De Fabel van de illegaal 68, januari/februari 2005

Auteur: Gerrit de Wit


Populistische rechts-extremist Wilders “lust hoofddoekjes rauw”

Het onafhankelijke Kamerlid Geert Wilders spint garen bij de dood van Theo van Gogh. Zijn nieuwe conservatieve partij zou volgens sommige opiniepeilingen maar liefst 28 zetels kunnen halen en daarmee de op een na grootste partij worden. Hoewel er grote vraagtekens zijn te zetten bij resultaten van peilingen, is wel duidelijk dat Wilders met zijn rechts-extremistische standpunten over migranten en moslims op veel sympathie kan rekenen.

Wilders' politieke carrière begon in 1990 toen hij VVD-fractiemedewerker werd en speechwriter voor toenmalig fractievoorzitter Frits Bolkestein. In 1998 bemachtigde Wilders zelf een Kamerzetel. Hij maakte al snel furore met zijn pleidooi voor een strenger WAO-beleid. Arbeidsongeschikten met een psychische aandoening moesten wat hem betreft de WAO uitgegooid worden. Ook werknemers met een arbeidsverleden korter dan 5 jaar mochten van Wilders geen WAO meer krijgen. Veel Kamerleden en ook de vakbonden noemden zijn plannen “asociaal”. Op zijn beurt liet Wilders weten “een gruwelijke hekel aan links” te hebben. Als links aan de macht zou komen, zouden volgens hem de uitkeringen worden verhoogd en “asielzoekers in paleizen worden gehuisvest“.

Echt naam maakte Wilders de laatste jaren door zijn kruistocht tegen de islam. Zo beweerde hij dat “onze eigen cultuur in het gedrang komt door de meer dan een miljoen moslims in ons land”. Medio 2003 erkende hij overigens nog nooit een Nederlandse moskee van binnen te hebben gezien. Om de islam tegen te gaan zou Nederland volgens hem “zwaar op de rem moeten gaan staan bij het toelaten van vreemdelingen. We moeten niet bang zijn voor quotering, selectie op leeftijd en strengere inkomenseisen.” Ook pleitte hij voor een nog strengere inburgering. “Ik zou willen dat iedereen die na een veel zwaardere test dan nu Nederlander wordt, met tranen in zijn ogen en de hand op de borst voor de Nederlandse vlag het volkslied opdreunt.” Ook “criminele Marokkanen” moeten het ontgelden. “Als ze niet willen deugen, stop ze dan maar in een kampement. Laat ze maar een paar jaar dwangarbeid doen.“

Holbewoners

In februari 2004 gaf Wilders in een interview (1) Pim Fortuyn gelijk met zijn uitspraken over “de achterlijke cultuur” van moslims. “Waarom durven wij niet te zeggen dat moslims zich aan ons moeten aanpassen, omdat onze normen en waarden nu eenmaal van een hoger, beter, prettiger en humaner beschavingsniveau zijn? Niks integratie, assimilatie! Thuis lopen ze maar met hoofddoekjes op en slachten ze hun schapen, daarbuiten gedragen ze zich als ieder ander.” Als hij minister was, zou hij meteen een verbod op hoofddoekjes invoeren. “En laat daarna de hoofddoekjes maar wapperen op het Malieveld. Ik lust ze rauw.” Imams die “zo ongeveer tot een heilige oorlog oproepen moeten per direct teruggestuurd kunnen worden naar hun hol in Saudi-Arabië, of weet ik veel waar”. Rassenrellen kon hij billijken: “Mocht het ooit tot rassenrellen komen, wat ik dus echt niet wil, dan hoeft daarvan niet bij voorbaat een negatieve werking uit te gaan.”

Op 2 juli presenteerde Wilders samen met collega VVD-Kamerlid Gert-Jan Oplaat een manifest met 10 stellingen, genaamd “Recht(s) op je doel af”. Daarmee wilden ze de VVD nog verder naar rechts sturen. In hun manifest schreven ze dat Turkije nooit lid mag worden van de EU omdat het een islamitisch land is. Ook wilden ze de maximumsnelheid verhogen, de ontwikkelingshulp halveren en radicale imams zonder pardon het land uitzetten. Verder pleitten ze voor het principe van “three strikes you’re out”, waarbij wetsovertreders na drie misdrijven levenslang krijgen. Wilders en Oplaat wilden verder dat migranten die niet snel genoeg integreren “gedenaturaliseerd” en het land uitgezet worden.

