De Fabel van de illegaal 54/55, najaar 2002
Auteur: Jan Tas
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zegt vluchtelingen te "helpen bij hun vrijwillige terugkeer". Ook Nederlandse ondersteuningsorganisaties voor vluchtelingen maken veel gebruik van IOM-diensten. Maar in plaats van de belangen van vluchtelingen te verdedigen streeft de IOM ernaar om migratiestromen overal ter wereld te reguleren, ten gunste van voornamelijk rijke westerse landen.
Onder het motto "Tegen wereldwijd migratie-management, voor bewegingsvrijheid" is het Europese "No border"-netwerk een campagne begonnen tegen het internationale beleid om migratie te beheersen. Behalve door de IOM wordt dat beleid uitgevoerd door de Inter-Governmental Consultations on Migration (IGC) en de International Organisation for Labour (ILO). Het netwerk geeft een nieuwsbrief uit en heeft een website met informatie tegen de IOM. 1 Ook zijn er actiedagen uitgeroepen van 11 tot 19 oktober 2002. Via de campagne wil men onder meer duidelijk maken dat het humanitaire imago van de IOM slechts een masker is. De IOM wil geen bewegingsvrijheid voor mensen, maar streeft ernaar om migranten te selecteren op hun bruikbaarheid. Ongewenste migranten vallen daarbij af.
Waarschuwingssysteem
De IOM is in 1951 opgericht als tegenhanger van het Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties. De IOM is niet gebaseerd op humanitaire, maar op economische ideeën. De IOM-ideologie gaat uit van racistische ideeën als "etnisch homogene staten" en het begrip "thuis". In de jaren 50 was men betrokken bij het naar "het vrije westen" halen van intelligentsia uit het toenmalige Oostblok. Inmiddels zijn 91 staten lid van de IOM. Het hoofdkwartier zit in Genève, er zijn 19 regionale en meer dan 100 lokale kantoren en vertegenwoordigers. In Nederland zijn er kantoren in Den Haag, Drachten, Zwolle, Arnhem, Dordrecht, Eindhoven en Schiphol. De lokale kantoren houden migranten, migrantenorganisaties en ngo's in de gaten en vormen zo een eerstelijns waarschuwingssysteem tegen migratie. De IOM rapporteert alle bevindingen aan de EU en de VS, en brengt adviezen uit over te nemen maatregelen.
Naast observeren en adviseren is de IOM ook betrokken bij de praktische kant van de jacht op migranten. Zo traint men agenten en grenssoldaten, verkoopt men anti-migratietechnologie, en bouwt men controleposten en grensgevangenissen. Ook organiseert de IOM "excursies" naar bijvoorbeeld de grens tussen Mexico en de VS om allerlei beleidsmakers met eigen ogen te laten zien hoe effectief hekken, greppels en hightech-apparatuur zijn om migranten tegen te houden. Dankzij de "effectieve maatregelen" daar komen jaarlijks een heleboel migranten om bij hun poging om vanuit Mexico de VS te bereiken. Na onderzoek aan de grenzen heeft de IOM bijvoorbeeld ook Turkije allerlei adviezen over concrete maatregelen gegeven om illegale migratie uit Afrika en Azië tegen te gaan. Turkije zou "ongecontroleerde migratie" moeten gaan "bevechten", zo stelde de IOM. Sindsdien vallen er regelmatig doden aan de Turkse grenzen doordat soldaten op illegale migranten schieten.
Vrijwillige deportatie
De IOM regelt vaak de "vrijwillige terugkeer" van afgewezen vluchtelingen. Van "vrijwilligheid" is echter zelden sprake. Vluchtelingen worden tijdens hun asielprocedure jarenlang in kampen afgezonderd van de rest van de samenleving, en ze worden door grote delen van de bevolking met de nek aangekeken. De meesten worden afgewezen, illegaal gemaakt en volledig van de samenleving uitgesloten. Dan krijgen ze de "vrije keuze" om "vrijwillig terug te keren" of om in de gevangenis te worden opgesloten in afwachting van uitzetting.
