De Fabel van de illegaal 62, januari/februari 2004
Auteur: Jan Tas
"Marokkanenjacht" populair bij rechtse jongeren
Jongeren beschikken over een feilloos gevoel voor veranderingen. Nauw aansluitend bij de huidige politieke sfeer is racisme in korte tijd op veel scholen volstrekt normaal geworden. Net als de meeste politici en opiniemakers heeft een snel groeiend aantal witte jongeren het gemunt op "allochtonen". Schooldirecties, ouders, raadsleden en de media lijken de racistische motieven bij kloppartijen nauwelijks onder ogen te willen zien.
Tot enkele jaren terug kwam het af en toe voor dat georganiseerde extreem-rechtse jongeren migranten of vluchtelingen fysiek aanvielen. Inmiddels lijkt openlijk racisme en geweld tegen "allochtonen" onder steeds meer witte jongeren normaal te zijn geworden. Vaak worden racistische matpartijen echter afgedaan als 'incidenten', als vechtpartijtjes tussen groepen jongeren die zich min of meer toevallig langs "etnische" lijnen georganiseerd zouden hebben. "Al-Qaeda vs. White Power", leest men dan in de krant. Alsof het om twee partijen gaat die elkaar naar het leven staan, in plaats van om witte jongeren die speciaal bij elkaar komen om "die buitenlanders" in elkaar te slaan.
Aalsmeer
Onlangs verscheen in het NRC bijvoorbeeld een bericht over vechtpartijen in Aalsmeer, waarin werd beweerd dat groepen Marokkaanse en extreem-rechtse jongeren tegenover elkaar zouden staan en waarbij "leden van beide groepen worden bedreigd en mishandeld". (1) Maar in een gemeenterapport wordt erkend dat het de witte jongeren zijn die op "Marokkanenjacht" gaan. (2) Adjunct-directeur Bruins van het Aalsmeerse Wellant College weigert het racisme van zijn leerlingen echter onder ogen te zien. "Het moet ook niet worden overdreven. Het gaat om een harde kern van vijf, zes domme jongens. Die bewonderen het nazisme en aarzelen niet dat ook te uiten. Daaromheen staat een groep meelopers", zegt hij in Trouw. (3) Voor "allochtone" jongeren maakt het echter geen enkel verschil of de racisten die hen in elkaar slaan dom of meeloper zijn. Veel "allochtone" jongeren hebben inmiddels ervaring met zulk geweld van witte leeftijdgenoten. Daarnaast worden ze ook steeds vaker geweigerd bij discotheken en lastig gevallen door de politie. In de media worden ze allemaal over een kam geschoren, en worden ze vaak zo negatief afgeschilderd dat geweld tegen hen in de ogen van racisten niet meer dan rechtvaardig is.
Racisme neemt snel toe onder witte jongeren, ook bij degenen die niet meedoen aan de kloppartijen. "Wij zijn neutraal'', zeggen een paar Aalsmeerse jongens. Ze zien in het plaatselijke jongerencentrum N201 wel eens jongeren met hakenkruizen op hun kleding, maar "dat gaat te ver", vinden ze. "Maar wij zijn absoluut niet tegen de skins, want de buitenlanders maken er ook een zooitje van." Een paar jaar geleden waren "de buitenlanders" volgens hen namelijk te nadrukkelijk aanwezig in het straatbeeld, en dat hebben de skins gelukkig weer "rechtgezet". Het jongerencentrum zelf probeert "allochtone" jongeren te weren via de muziekprogrammering. "Eerst planden we ook hiphop- of r&b-avonden. Daar kwamen vooral allochtonen. Dan werd er bijna altijd gevochten, door de allochtonen onderling. Daardoor bleven autochtone jongeren weg. Ik denk dat dat de tegenstellingen heeft versterkt. Die extreem-rechtse jongeren komen alleen op house-avonden. Daar hebben we geen problemen mee gehad", aldus medewerker Sander Jongkind.
