De Fabel van de illegaal 67, najaar 2004
Auteurs: Eric Krebbers en Inge van de Velde
De overheid is druk bezig met het organiseren van de grootste na-oorlogse deportatie-operatie. Zo'n 26.000 afgewezen vluchtelingen, die al lange tijd in Nederland wonen, worden uit huis gezet, opgehaald, geïntimideerd, weggejaagd of met geweld het land uitgesmeten. Lokale bureaucraten doen er alles aan om de uitzetmachine zo goed mogelijk te stroomlijnen. Vluchtelingenstad Leiden organiseerde daarom een "terugkeerconferentie" en nodigde zelfs De Fabel uit.
De conferentie vond op 15 september 2004 plaats in het Leidse asielzoekerscentrum, temidden van de doelgroep zogezegd. De bedoeling was een "verdere kennismaking tussen alle organisaties die zich bezig houden met asielzoekers, vluchtelingen en terugkeer in Leiden", samen ook wel "de keten" genoemd. Vluchtelingenstad wilde namelijk "knelpunten" inventariseren, zoals "mismanagement en communicatiestoornissen in de keten".
Inlooplunch
Uitgenodigd waren "ketenpartners" als de politie, het COA, de IND, de IOM, VluchtelingenWerk Leiden, Bureau Maatwerk bij Terugkeer en enkele kleine hulporganisaties als Samah, STUV en De Fabel. Hoewel zeker geen "partner" in de deportatieketen, was De Fabel wel nieuwsgierig genoeg om een kijkje te gaan nemen. Op verzoek van de gemeente leverden "de ketenpartners" vooraf allemaal een A4-tje in met daarop hun "werkwijze" en de "knelpunten" waar ze tegenaan lopen bij het doen "terugkeren" van vluchtelingen. De Fabel liet een tegengeluid horen en deelde een anti-IOM folder uit. (1)
Nadat ze gezellig samen de "inlooplunch" verorberd hadden, gingen de bijna 50 aanwezige bureaucraten aan de slag. De gemeente had gekozen voor een "speelsere opzet" van de conferentie. Het moest immers geen "saai programma" worden. De ervaring is kennelijk dat uitzetten voor bureaucraten maar een slaapverwekkende baan is. Er psychisch aan kapot gaan is voorbehouden aan de vluchtelingen zelf. Alle "ketenpartners" mochten een kort praatje houden, gevolgd door een discussie.
Rechtvaardig
GroenLinks-wethouder Wim de Boer verzorgde de inleiding. Hij zette direct de toon met een waslijst aan bureaucratische eufemismen. De gemeente Leiden probeert namelijk via een "zorgvuldige afwikkeling" te voorkomen dat vluchtelingen "de illegaliteit in duiken" en dat "ontruimingen" van hun woningen nodig zijn, aldus De Boer. Leiden wil zo op een "fatsoenlijke manier humane uitzettingen faciliteren", vanzelfsprekend "met inachtneming van de uiterste zorgvuldigheid". Daartoe is een "centrale coördinatie op lokaal niveau" nodig en ook nauwe "samenwerking van de lokale ketenpartners met het Regionale Terugkeer Team". Dat is de deportatie-unit die uiteindelijk het vieze gewelddadige werk opknapt en zo - in gemeentetaal - de "terugkeerprojecten succesvol afrondt". Het gaat allemaal om "samenwerking binnen de keten met als doel: een fatsoenlijk vertrek", benadrukte de progressieve wethouder tenslotte: "humaan, zorgvuldig, rechtvaardig, fatsoenlijk", dat zijn de kernbegrippen van het Leidse beleid.
Van de te verwijderen 26.000 vluchtelingen wonen er 781 in de Leidse regio, aldus het COA dat de aanwezigen een kijkje in de keuken gunde. Die vluchtelingen worden via "de methodiek trajectbegeleiding" onderworpen aan "een intensieve gesprekscyclus" van 8 gesprekken waaraan ook de IND en de politie deelnemen. Het gaat er om "de asielzoeker te bewegen stappen te ondernemen richting zelfstandige terugkeer", aldus het COA. Oftewel: dwingen tot zelfstandig oprotten. Het begrip zelfstandigheid wordt zo door het COA en de andere "ketenpartners" volledig ontdaan van zijn bevrijdende inhoud en slechts gebruikt als eufemistische versiering. "Knelpunten" bij die "terugkeer" zijn volgens het COA vooral "de weerstanden bij de asielzoeker" en de "tegenstrijdige signalen" die ze bijvoorbeeld van hulpverleners krijgen. "Nederland" moet de vluchteling "één boodschap geven", vindt men bij het COA. En dat is: je moet weg. Dat komt erop neer dat tegenstanders van deportatie hun verzet zouden moeten opgeven en mee zouden moeten gaan doen aan de deportatieketen. Wellicht zat die gedachte ook achter het uitnodigen van De Fabel voor de conferentie.
