De Fabel van de illegaal 57, maart/april 2003
Auteur: Jelle van Buuren
In hun Strategisch Akkoord van zomer 2002 schreven coalitiepartners CDA, LPF en VVD dat het vluchtelingenverdrag van Genève herzien moet worden. Hun plan: "Asiel wordt uitsluitend geboden in de regio van herkomst en de vluchtelingenstatus wordt door de UNHCR vastgesteld. Nederland neemt naar evenredigheid verdragsvluchtelingen op die door de UNHCR elders moeten worden ondergebracht." Het doel: zoveel mogelijk vluchtelingen weren uit Nederland.
Rechtse beleidsmakers watertanden bij het idee van "opvang in de regio". Vluchtelingen zouden zich voortaan in landen in de regio moeten melden bij kampen van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Die zorgt dan voor opvang en beoordeelt de asielaanvragen. Door de UNHCR erkende vluchtelingen zouden vervolgens opgenomen moeten worden door andere landen, waaronder ook de EU-lidstaten. Die zouden dan alleen nog maar hoeven te zorgen voor de opvang en integratie van erkende vluchtelingen. Dat betekent een enorme bezuiniging voor deze landen, want de asielprocedures zouden vervallen en ook het uitzetten van afgewezen vluchtelingen hoeft dan niet meer. Daarnaast zou ook de mensensmokkel vanzelf kunnen verdwijnen.
Veiligheid
De vluchtelingen zelf gaan er met deze nieuwe plannen niet op vooruit. Integendeel. De veiligheid in de huidige regionale opvangkampen is meestal minimaal. Vaak onderhouden de regeringen van de opvanglanden innige contacten met het regime waarvoor de vluchtelingen op de loop zijn. Dat kan zodoende makkelijk zijn invloed laten gelden in de opvangkampen. Bovendien zetten rivaliserende fracties hun onderlinge strijd vaak voort in de kampen, of verschuilen zich rebellen en oorlogsmisdadigers tussen de vluchtelingen. En wanneer er echt heel veel vluchtelingen opgevangen worden, kunnen die politieke spanningen zich uitbreiden tot het hele opvangland. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Pakistan en Iran, die miljoenen Afghanen opvangen.
Nu al wordt wereldwijd zo'n 95 procent van de vluchtelingen opgevangen in kampen in de regio. De omstandigheden zijn daar meestal ronduit deplorabel en mensonwaardig. Veel vluchtelingen zijn er bovendien blootgesteld aan seksueel geweld en andere mensenrechtenschendingen. Ook worden sommigen gedwongen terug te keren naar het land waaruit zij gevlucht zijn. Het is een mythe dat alle vluchtelingen graag naar Europa willen. De meesten willen helemaal niet verder, maar voelen zich gedwongen bescherming in Europa te zoeken. Ook omdat elk perspectief in de regio ontbreekt. Maar zelfs wanneer opvangkampen sterk verbeterd worden, blijven er problemen. Dan worden het rijke enclaves in verder arme landen. In Guinee zijn al opvangkampen overvallen door de doodarme plaatselijke bevolking.
Selectie
Volgens de kabinetsplannen moeten vluchtelingen dus "in de regio" geselecteerd worden. De EU-landen proberen al geruime tijd minimumnormen vast te stellen waar asielprocedures aan moeten voldoen. Het is nauwelijks voor te stellen dat zelfs deze minimale normen te handhaven zullen zijn bij "opvang in de regio". Wie gaat de vluchtelingen daar juridisch bijstaan? Zullen er voldoende tolken zijn? Hoe zullen de beroepsprocedures er uit zien? Wat zal de hoogste rechtsprekende instantie zijn? De organisatorische problemen zijn enorm. Er zijn wereldwijd zo'n 20 miljoen vluchtelingen en 20 miljoen ontheemden. Alleen al hun registratie zou een enorm probleem vormen, laat staan een serieuze asielprocedure met alle bijbehorende waarborgen.
De organisatie die dat allemaal zou moeten gaan vormgeven, de UNHCR, heeft chronisch geldgebrek. UNHCR-chef Ruud Lubbers pleit veelvuldig voor "opvang in de regio" in de hoop geld los te peuteren bij EU-landen. Ook zegt hij dat de oorzaken moeten worden weggenomen die mensen doen vluchten, of doen doorreizen naar landen buiten de regio. Zo wil Lubbers toegang krijgen tot de budgetten voor "ontwikkelingssamenwerking". Minister Nawijn van Vreemdelingenzaken en Integratie zei onlangs nog dat hij met Lubbers op dezelfde golflengte zat. De kans is groot dat de EU-landen zullen instemmen met "opvang in de regio", maar vervolgens niet thuis zullen geven als daar voor betaald moet gaan worden.
Lubbers heeft ook voorgesteld om de asielaanvragen van vluchtelingen uit landen die niet te boek staan als conflicthaarden voortaan "in de regio" af te handelen. Daarbij zou er nog maar één beroepsmogelijkheid open mogen staan. Onduidelijk is of vluchtelingen in zijn plannen ook het recht houden om buiten hun regio asiel aan te vragen. Lubbers stelt ook aparte bilaterale verdragen voor in aanvulling op het vluchtelingenverdrag. Nederland zou dan bijvoorbeeld Pakistan kunnen helpen bij de opvang van Afghaanse vluchtelingen. De kans is groot dat daar dan aan vastgekoppeld wordt dat Afghaanse vluchtelingen niet langer asiel mogen aanvragen in Nederland. Dat zou einde van het universele recht op asiel betekenen.
Evenredig
Het staat in de kabinetsplannen nog open hoeveel van de door de UNHCR geselecteerde vluchtelingen Nederland gaat opnemen. "Naar evenredigheid", schreef men in het Strategisch Akkoord. Maar wat is evenredig? Wil men naar het inwonertal kijken, naar het nationaal inkomen of naar integratiemogelijkheden? Daar komt men in de EU al niet uit. Wanneer men werkelijk op wereldschaal vluchtelingen evenredig zou willen opvangen, dan zou Europa er misschien 2 miljoen per jaar moeten opnemen in plaats van de huidige 400.000. Om dat te voorkomen zullen Europese regeringen zich slechts op heel kleine aantallen willen vastleggen. De rest van de vluchtelingen zal dan "in de regio" moeten blijven.
Via het concept "opvang in de regio" worden vluchtelingen steeds meer tot het probleem van het arme zuiden gemaakt. Vluchtelingen worden zo meer en meer uit het dagelijkse leven in de EU verbannen en gemaakt tot iets van de tv. De nu nog resterende betrokkenheid met vluchtelingen zou daardoor ook op de tocht kunnen komen te staan. Daarom is het belangrijk om de harde werkelijkheid te laten zien die achter "opvang in de regio" schuil gaat. Steungroepen voor vluchtelingen zouden daartoe meer kunnen gaan samenwerken met comités die proberen internationale solidariteit vorm te geven.