De Fabel van de illegaal 59, zomer 2003
Auteur: Harry Westerink
Slachtoffers van vrouwenhandel als misdadigers opgesloten
Op 4 juni 2003 heeft de Haagse vluchtelingenzelforganisatie PRIME bij de Tweede Kamer met een schandpaal en gevangenispakken actie gevoerd tegen het opsluiten van vrouwen zonder verblijfsvergunning in de Scheveningse gevangenis.1 Tijdens de actie ondertekende onder meer SP-Kamerlid Jan de Wit een petitie tegen de vrijheidsberoving van illegalen. De petitie wordt na de zomer aan de Kamer aangeboden.
In een tentenkamp op de binnenplaats van "Penitentiaire Inrichting Haaglanden" zijn 48 cellen beschikbaar voor illegale vrouwen. De vrouwen zitten daar maandenlang opgesloten in afwachting van hun uitzetting. Ze hebben geen strafbaar feit begaan, maar zijn juist het slachtoffer van vrouwenhandel en een keihard migranten- en vluchtelingenbeleid. Deze "unit 6" van de gevangenis was als "noodcapaciteit" eerder uit de grond gestampt voor bolletjesslikkers.2 "Maar daarna brak de dam en bleek het aantal cellen volstrekt onvoldoende", aldus algemeen directeur John van Putten van de Scheveningse gevangenis. "De bolletjesslikkers zijn verhuisd naar kamp Zeist en Bloemendaal. Het zou kapitaalvernietiging zijn de tenten weer af te breken." Er is geen wettelijke maximumtermijn aan de opsluiting van de illegalen. Een vrouw zat maar liefst 18 maanden vast.
Nogal wat opgesloten vrouwen werden in hun land van herkomst geronseld door vrouwenhandelaren. Die beloofden de vrouwen dat ze in Nederland zouden trouwen of goed werk zouden vinden. Maar eenmaal aangekomen nam de 'werkgever' van de vrouwen hun papieren af. Ze geraakten in een hen onbekend land in een extreem afhankelijke positie. Ze werden gedwongen om als prostituee te gaan werken. Bij weigering dreigden hun pooiers hen uit te leveren aan de vreemdelingenpolitie, waarna ze in de gevangenis zouden belanden. Zonder papieren zouden ze niet uitgezet kunnen worden, zodat ze toch weer op straat gesmeten zouden worden, opnieuw in de greep van hun pooiers. Een vicieuze cirkel die de vrouwen in hun eentje nauwelijks kunnen doorbreken.
Hulpverleners brengen slachtoffers van vrouwenhandel soms naar de politie, in de veronderstelling dat ze dan geholpen zullen worden. Als het meezit, probeert de politie de vrouwenhandelaren op te pakken. Gedurende het onderzoek naar de handelaren mogen de vrouwen dan in Nederland blijven. Ook mogen ze getuigen in het proces tegen hun onderdrukkers. Maar daarna worden de vrouwen weer illegaal en kunnen ze voor onbepaalde tijd in de gevangenis belanden.
Kippenvelmoment
Sommige opgesloten vrouwen zijn afgewezen vluchtelingen. De IND heeft bepaald dat hun land van herkomst "veilig" is. Men heeft er geen problemen mee om alleenstaande vrouwen uit te zetten naar landen als Somalië of Nigeria. Daar wacht hen armoede en vervolging. Andere vrouwen kunnen niet terugkeren, of ze dat nu willen of niet. De ambassade van het land van herkomst weigert om reisdocumenten af te geven, want men ontkent dat de vrouw in kwestie een van hun staatsburgers is. De IND sleept de vrouw dan van ambassade naar ambassade, in de hoop haar uiteindelijk naar welk land dan ook te kunnen deporteren. Ongeveer de helft van de vrouwen kan niet worden uitgezet en wordt daarom uiteindelijk weer op straat gegooid.
De in de Scheveningse gevangenis werkzame verpleegkundige Marit van der Eijk kan maar moeilijk begrijpen hoe blij de vluchtelingenvrouwen zijn als ze niet worden gedeporteerd. In een verslag over een dag gevangeniswerk schrijft ze: "Bij ons komt dit een beetje vreemd over, maar de vrouwen krijsen en huilen van enthousiasme. Er ontstaat een waar minifeestje op de gang waarbij iedereen hoge gilletjes slaakt, zingt, klapt en aparte dansjes uitvoert. Een kippenvelmoment. Iemand die wel wordt uitgezet via Schiphol is 's avonds weer terug. Zoveel misbaar gemaakt dat vervoer niet mogelijk was." Maar wie zich met succes heeft verzet tegen haar deportatie, kan rekenen op nog meer repressie. De gevangenisleiding gaat dan over tot middelen als gedwongen medicatie, handboeien en een helm op je hoofd.
In de bajes is het voor de vrouwen toegestaan om te werken, daarbuiten niet. Ze moeten dan wel genoegen nemen met het schandalige uurloon van 64 eurocent. De gevangenen maken onder meer houten speeltoestellen voor de Haagse kinderdagverblijven. "Ik ben een soort burgemeester van een groot dorp", aldus de opgewekte directeur Van Putten. "We hebben voorzieningen waar menig klein dorp jaloers op zou zijn." Ooit in Nederland een dorp gezien met uurlonen van 64 eurocent en 24 uur per dag beroving van de vrijheid van onschuldige mensen?
Wil je de petitie ondertekenen? Bel PRIME: 070-3050415.
Noten