Europese landen gebruiken "vrijwillige terugkeer" om afgewezen vluchtelingen toch te kunnen verwijderen naar landen die niet of nauwelijks willen meewerken aan deportaties, zoals Somalië, Noord-Irak, Angola, Afghanistan en Sierra Leone. Die landen worden door oorlog verscheurd en zijn door de Europese landen te onveilig verklaard voor de politiemensen die de vluchtelingen komen afleveren. Hoewel "vrijwillige terugkeer" de uitzettingsmachine al heel wat soepeler laat verlopen, blijft de IOM naarstig op zoek naar 'verbeteringen'. Zo wil IOM Nederland-directeur De Dycker het bedrijfsleven bij de deportaties gaan betrekken. "We moeten creatiever worden bij de terugkeer van asielzoekers. Waarom moet alleen de Nederlandse overheid een rol bij de terugkeer spelen? Het wordt tijd dat ook het bedrijfsleven een bijdrage levert aan de oplossing van de problemen." 2
Vrouwenhandel
De IOM is ook betrokken bij de strijd tegen vrouwenhandel. Soms financiert men organisaties die slachtoffers van vrouwenhandel helpen of die preventief werk verrichten. In de meeste gevallen echter misbruikt de IOM het probleem van vrouwenhandel om alle vormen van "ongecontroleerde migratie" aan te pakken. Van alle door de IOM geregelde "terugkeerreizen voor vluchtelingen" gaat het maar in 0,16 procent van de gevallen om slachtoffers van vrouwenhandel.
De IOM schildert slachtoffers van vrouwenhandel af als zielig en misleid, en de handelaren als enorm slecht. Men heeft alleen oog voor een individuele benadering van de problemen en gaat zo voorbij aan de wereldwijde onderdrukking van vrouwen. Men negeert dat een heleboel vrouwen door hun levensomstandigheden worden gedwongen om hun toevlucht te nemen tot migratie via een geregeld huwelijk, als "domestic worker" of als prostituee. Dat de IOM vrijwel niets onderneemt tegen de uitbuiting van vrouwen, wil niet zeggen dat men dat probleem onderschat. Integendeel, men gebruikt het juist om vrouwen af te schrikken. Zo wordt er in Macedonië een campagne gevoerd om vrouwen te ontmoedigen om te migreren, omdat ze "anders toch in de prostitutie belanden".
Herstelbetalingen
Vanwege zijn uitgebreide netwerk van kantoren is de IOM gekozen als partnerorganisatie voor het Duitse fonds "Herinnering, verantwoordelijkheid en toekomst". Dat fonds is verantwoordelijk voor herstelbetalingen aan mensen die door de nazi's zijn bestolen of als dwangarbeider zijn ingezet. De slachtoffers uit onder meer Nederland, Frankrijk, Griekenland en Italië kunnen bij de IOM claims indienen. De IOM lijkt daarbij als enige doel te hebben om het aantal claims omlaag te brengen. Zo deelden sommige bureaus aan slachtoffers mee dat het überhaupt zinloos was om een claim in te dienen, omdat die toch afgewezen zou worden. Van de 320.000 uiteindelijk ingediende claims zijn er slechts 75.000 goedgekeurd. De IOM hanteert ook veel strengere eisen dan organisaties in andere landen die daar verantwoordelijk zijn voor de herstelbetalingen. Zo wijst de IOM claims af van slachtoffers die gedwongen in de landbouw moesten werken. Ook is de IOM veel te traag met de uitbetaling. Tot nu toe heeft men nog maar 16.879 slachtoffers betaald. Een vergelijkbaar fonds dat de claims in Polen behandelt, heeft daarentegen al 305.000 slachtoffers hun geld gegeven. Omdat alle goedgekeurde claims in twee termijnen worden uitbetaald en de IOM dus erg langzaam werkt, zal een groot aantal slachtoffers al zijn overleden voordat al hun geld is uitgekeerd.
Noten