De Fabel van de illegaal 70, mei/juni 2005

Auteur: Harry Westerink


Europese actiedag tegen illegalenbajessen

In het kader van de Europese actiedag “voor vrijheid van beweging en recht op verblijf” (1) is op 2 april 2005 ook in Nederland actie gevoerd,(2) tegen de twee bajesboten in de Rotterdamse Merwehaven en tegen kamp Zeist in Soesterberg. Daar zitten mensen zonder verblijfsvergunning opgesloten om gedeporteerd te worden. De overheid criminaliseert hen en smijt velen na een vaak maandenlang verblijf terug op straat.

Momenteel hebben bajessen overal in het land plaats voor in totaal 2.600 illegalen. Tien jaar geleden was dat nog de helft, 1.300. De bajesboten kunnen worden volgepropt met zo’n 760 illegalen. Vooral “vreemdelingen” van wie de politie de nationaliteit en de identiteit niet heeft kunnen vaststellen, worden er gevangen gezet. Het gaat dus nadrukkelijk niet om mensen die een strafbaar feit hebben begaan. Door “de capaciteit” van de boten komen er cellen vrij in andere bajessen, die gebruikt worden om “veelplegers” op te sluiten, aldus het ministerie van Justitie.

De eerste bajesboot werd geopend in september 2004, de tweede in januari 2005. De omstandigheden op de boten zijn voor de gevangenen bijzonder zwaar. Ze mogen maar 5 uur per dag uit hun cel, die ze met z’n vieren delen. Een uur per dag worden ze gelucht, in kooien op de kade. Om 12:00 uur krijgen ze catering-eten voor de komende 24 uur. Ze mogen geen post versturen. Er vinden geen activiteiten plaats en er is geen bibliotheek of winkel. Officieel mogen gevangenen maximaal 120 dagen worden opgesloten, maar die termijn wordt vaak overschreden. Een paar keer wisten gevangenen te ontsnappen.

Schoon schip

In zijn toespraak bij de ingebruikneming van de eerste boot roemde minister van Justitie Donner de lage kosten van deze vorm van detentie: “de dagprijs bedraagt tweederde van de dagprijs in het reguliere gevangeniswezen”. Hij sprak verder over “cellentekort” en “veiligheid in de samenleving”. Net als al zijn voorgangers sinds begin jaren 90, koppelt Donner illegaliteit steevast aan criminaliteit. “Illegaal zijn” komt zo gelijk te staan aan “crimineel zijn”, waardoor harder beleid als vanzelf lijkt gerechtvaardigd. “Het is algemeen bekend”, aldus Donner in zijn toespraak, “dat de heer Opstelten en zijn gemeentebestuur al jaren hard werken om in Rotterdam schoon schip te maken. Vanuit Den Haag volgen wij de strijd tegen de criminaliteit en de verloedering in Rotterdam nauwlettend. En wij proberen, net als bij de andere grote steden in het land, waar mogelijk steun te bieden en een duwtje in de rug te geven.” Rotterdam als proefterrein van rechts-populistisch beleid in het post-Fortuyn-tijdperk.

In tegenstelling tot wat Justitie beweert, zitten op de boten ook afgewezen vluchtelingen vast. Zoals een Congolees die in 1993 asiel aanvroeg en sinds 2002 suikerpatiënt is. Hij zat lange tijd op de boot opgesloten. Men weigerde hem zijn speciale dieet waardoor hij ernstig ziek werd. Sinds oktober 2004 is echter al duidelijk dat de Congolese autoriteiten geen enkele afgewezen vluchteling meer terugnemen, uit protest tegen de vernederende behandeling van uitgeprocedeerde Congolezen door de Nederlandse overheid.

Zelfmoord

Kamp Zeist heeft sinds september 2003 90 cellen voor vrouwen zonder verblijfsvergunning. Sinds januari 2004 worden er ook illegale mannen gevangen gehouden. Ook in deze bajes zijn de omstandigheden ronduit slecht. De gevangenen zitten enkele maanden tot ruim een jaar vast met 6 mensen in een cel van 10 bij 10 meter. Van 17:00 uur tot 8:00 uur mogen ze de cel niet uit, ’s woensdags zelfs de hele dag niet. Het luchten is beperkt tot een uur per dag, in een grote ijzeren kooi. Er is geen juridisch spreekuur en de medische zorg is allerbelabberdst. Ongeacht de ernst van de klacht moeten de gevangenen 3 dagen wachten op een verpleegkundige. Een arts krijgen ze al helemaal niet te zien. De klachten worden “standaard” behandeld met paracetamol.

De gevangenen mogen niet op de grond zitten en niet tegen een raam leunen. Na 9:00 uur mogen ze wel op bed liggen, maar niet onder de dekens. Van dit soort “overtredingen” wordt meteen een rapport opgemaakt. Na 3 rapporten en een gesprek met de directeur worden de gevangenen bij een volgende “overtreding” in de isoleercel gegooid. “Er probeert hier elke dag wel een vrouw zelfmoord te plegen. Maar dan wordt ze in de isoleercel gezet en daarna probeert ze het nooit meer, omdat ze niet meer terug naar de isoleer wil. Het is daar zo verschrikkelijk, de muren komen op je af”, aldus een vrijgekomen vrouw die een half jaar vast zat in het kamp.

Noten

Terug