Raamsdonkveer
"Allochtonen" worden via racistische beeldvorming steeds meer gecriminaliseerd. Wanneer ze zich verdedigen tegen racistisch geweld, wordt dat direct gekoppeld aan hun criminele image, waardoor het "autochtone" racisme uit beeld verdwijnt. Zo viel in juni 2003 een groep "autochtone" jongeren in Raamsdonkveer een aantal Antillianen lastig. (4) De Antillianen werden uitgemaakt voor "vieze negers". Hoewel ze gewoon Nederlanders zijn, werd hen toegeschreeuwd dat ze naar "hun eigen land" moesten oprotten. Daarna brak een vechtpartij uit. Later besloten 3 Antillianen verhaal te gaan halen. Ze werden echter opgejaagd door ongeveer 20 met pijpen en knuppels bewapende "autochtonen". Ze werden daarop omsingeld en een van hen werd tegen een muur gedreven en in elkaar geslagen en geschopt. Uit angst om vermoord te worden schoot hij drie van de racisten neer. In de daarop volgende rechtszaak kwamen de "autochtonen" er openlijk voor uit dat ze racisten waren en dat ze de schutter omsingelden en mishandelden. Toch werden ze beschouwd als slachtoffers van de Antillianen, tegen wie 6 jaar gevangenisstraf geëist werd wegens "poging tot moord". Justitie heeft weliswaar aangekondigd de groep aanvallers wellicht ook te gaan vervolgen, maar de drie neergeschoten racisten blijven daarbij hoogstwaarschijnlijk buiten schot. "Wellicht volgt voor hen een sepot gezien het ernstige letsel dat zij opliepen", aldus een journalist. Wat overblijft is de bevestiging van het racistische beeld van de schietgrage Antilliaan.
Racistisch gemotiveerde vechtpartijen worden weliswaar doorgaans afgekeurd door de lokale burgemeester of politiechef, maar tegelijk ook afgedaan als 'incident', als op zichzelf staand voorval dat veroorzaakt is door "enkele" jongeren. Het structurele racistische karakter ervan wordt zelden erkend. Vaak gaat het echter om grote groepen jongeren. Zo verscheen bijvoorbeeld onlangs in Limburg een politierapport over de toenemende verrechtsing van groepen jongeren in Weert en de omliggende dorpen. (5) De situatie is zo ernstig dat de politie er speciale aandacht aan besteedt en een top-20 heeft opgesteld van jongeren met "de meest extreme opvattingen".
DoKKKum
Vanaf voorjaar 2003 belegert de plaatselijke jeugd het asielzoekerscentrum in het Friese Dokkum. (6) Jongeren schilderen hakenkruizen en davidssterren bij het centrum en gooien de ruiten in. Ze roepen leuzen tegen de vluchtelingen, bekogelen hen met eieren, kluiten en stenen, en slaan hen in elkaar in het ziekenhuis, de bibliotheek, de kinderboerderij of het zwembad. (7) Een aantal jongeren was van plan om naar het voorbeeld van de Ku Klux Klan (KKK) een kruis te verbranden bij het azc. Ook werden 9 jongeren gearresteerd die verdacht werden van het plannen van een aanslag op het centrum met molotovcocktails. De brandbommen stonden al klaar.
