De Fabel van de illegaal 60/61, najaar 2003

Auteur: Jan Tas en Ellen de Waard


Bevrijdingstheologie in de Bijlmer

In de Bijlmer runt dominee Msizi Dube opvangplekken voor geïllegaliseerde Afrikaanse vluchtelingen, ondanks de nodige tegenwerking van onder andere kerkelijke instanties. Met beperkte middelen, maar gewapend met scherpe kritiek, roeit hij tegen de stroom in. Een gesprek.

Wie is Msizi Dube?

"Ik kom uit Zuid-Afrika. Daar was ik als voorzitter van een ANC-afdeling betrokken bij de strijd tegen apartheid en later tegen corruptie. Ook ondersteunde ik de krakers, grote groepen daklozen die strijden voor het recht op woonruimte. Vanwege mijn verzet ben ik ook gevangen genomen. Maar ik wist uit de gevangenis te ontsnappen. Sinds 1991 woon ik in Nederland."

Een radicale christen? Die kom je maar sporadisch tegen in Nederland.

"Ik ben bevrijdingstheoloog. Dat betekent dat ik vind dat er een concrete praktijk moet zijn bij de theorie. Veel gelovigen hebben veel te zeggen, maar ze doen niets. Ook ik hoef niets te doen, want ik ben namelijk rijk. Als dominee hoef ik maar één keer per week te prediken. Maar ik wil juist wel wat doen. Voor mij is geloof niet het uitgangspunt, maar wel de leidraad om met mensen om te gaan. Ik wil niet dat de vluchtelingen christen worden in ruil voor eten. Ik preek niet in de kerk, en ik bid niet voor hen. Ik laat hen zelf bidden en ik discussieer met hen, onder andere over de kerk. Die speelt namelijk ook een rol bij de kapitalistische onderdrukking. Als je mensen alleen wilt helpen, ben je net een dokter. Mensen kunnen zichzelf wel helpen."

Waarom ben je begonnen met het ondersteunen van illegalen?

"Ik gebruik het woord illegaal liever niet, want niemand is illegaal. Alleen de wet maakt mensen illegaal. Illegaal betekent in juridische zin crimineel, maar deze mensen zijn niet crimineel. Zij willen gewoon een beter leven. Iedereen heeft het recht om zelf te kiezen waar hij wil leven. De eigenlijke reden waarom ik hiermee begonnen ben, is dat er veel afgewezen Afrikanen in de Bijlmer leven die volledig buiten het steuncircuit vallen. Ik wil hen steunen bij het dagelijkse overleven, zodat ze wat rust kunnen vinden om zelf hun beslissingen te nemen en hun leven te regelen."

Richt het project zich alleen op Afrikaanse vluchtelingen?

"Nee, het is bedoeld voor iedereen, maar in de praktijk komen er hier alleen Afrikanen. Dat komt omdat de meeste mensen nog steeds in kleur denken. Er zal bijvoorbeeld niet zo snel een Aziaat langskomen. Je ziet dat ook bij Afrikanen onderling. In de Bijlmer gaan Ghanezen naar de Ghanese winkel en Nigerianen naar de Nigeriaanse winkel."

Door op te gaan in de grote migrantengemeenschap in Amsterdam Zuid-Oost trachten veel afgewezen vluchtelingen te overleven. Welke problemen kom je zoal tegen?

"Er zijn veel daklozen die echt helemaal niets hebben. Er komen hier bijvoorbeeld mensen die al een jaar niet gedoucht hebben. Een groot aantal uitgeprocedeerden is hiv-besmet, maar weet dat zelf niet. Door geldgebrek, maar ook omdat men zich niet bewust is van de gevaren van onveilige sex, worden er weinig voorbehoedsmiddelen gebruikt. Het vreemdelingenbeleid bevordert ook misbruik van vrouwen. Veel vrouwen zijn voor hun verblijfsvergunning namelijk afhankelijk van anderen en worden vaak slachtoffer van geweld, vrouwenhandel en prostitutie. Eigenlijk lopen veel vluchtelingen 3 trauma's op. Eerst als ze moeten vluchten, dan in de asielkampen en vervolgens door het op straat leven. Daardoor zijn velen zo getraumatiseerd dat zelfs een verblijfsvergunning ze niet meer kan redden. Verder worden veel onderlinge conflicten die in Afrika spelen hier voortgezet. Zoals bijvoorbeeld de problemen tussen Hutu's en Tutsi's, of tussen noordelijke en zuidelijke Nigerianen. Maar we zijn allemaal gelijk. Daarom is het in de opvang belangrijk om nooit partij te kiezen bij zulke conflicten, want dan jaag je de andere partij weg."