Verantwoordelijkheid
Net als de gemeente heeft het COA vanzelfsprekend ook een mooi rijtje "kernwoorden" opgesteld: "humaan", "waardig" en "eigen verantwoordelijkheid". Waarbij aangetekend dat die "eigen verantwoordelijkheid" vanzelfsprekend alleen geldt voor de vluchteling - om terug te keren - en niet voor de COA-medewerkers zelf. Want die zijn niet verantwoordelijk, benadrukte men. Die maken het beleid niet, maar voeren het slechts uit. En kennelijk zijn orders nu eenmaal orders. In zijn inleiding had de wethouder ook al iets dergelijks geopperd: "Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft tot dit beleid besloten. En ik ben democraat, dus…" Misschien is het dwaze geloof dat een parlementaire meerderheid per definitie geen immorele besluiten kan nemen wel een voorwaarde om vol overtuiging te kunnen functioneren in de mensenverslindende deportatiemachine.
Ook de IND toonde zich voorstander van "een intensivering van de samenwerking met de ketenpartners" en "ketenbrede afstemming". Daar werkt men aan een "projectmatige aanpak van terugkeer" via "casemanagement". Een groot "knelpunt" daarbij is echter "de wens van de vreemdeling tot vestiging in Nederland" en dat die daarom niet wil meewerken aan het vaststellen van zijn identiteit. Verder betreurde de IND het dat men door allerlei "procedurele beletselen" helaas niet zo effectief kan uitzetten als men wel zou willen. De politie Hollands Midden beloofde de "ketenpartners" echter vluchtelingen die niet "zelfstandig vertrekken of weigeren hieraan mee te werken" simpelweg "te verwijderen".
Vriendelijke agent
Net zoals de politie bij verhoren soms een boze agent heel tactisch afwisselt met een meer vriendelijke, zo kent ook de uitzetketen softe partners. Het Bureau Maatwerk bij Terugkeer, opgericht door het uit de "katholieke traditie" afkomstige Cordaid, zegt bijvoorbeeld uit te gaan van "de menselijke maat" en daarbij een "persoonsgerichte werkwijze" te hanteren waarbij "mensen zelf hun belemmering bij terugkeer formuleren". In werkelijkheid proberen de katholieken zo te achterhalen waar de vluchtelingen het meest kwetsbaar zijn, om vervolgens veel gerichter op hen in te kunnen praten en zo een "omslag in denken van zowel asielzoeker zelf als hun/haar begeleider" te kunnen bewerkstelligen. Het Bureau verleent "assistentie bij terugkeer", vertelde Cordaid, en heeft verder een "makelaarsrol" door vluchtelingen naar de IOM te sturen. "In enkele individuele gevallen kan terugkeer echt gevaarlijk zijn", moest Cordaid voorzichtig toegeven.
VluchtelingenWerk Leiden vertelde dat men "cliënten informeert over terugkeer" - "ook diegenen die hier korter zijn" - en begeleidt naar de IOM en naar ambassades voor reisdocumenten. Gelukkig bleken niet alle aanwezige organisaties zichzelf als "ketenpartners" te beschouwen. De door de gemeente gesubsidieerde hulporganisatie STUV zei bijvoorbeeld dat "terugkeer" niet onder hun doelstellingen viel. Wel maakte men zich bij STUV zorgen over "het uitblijven van een veralgemeniseerde aanpak" van het verwijderen.
Napraten
Aan het einde van de middag was wel duidelijk dat de ene "ketenpartner" nog waardiger, rechtvaardiger, fatsoenlijker, humaner, zorgvuldiger en professioneler opereerde dan de andere. Toch kwamen de belangen van de vluchtelingen zelf slechts aan de orde in de vorm van "knelpunten". Aan het "informeel napraten" met al deze bureaucraten had De Fabel dan ook geen enkele behoefte. Inmiddels heeft de gemeente aangekondigd om een vervolgconferentie te organiseren om op basis van de resultaten de machine nog professioneler en efficiënter te maken.
Noot