Een medewerker van het centrum die een krant informeerde over de reeks aanvallen, werd op de vingers getikt door zijn meerdere. Publiciteit zou maar voor onrust zorgen onder de bewoners van het centrum. Maar velen zijn door de gebeurtenissen al bang. Sommigen slikken kalmeringsmiddelen. Anderen durven niet meer op de grasveldjes bij het centrum te gaan zitten omdat ze daar steevast bekogeld worden. De jongeren doen tegenover journalisten niet geheimzinnig over hun racisme. Een van hen heeft een "White Pride World Wide"-button op zijn jas. En scholier Johnny antwoordt op de vraag waarom hij een Lonsdale-trui draagt: "Om duidelijk te maken dat ik tegen buitenlanders ben". (8) Eén jongere acht zichzelf geen racist. "Er zijn misschien goede asielzoekers, maar die zijn niet hier." Uit een reportage van "PREMtime" blijkt dat racisme onder de lokale jeugd eerder regel dan uitzondering is. (9) De een is tegen vluchtelingen vanwege de moord op Marianne Vaatstra, (10) de ander omdat hij steeds verhalen over verkrachtingen hoort. Maar gelukkig zijn er ook uitzonderingen. "Verschrikkelijk gewoon, het zijn toch mensen zoals jij en ik", reageert een jongen op alle scheldpartijen tegen de vluchtelingen. (8)
"Dit is niet zomaar een recalcitrant groepje. Enkelen hebben de wens politieke uitingen te doen in de 'rechtse sfeer'. Ze zetten zich af tegen andere groepen in de samenleving of spreken hun voorkeur uit voor blank Nederland. Door kleding, kreten die ze slaken. Dus dat heeft een politieke lading, maar het is ook puberaal, in die zin dat het ondoordacht is en ongenuanceerd." Aldus schooldirecteur T. Wierdsma die erkent dat er een probleem is met racisme, maar daarbij helaas niet verder lijkt te willen kijken dan "een recalcitrant groepje". (11) Wethouder J. Appelhof daarentegen lijkt zelfs het racisme niet te willen zien: "We zitten er bovenop, maar je moet het niet uit zijn verband trekken."
Lonsdale
Niet alleen in Dokkum, maar in heel Nederland en bijvoorbeeld ook in Duitsland dragen jongeren Lonsdale-kleding om een racistisch signaal af te geven. Die kledingcode is overgenomen van de veelal extreem-rechtse skinheads die dat merk al jaren dragen als onderdeel van hun scene-uniform. Het liefst met een openhangend kledingsstuk er overheen zodat van het woord Lonsdale alleen de letters nsda zichtbaar blijven, als verwijzing naar de Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) van Hitler. Inmiddels wordt er op een aantal scholen gesproken over een Lonsdale-verbod. Typerend voor de sfeer daarbij is de discussie op het Bonhoeffer College in Enschede. Men schuift de racistische betekenis die veel Lonsdale-dragers aan hun kleding hechten gemakshalve naar de achtergrond, en doet alsof het om een strijd gaat tussen "rivaliserende groepen" die elkaar "discrimineren" en "provoceren". (12) Met als gevolg dat men de kledingmerken van "beide partijen" wil verbieden, en dus ook hip hop-kleding van Karl Kani en Wu Wear. "Negermerken" vinden racistische jongeren dat, en witte jongeren die ze dragen zouden "rasverraders" zijn. Maar die merken worden alleen door jongeren gedragen omdat ze trendy zijn, of omdat ze horen bij een bepaald soort muziek, en niet omdat ze symbool staan voor een politiek gedachtegoed. Door ze toch te willen verbieden, bevestigen schoolbesturen impliciet de opvattingen van racistische jongeren. En zo maken ze "allochtone jongeren" mede verantwoordelijk voor de racistische aanvallen die ze te voorduren krijgen. In plaats van kledingverboden zouden scholen beter daadwerkelijk racisme aan kunnen pakken.
Alleen mensen kunnen racistisch zijn, kledingstukken en andere voorwerpen op zichzelf niet. Het gaat om de betekenis die mensen eraan geven, om wat jongeren met hun Lonsdale-truien willen uitdragen. Nu schijnt de producent van Lonsdale geen racistische bedoelingen te hebben, maar worden de truien van Lonsdale wel door vrijwel iedereen als racistisch symbool gezien. Voor veel "allochtone" jongeren heeft dat merk echt iets bedreigends gekregen. Ze associëren het met racisten die hen uitschelden of in elkaar slaan, en met dat deel van de samenleving dat hen weg wil hebben. "Allochtonen" voelen zich daarom vaak niet op hun gemak wanneer er Lonsdale-dragers in de buurt zijn. Het is dan ook niet sympathiek wanneer solidaire anti-racistische jongeren Lonsdale dragen. Maar wat moeten jongeren doen als ze de kleding van Lonsdale gewoon mooi vinden? "Toch niet aantrekken. Er zijn toch ook andere merken?", antwoordde een leerlinge op het Bonhoeffer College terecht. (13)
Noten