De Fabel van de illegaal 56, januari/februari 2003
Auteur: Ella Lookman
Jong, homo en moslim
"Ik heb een hekel aan alles wat met de islam en de Marokkaanse cultuur te maken heeft. Ik wil niets te maken hebben met een gemeenschap die een meisje van 17 niet toestaat te scheiden van een klootzak van een echtgenoot, die een loos begrip als eer zo verdomd hoog in het vaandel draagt en alleen voor meisjes laat opgaan, en die homoseksuelen vernedert, bedreigt en verstoot", aldus een Marokkaanse lesbische vrouw in het boek "Mijn geloof en mijn geluk".
"Een homoseksuele zoon zou gezichtsverlies voor de familie betekenen". "Ik wilde af van het stiekeme gedoe. Ik zet geen stap achteruit". "Ik heb veel in de koran gelezen in de hoop passages te kunnen vinden die me van mijn homoseksualiteit zouden afhelpen, maar ik heb niks gevonden". "Het is een strijd. Ik heb toegegeven aan mijn lesbische gevoelens, heb ik daar goed aan gedaan of niet?" Allemaal uitspraken van islamitische jongeren die voor het boek geïnterviewd zijn over hun homoseksuele gevoelens. Zowel hun persoonlijke strijd als de reacties van de directe omgeving komen aan bod. "Ik weet dat ik niet word geliefd door moslims. Volgens hen ben ik ziek, maar zij zijn zelf degenen die de islam verzieken. De zogenaamd vrome mannen met baarden die iedere dag naar de moskee gaan en roepen dat homoseksualiteit duivels is, staan op de Zeedijk als eersten in de rij om een nummertje te maken bij de hoeren". Soms is er tot op zekere hoogte acceptatie door de familie. Vaak echter afwijzing en doodzwijgen. Een hartenkreet van een jongen die door zijn familie verstoten is: "Ik mis ze zo verschrikkelijk".
Er is echter ook onbegrip vanuit de autochtone omgeving: "In de lesbische scene waar ik me als enige allochtoon bevond, heerste onbegrip over mijn dubbelleven. Het argument dat ik - als ik voor mijn seksuele geaardheid uit zou komen - geen deel meer uit zou maken van de familie en van de Algerijnse gemeenschap, vonden velen onzin. Ik leefde toch voor mezelf? Ze begrepen niet dat moslims niet voor zichzelf, maar voor elkaar leven". Ook is er platheid. Een Marokkaanse jongen vertelt: "Sommige mensen denken heel pervers over homoseksuelen. Dat irriteert mij enorm. Ik liep een keer in het Vondelpark en toen kwam er een Hollandse man van 40 naar me toe. Hij vroeg of ik homo was. Toen ik positief antwoordde, vroeg hij of ik misschien een jonge Marokkaanse knul van 14 voor hem kon regelen". De verhalen zijn zeer uiteenlopend, soms aangrijpend in hun verschrikking, soms hoopgevend. En herkenbaar. Want behalve het racisme, zijn veel van deze ervaringen van hypocrisie van de omgeving, van wanhoop, en van loyaliteit naar de ouders, ook deel van de autochtone homogeschiedenis.
"Mijn geloof en mijn geluk", Imad El Kaka en Hatice Kursun. Uitgeverij: Schorer Boeken, 12,00. ISBN: 9073341167.