Het manifest schoot een groot deel van de VVD-fractie in het verkeerde keelgat. Men vond het namelijk te extreem en accepteerde niet dat Wilders inging tegen de partijlijn, en zeker niet op het punt van de toetreding van Turkije tot de EU. Daarbij stoorde een aantal fractieleden zich al langer aan zijn onbehouwen opvattingen. Ze konden ook niet verkroppen dat ze steeds meer in zijn schaduw moesten opereren. De bom barstte en Wilders verliet op 2 september de VVD. Hij ging verder als onafhankelijk Kamerlid. Voormalig fractievoorzitter Ed Nijpels treurde daar niet om. Volgens hem streefde Wilders naar “een extreem-rechtse partij, zoals Janmaat heeft gehad”. “Kiezers winnen is geen legitimatie om abjecte standpunten in te nemen. Dit tien-puntenplan is rabiaat rechts”, aldus Nijpels, wiens partij zelf overigens ook niet vies is van stevig rechtse standpunten om kiezers te winnen.

Grenzen dicht

Na zijn vertrek deed Wilders er nog een schepje bovenop. Hij kwam met het verhaal (2) dat de rechtse partijen “het laten afweten bij een stevige beperking van de immigratie en het bevorderen van de integratie. Ook hun aanpak van de problemen met veiligheid en criminaliteit is ver onder de maat”. Volgens Wilders kon niet ontkend worden “dat Nederland de grenzen van zijn gastvrijheid voor met name niet-westerse allochtonen, vooral van islamitische afkomst, al ruimschoots heeft overschreden”. Nederland zou “voller dan vol” zijn. Hij pleitte dan ook voor “een totale stop van 5 jaar voor gezinsvorming- en hereniging van niet-westerse allochtonen” en “de introductie van een quotum voor asielaanvragen van hooguit een paar duizend per jaar”. Ook zouden Nederlandse “criminele allochtonen na het uitzitten van hun straf hun verblijfsvergunning kwijt moeten raken en het land moeten worden uitgezet”.

Op 4 november, twee dagen na de dood van Van Gogh, kondigde Wilders aan dat hij een nieuwe conservatieve partij ging oprichten samen met Bart Jan Spruyt, de directeur van de conservatieve Edmund Burke-stichting.(3) Spruyt had een politiek programma geschreven dat gretig door Wilders omarmd werd. Volgens dat programma moeten moslims uitgesloten worden van grondwettelijke burgerrechten als de vrijheid om eigen scholen en verenigingen op te richten. De islam is volgens Wilders en Spruyt onverenigbaar met “de Nederlandse cultuur” en “de democratische rechtsstaat”. Steeds meer moslima’s zouden namelijk hoofddoekjes dragen als afwijzing van het westen en de islam zou met zijn “torenhoge minaretten in Rotterdam” zelfs imperialistisch zijn. Om “de islamisering van de Nederlandse cultuur” tegen te gaan bepleit Spruyt een migratiestop. Van hem moet iedere niet-ingeburgerde migrant het land uit. “Je past je aan, of je hoepelt op”, zegt hij. Ook meent Spruyt dat het aantal rijken niet toeneemt en dat Nederland dus zou “verpauperen”. De nieuwe partij wil daarom de belastingen en het minimumloon verlagen.

Spruyts samenwerking met Wilders bracht de Burke-stichting in een crisis. Bijna alle leden van het comité van aanbeveling vertrokken, zoals ChristenUnie-senator Van Middelkoop, voormalig CDA-Kamerlid Hillen en oud-premier Van Agt. De stichting zou zich volgens hen niet in moeten laten met een bepaalde politieke partij. Van Agt, zelf ook van rechtse huize, noemde Wilders uitlatingen “reactionair, xenofobisch en te militant”.

