De Fabel van de illegaal 63, maart/april 2004
Auteur: Jan Tas
Van harte pardon voor wie drie jaar in Nederland is
De onrechtvaardige 'pardonregeling' (1) van minister Verdonk roept veel protest op. Meer vluchtelingen zouden een verblijfsvergunning moeten krijgen. Uit het protest is een inspirerend samenwerkingsverband ontstaan: Van Harte Pardon. Een interview met een van de ondersteunende organisaties, de Werkgroep Vluchtelingen Vrij (WVV),(2) over de achtergronden en de eisen van het initiatief.
Wat is Van Harte Pardon, en hoe is het ontstaan?
"In het hele land zijn er initiatieven, vaak van buurtbewoners of scholen, die een of meer vluchtelingen steunen die op straat gegooid of het land uitgezet dreigen te worden. Dat leidt tot verontwaardiging, en men probeert bijvoorbeeld de media of de landelijke politiek te benaderen om aandacht te krijgen voor die individuele zaak. Dat soort acties hebben echter meestal geen effect. Verschillende van die groepen merkten dat er overal zulke initiatieven zijn die tegen hetzelfde probleem aanlopen. Het beleid blijkt er niet op gericht te zijn om vluchtelingen een eerlijke kans te geven, laat staan toe te laten. Daardoor heeft men het vertrouwen in de overheid verloren, en zo is het besef ontstaan dat er een gezamenlijke vuist gemaakt moet worden tegen het vluchtelingenbeleid. Dat heeft geleid tot de oprichting van Van Harte Pardon. In plaats van individuele ondersteuningsacties die zich enkel beroepen op criteria als "humaniteit" en "schrijnendheid" is er een overkoepelend verband ontstaan met de eis dat alle vluchtelingen die drie jaar in Nederland zijn, een verblijfsvergunning moeten krijgen.
Het concrete initiatief is genomen door een buurtcomité dat een aantal vluchtelingen ondersteunt in de stad Groningen. Die hebben een vergadering uitgeroepen met soortgelijke comité's. Daarna is er een sneeuwbal-effect ontstaan waardoor allerlei initiatieven uit Groningen, Friesland en Drenthe zich ook gingen aansluiten. Vervolgens werd Van Harte Pardon eind november 2003 landelijk gepresenteerd in "Kopspijkers". De website van dat tv-programma kreeg meer reacties dan ooit. Daarna werden er op 10 december, mensenrechtendag, overal in het land acties georganiseerd die nog meer publiciteit opleverden."
WVV is een radicaal-linkse organisatie. Wat is jullie relatie met Van Harte Pardon?
"Met een aantal van de groepen en mensen die besloten om Van Harte Pardon op te richten, werken we al jaren samen. Bij de eerste vergadering werden wij zodoende ook uitgenodigd. Onze rol binnen Van Harte Pardon is voornamelijk ondersteunend. We leveren bijvoorbeeld extra informatie en argumenten om de eisen kracht bij te zetten. Door onze jarenlange ervaring hebben wij veel kennis over het vluchtelingenbeleid en het verzet daartegen. Daarom hebben wij bijvoorbeeld een bijdrage geleverd aan het schrijven van de uitgangspunten van Van Harte Pardon. Zo hebben wij bijvoorbeeld de eis voor een verblijfsvergunning na drie jaar voorgesteld. We gaven daarbij aan dat tot voor kort alle vluchtelingen daarvoor in aanmerking kwamen."
Zijn er nog andere steunorganisaties bij het initiatief betrokken?
"In het begin deden vooral buurtcomité's en scholen mee. Nu zijn er ook contacten met steunorganisaties als PRIME, ASKV en LOS. Die willen de zaak van Van Harte Pardon landelijk meer bekend maken. Ook beginnen er nu zelforganisaties van vluchtelingen bij te komen. Zo zijn er in Groningen contacten met het "Platform verblijfsvergunning na drie jaar", de Somalische vereniging Samantalis en de Werkgroep Iraanse Vluchtelingen."
Eisen voor een verblijfsvergunning worden vaak onder druk van grotere organisaties als Inlia en Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) afgezwakt om zo "realistisch" mogelijk te blijven. Vinden er ook zulke processen plaats binnen Van Harte Pardon?
"Inlia en VWN bemoeien zich niet met Van Harte Pardon, omdat ze daar geen invloed op kunnen krijgen. Als organisatie is VluchtelingenWerk niet vertegenwoordigd, maar er zijn wel mensen die daar werken en die op persoonlijke titel actief zijn bij Van Harte Pardon. Veel mensen bij Van Harte Pardon hebben geen enkel vertrouwen meer in dat soort organisaties. Ze hebben daar vaak in een eerder stadium al tevergeefs aangeklopt voor steun. Inlia laat niet-afgewezen vluchtelingen trouwens alleen toe tot de noodopvang als ze een contract tekenen. Daarin moeten ze beloven om zelf de straat op te gaan of het land te verlaten wanneer Inlia hen niet verder wil helpen. Dat heeft het vertrouwen vanzelfsprekend weinig goed gedaan.
Door de samenwerking van vluchtelingen en steuncomité's binnen Van Harte Pardon zijn de eisen scherper aan het worden. Men wil een verblijfsvergunning en toegelaten worden tot de maatschappij, en niet leven in aparte structuren voor vluchtelingen. Onderduiken wil men pas als het echt niet anders kan. De vluchtelingen moeten juist zichtbaar worden om strijd te kunnen leveren tegen het gevoerde beleid. Men begint te beseffen dat de overheid via de 'pardonregeling' af wil komen van de vluchtelingen die door de Koppelingswet en andere verscherpingen sinds 1998 uitgesloten en op straat gezet zijn. Ons antwoord is dat het niet gaat om enkele "schrijnende gevallen", maar dat alle vluchtelingen een verblijfsvergunning moeten krijgen!"
Noten