minder voor sommige groepen mensen, is niet zo ongebruikelijk als het misschien op het eerste gezicht lijkt. De nazi's namen destijds wettelijke maatregelen om koeien bij veetransporten meer ruimte te geven, terwijl de deuren van de veewagons bij de transporten van joden nauwelijks nog dicht konden. En aan mensen die toentertijd durfden te klagen over de invoering van de wet ter voorkoming van erfelijk ziek nageslacht, vroeg de nazi-partij NSDAP waarom ze zich niet richtten tegen het afslachten van dieren. "Gehandicapte mensen staan op hetzelfde niveau als honden en konijnen" die ook "vervangbaar zijn", zegt Singer zo'n 60 jaar later. Gehandicapten doden zou volgens hem hetzelfde zijn als "zwerfhonden, proefapen, of koeien" doden.

Wie Singers gedachtegoed vergelijkt met dat van de nazi's, zal veel overeenkomsten tegenkomen. Ook Singer wil mensen tot uitwisselbare dingen maken, waarover anderen mogen beslissen. Ook Singer wil definiëren wie mens is en vervolgens een selectie maken. Ook hij is voorstander van een gewetenloze rationaliteit. Alleen zeiden de nazi's te handelen uit naam van "het volk", terwijl Singer zegt te spreken uit naam van de hoeksteen van de samenleving: het gezin, dat volgens hem niet opgezadeld mag worden met gehandicapten.

Bronnen:

Terug