De Fabel van de illegaal 69, maart/april 2005

Auteur: Harry Westerink


Uit de illegaliteit

Traumatische ervaringen

Het gezin Jokanovic bestaat uit een vader, een moeder en twee jongens van 17 en 13 jaar. Ze zijn gevlucht uit voormalig Joegoslavië en leven al jaren in Nederland. Ze woonden in het asielzoekerscentrum aan de Rijnsburgerweg in Leiden. Maar anderhalf jaar geleden werden ze botweg op straat gezet, omdat hun asielaanvraag was afgewezen. Ze konden een tijd lang bij allerlei vrienden en landgenoten logeren. Ze moesten steeds naar een ander slaapadres en hadden nooit een eigen plek. Ook hadden ze lange tijd geen geld om een aanvraag te betalen voor een verblijfsvergunning wegens medische en humanitaire redenen.

De vader heeft ernstige psychische klachten. Hij lijdt aan een oorlogstrauma. Daarvoor werd hij verwezen naar een instelling die dat soort trauma’s normaal gesproken behandelt. Maar niets is normaal als je illegaal bent. De behandelaars stelden namelijk dat de traumabehandeling niet kon plaatsvinden, omdat de huidige overlevingsproblemen van de vader en de rest van het gezin te groot waren. In de medische sector wordt een patiënt soms niet geholpen wanneer de klachten te gering zouden zijn. Patiënten zonder verblijfsvergunning krijgen soms juist geen zorg omdat de problemen te groot zijn. Zo moest de vader dus met zijn oorlogstrauma blijven rondlopen en deed hij in het land van de administratieve apartheid nieuwe traumatische ervaringen op. Met veel moeite wist hij uiteindelijk toch nog een verblijfsvergunning aan te vragen, voor zichzelf en voor zijn twee kinderen. Maar niet voor zijn vrouw, want voor haar aanvraag kon het gezin geen geld meer lenen.

Begin 2005 zat de familie volledig aan de grond. Ze hadden geen enkele onderdakplek meer, zelfs niet voor een paar nachten. Het was winter en ze moesten buiten in de open lucht zien te overnachten. De kinderen konden niet meer naar school gaan, waardoor de oudste zoon zijn eindexamen dreigde te missen. De Fabel van de illegaal had bij Sociale Zaken van de gemeente Leiden inmiddels een IVV-uitkering aangevraagd, een lokale uitkering voor sommige mensen zonder verblijfsvergunning in "bijzondere schrijnende omstandigheden". De behandeling van deze aanvraag duurt meestal een paar maanden. Maar de nood van het gezin was zo hoog dat hulp snel moest komen. Dat liet De Fabel de gemeente keer op keer weten. Omdat een spoedige reactie uitbleef, nam een medewerker van De Fabel het gezin mee naar de hal van het stadhuis. Tegenover een ambtenaar werd duidelijk gemaakt dat het gezin in het stadhuis zou blijven, totdat de gemeente onderdak zou hebben gevonden. Het gezin kon immers nergens heen, en nood breekt wet. Toen konden de verantwoordelijken ineens wel snel een beslissing nemen. Het gezin kreeg wat leefgeld en ook woonruimte. De gemeente moet nu nog definitief beslissen op hun aanvraag voor een IVV-uitkering. En de IND moet deze mensen nu eindelijk eens een verblijfsvergunning gaan geven.

Jokanovic is een schuilnaam

Terug