De Fabel van de illegaal 58, mei/juni 2003
Auteur: Eric Krebbers
Terugkeercontracten voor tweederangs burgers?
Behalve door het landelijk comité Geen mens is illegaal worden de "witte" illegale arbeidsmigranten bij hun strijd voor verblijfsrecht vaak ook door andere organisaties gesteund, waaronder veel christelijke. Enkele daarvan lijken de "witte" illegalen nu eerder van de regen in de drup te willen helpen.
Op 19 februari 2003 werd het Mozeshuis in Amsterdam bezet door een kleine groep "witte" illegale arbeidsmigranten, die overigens niet aangesloten zijn bij Geen mens is illegaal. De actievoerders zeiden te willen blijven tot ze een verblijfsvergunning hadden. Ze vertrokken pas nadat kerkmedewerkers toezegden een bijeenkomst te organiseren in de Mozes- en Aaronkerk. Die vond plaats op 27 februari. "Deze groep confronteerde ons vanmiddag met een ernstig probleem dat de erfenis lijkt van vele jaren van goede bedoelingen en tekortkomingen. We kennen meer dan ons lief is illegalen die op dit moment terecht resoluut tegemoet worden getreden. Maar hier is sprake van een groep illegalen die nog steeds in ons arbeidsbestel werkzaam is of een fatsoenlijk arbeidsverleden heeft", schreef PvdA-gemeenteraadslid Karina Schaapman over die bijeenkomst, waarbij ze dus terloops nog even een veeg uit de pan gaf aan andere illegaal gemaakte arbeiders en vluchtelingen. De aanwezige gemeenteraadsleden en diaconie-medewerkers besloten tot een stille lobby voor de "witte" illegalen. Centraal daarbij kwam het "voorstel legalisatie" te staan dat diaconaal medewerker Nico van der Perk al eerder zeer gedetailleerd beschreven had in een brief van 21 juni 2002 aan de toenmalige kabinetsformateur Donner. Aan de lobby doen, behalve Van der Perk, onder andere ook de christelijke GroenLinksers Cor Ofman (Diaconie Amsterdam) en Goos Minderman (Raad van Kerken) mee. En ook woordvoerder Mustafa Ayranci van de Turkse arbeidersvereniging HTIB draagt zijn steentje bij.
Geen bijstand
In hun "voorstel legalisatie" pleiten de lobbyers voor het geven van verblijfsvergunningen aan "vreemdelingen die aan bepaalde strikte voorwaarden voldoen". Alleen "geïntegreerde" arbeidsmigranten die al minimaal 5 jaar in Nederland zijn en geen strafblad hebben, zouden daarvoor in aanmerking mogen komen. Belangrijk vinden de christenen het verder dat "men inzet toont om door middel van arbeid een bijdrage aan de Nederlandse samenleving te leveren". De arbeidsmigranten die aan al deze criteria voldoen, mogen van de lobbyers een verblijfsvergunning "verdienen door middel van arbeid". Ze zouden daarom voor 4 jaar een tijdelijke werk- en verblijfsvergunning en een tijdelijk sofi-nummer moeten krijgen. In die periode zouden ze premies moeten betalen en belastingen moeten afdragen, maar wel moeten "afzien van een beroep op de bijstand". Ze krijgen een jaar de tijd om "passend werk" te vinden, anders worden hun vergunningen en hun sofi-nummers direct weer ingetrokken. Na 4 jaar wordt dan bij de overblijvers gekeken of men "minimaal 3 van de 4 jaar gewerkt" heeft en of men op dat moment werkt en geen strafbare feiten heeft gepleegd. Wie daaraan allemaal kan voldoen, mag van de christenen eindelijk een permanente verblijfsvergunning aanvragen.
Het voorstel van de lobbyers komt er kortweg op neer dat voortaan alleen die migranten mogen blijven die na vier jaar bruikbaar zijn gebleken voor het bedrijfsleven. Met zulke selectiecriteria promoot men in feite het recht van de sterkste. Migranten die binnen de voorgestelde vier jaar ziek worden of gehandicapt raken door hun vaak loodzware werk, of die door andere problemen niet voldoende hebben kunnen werken, die mogen van de christenen afvallen. Die hebben pech gehad. In dit voorstel worden mensen behandeld als tweederangsburgers of zelfs als eenvoudigweg weer af te danken arbeidsmachines. Het voorstel van de lobbyers heeft veel weg van de OMI-regeling in Frankrijk. Arbeidsmigranten die daar gebruik van willen maken belanden in volledige afhankelijkheid van hun bazen. Omdat ze hoe dan ook werk moeten hebben, zijn ze uiterst kwetsbaar voor alle vormen van chantage en uitbuiting door werkgevers.
Recht verdienen
De lobbyers willen dat de "witte" illegalen hun verblijfsrecht gaan verdienen door 4 jaar te werken. Maar alle arbeidsmigranten in die categorie zijn al minstens 11 jaar en vaak nog veel langer in Nederland. De "witte" illegalen die zich verenigd hebben in het comité Geen mens is illegaal vinden dat ze helemaal niets meer hoeven te "verdienen". Ze eisen gewoon hun recht. Daarbij hebben ze al jaren premies en belastingen betaald zonder van de voorzieningen gebruik te kunnen maken. Het is werkelijk schandalig dat deze lobbyers van de "witte" illegalen eisen dat ze nog eens 4 jaar dokken zonder enig recht op bijstand. De staat heeft in de loop der jaren al tientallen miljoenen euro's verdiend aan de "witte" illegalen.
De lobbyers denken volledig mee met overheid en bedrijfsleven, en geven zelfs aan hoe men eenvoudig van eenmaal afgedankte arbeiders af kan komen. Ze promoten daartoe een "terugkeercontract voor vreemdelingen zonder verblijfsvergunning die niet aan de criteria voor de tijdelijke werkvergunning voldoen. Ook mensen die een tijdelijke werkvergunning hadden, maar die na 4 jaar toch niet in aanmerking komen voor een permanente verblijfsvergunning, krijgen een terugkeercontract aangeboden." Als de arbeidsmigranten beloven niet meer naar Nederland te komen, krijgen ze een oprotpremie en eerst nog "een werkervaringsplaats van een half jaar en een bed-bad-brood-regeling gedurende deze stage". De lobbyers stellen verder voor om met de landen van herkomst "overeenkomsten" te sluiten voor "terugname van deze vreemdelingen". Ze eindigen hun brief trots met de constatering dat de voorgestelde regeling "geen aanzuigende werking" zal hebben op nieuwe arbeidsmigranten.
Begrijpelijkerwijs moeten de "witte" illegale arbeidsmigranten en de steungroepen in Geen mens is illegaal helemaal niets hebben van al deze plannen. Het lijkt erop dat de lobbyers met hun voorstel iedereen stroop om de mond hebben willen smeren: de rechtse politici, de belastingdienst, het bedrijfsleven en zelfs de uitzetters van de IND. Maar daarbij zijn ze de belangen van de mensen voor wie ze wilden opkomen volledig uit het oog verloren. Met zulke vrienden hebben de "witte" illegalen zowat geen vijanden meer nodig.