Je ondervindt zelf ook de nodige tegenwerking bij het ondersteunen van geïllegaliseerden.

"Ik heb een bedrijfsruimte gehuurd en daar een ontmoetingsplaats van gemaakt waar men thee, koffie en eten kan krijgen. Ze kunnen hier met elkaar praten en als er medische hulp nodig is, probeer ik dat te regelen. Ik betaal de huur, maar de huisbaas heeft iets tegen illegalen en heeft daarom de wc's afgesloten."

Hoe zit het met de juridische ondersteuning?

"Als iemand om juridische hulp vraagt dan geven we die wel, maar we zien dat niet als onze taak. We bieden het zelf niet aan, want juridische hulp kost veel tijd en geld, terwijl het alleen maar valse hoop geeft. In Nederland is nee ook echt nee. De meeste vluchtelingen krijgen toch geen status. Het beleid dwingt hen om te liegen om toegelaten te worden tot de asielprocedure. En vervolgens worden ze daarop afgewezen."

Je wordt geholpen door het katholieke Don Bosco-huis. Bijvoorbeeld bij het koken voor de grote groep geïllegaliseerde daklozen. Maar het meeste werk doe je zelf. Hoe zit het met de steun van andere kerkelijke instanties?

"De Hervormde Diaconie in Amsterdam bood mij aan om bij hen in dienst te komen. Daar ging ik op in en ik ging proberen om de diverse kerken bij elkaar te brengen die zich in zouden moeten zetten voor vluchtelingen. Ze wilden echter allemaal zelf de baas zijn. Daarna eisten ze van mij dat ik mensen zou gaan adviseren om terug te gaan naar hun geboorteland. Dat weigerde ik, want ik wil geen uitvoerder worden van het overheidsbeleid. Daarna wilden ze dat ik geld ging verdienen met mijn kerk. Meerdere kerken in Zuid-Oost deden dat al, en met groot succes, zo zeiden ze. Toen ik ook dat weigerde, werd ik ontslagen. De kerken beloofden wel financiële ondersteuning, maar toen ik met rekeningen aankwam werden die niet betaald. Ze geven liever geld aan projecten ver weg in bijvoorbeeld Afrika. Gebeurt er iets in hun eigen omgeving, dan geven ze niets. De enige steun die ik nu krijg is van het Don Bosco-huis. Die helpen mij zowel met vrijwilligers als met geld."

Word je ook niet gesteund door de gemeente Amsterdam of de landelijke overheid?

"Vluchtelingenwerk en de COA zouden graag willen dat ik de opvang van afgewezen vluchtelingen in Amsterdam officieel ga coördineren. Daar zou ik dan een ruimte van de gemeente voor kunnen krijgen. Het gevaar bestaat echter dat de gemeente zo steeds meer invloed krijgt. Juist door overheidssubsidies mogen veel organisaties steeds minder doen voor geïllegaliseerden. Amsterdam heeft het imago dat er zoveel goeds gedaan wordt voor vluchtelingen, maar in de praktijk gebeurt er zowat niets. Het Rode Kruis geeft bijvoorbeeld wel eten aan daklozen, maar dat is alleen voor Nederlanders."

De overheid voert de repressie tegen vluchtelingen op, en probeert ze zo te dwingen tot 'vrijwillige' terugkeer. Hoe sta jij tegenover 'vrijwillige' terugkeer?

"Ik vind dat projecten niet op terugkeer gericht moeten zijn, maar op overleven. Maar veel vluchtelingen hebben het in Nederland nog slechter dan in Afrika. Die willen dan soms ook best terug met een opleiding, of met nuttige contacten ter plaatse, zodat ze daar beter kunnen overleven dan hier. Daarom ben ik voor de mogelijkheid voor afgewezen vluchtelingen om in Nederland een opleiding te volgen. Ook ben ik bezig om contacten te leggen met ngo's in Afrika, die teruggekeerde vluchtelingen werk willen bieden."

Terug