Racisme

In juli 2004 had oud-politicus Marcel van Dam Wilders ook al eens vergeleken met Janmaat, de inmiddels overleden leider van de Centrum Democraten. Wilders klaagde daarover. Hij zou “voortdurend gestigmatiseerd worden door de linkse intelligentsia”. Maar dat heeft Wilders over zichzelf afgeroepen. Zijn opvattingen liegen er immers niet om. In zijn ogen zijn migranten, moslims en links verantwoordelijk voor al het leed in de wereld. Hij scheert mensen over een kam, zet bevolkingsgroepen tegen elkaar op en discrimineert op basis van afkomst en godsdienst door “niet-westerse vreemdelingen” en moslims te willen weren. Het gaat hem dus niet om kritiek op moslimfundamentalisme, maar om strijd tegen de islam als geheel en aversie tegen alle “niet-westerse vreemdelingen”. Dat is extreem-rechts en daarmee hoort Wilders in het rijtje Janmaat, Haider, Fini, Dewinter en Le Pen.

Het is opmerkelijk dat Wilders' opvattingen op grote steun onder de Nederlandse bevolking kunnen rekenen. Nederland heeft immers al het meest rechtse kabinet sinds jaren. De huidige regering snijdt rigoureus in de verzorgingsstaat en voert het meest restrictieve vluchtelingen- en migrantenbeleid sinds mensenheugenis. Zo kregen in 2002 slechts 103 vluchtelingen een A-status wegens erkenning als politiek vluchteling. Dat was een schamele 0,55 procent op het totaal van 18.667 asielaanvragen. Over de eerste 8 maanden van 2004 zijn er slechts 6.300 asielaanvragen in behandeling genomen, terwijl dat er in 2000 nog 43.895 waren. Ook op Europees niveau loopt Nederland voorop met het weren en het uitsluiten van vluchtelingen en migranten. En al jaren is er in de politiek en de media een racistische hetze gaande tegen migranten en moslims onder het mom van “de vrijheid van meningsuiting”. Maar gezien Wilders' populariteit gaat dit een flink gedeelte van de bevolking allemaal nog niet ver genoeg.

Kapers op de kust

Er zijn ook andere publieke figuren die dat zogenaamde “gat op rechts” willen opvullen. Zo overweegt de populaire crime-fighter en journalist Peter R. de Vries een partij op te richten. Die zou volgens sommige peilingen op heel wat zetels kunnen rekenen. Hoewel De Vries hard is op het thema “veiligheid”, toont hij zich op andere gebieden weer wat gematigder. Hij keert zich bijvoorbeeld tegen bezuinigingen op de reclassering en is voor liberalisering van het drugsbeleid. Een andere mogelijke kaper op de kust is Leefbaar Rotterdam-wethouder Marco Pastors. Die speelt al langer met het idee om de landelijke politiek in te gaan, maar misschien zal hij zijn heil bij Wilders zoeken. Ook de voormalige LPF-Kamerleden Joost Eerdmans en Hilbrand Nawijn lonken al enige tijd naar de gunsten van Wilders. Verder denkt Roel Pieper, internetinvesteerder en voormalig Philips-topmanager, ook nog na over het oprichten van een partij. Die was eerder in gesprek met Fortuyn en werd toen in de wandelgangen genoemd als kandidaat voor een LPF-ministerspost. Ook voormalig LPF-minister en notoir ruziemaker Herman Heinsbroek sluit niet uit dat hij een nieuwe partij zal oprichten.

Wilders zal het nog knap lastig krijgen om capabele mensen te vinden om mee samen te werken en om op zijn kieslijst te zetten. Misschien zal Wilders' partij hetzelfde lot beschoren zijn als de LPF. Daar vochten allerlei charlatans, baantjesjagers en extreem-rechts gespuis elkaar de tent uit. Wilders' succes hangt ook af van het CDA en de VVD. Die zouden onder druk van de opiniepeilingen nog verder naar rechts kunnen gaan opschuiven om zo het gras voor Wilders' voeten weg te maaien. De VVD draait daar zijn hand niet voor om. Eind november vroeg fractievoorzitter Van Aartsen Wilders alweer om terug te keren bij de partij die hem eerder nog te “rabiaat rechts” achtte. Wilders zal de komende tijd in ieder geval een belangrijke rol spelen bij de verrechtsing van de politiek. Het is mede aan links en anti-fascistisch Nederland om die ontwikkeling te keren.

Noten:

Terug