De Fabel van de illegaal 73, najaar 2005
Auteur: Harry Westerink
Dwarsligger
Onderdak
De vluchtelingen hebben geen onderdak
en de huizen staan leeg.
De vluchtelingen hebben geen onderdak,
zwerven rond
en de huizen staan leeg.
De vluchtelingen hebben geen onderdak,
zwerven rond,
eten uit vuilnisbakken
en de huizen staan leeg.
De vluchtelingen hebben geen onderdak,
zwerven rond,
eten uit vuilnisbakken,
worden opgepakt door de politie,
opgesloten in de uitzetgevangenis,
in de isoleercel gegooid
en de huizen staan leeg.
De vluchtelingen hebben onderdak in de gevangenis,
worden na een paar maanden weer op straat gesmeten,
zwerven rond,
eten uit vuilnisbakken
en de huizen staan leeg.
De vluchtelingen hebben geen onderdak
en de huizen staan leeg.
De vluchtelingen hebben onderdak,
want één huis staat niet meer leeg.
Eén huis is gekraakt,
twee huizen zijn gekraakt,
vijf huizen zijn gekraakt en in gebruik genomen
door vluchtelingen die geen onderdak hadden.
Eén huis wordt bewoonbaar gemaakt,
twee huizen worden opgeknapt,
vijf huizen vormen een veiliger plek om te overnachten
dan de goot en de stoeprand en de portiek en het park.
De vluchtelingen hebben onderdak,
krijgen goed te eten,
vinden werk,
kunnen hun kinderen naar school laten gaan,
durven weer te denken aan een betere toekomst,
mogen opnieuw hopen op een leven van voorspoed en vrijheid.
De vluchtelingen hebben onderdak.
De vluchtelingen hebben geen onderdak,
want hun huis staat weer leeg.
De vluchtelingen hebben geen onderdak,
want hun gekraakte huis is van de gemeente
en de burgemeester heeft het huis laten ontruimen,
hoewel de gemeenteraad zegt:
"De vluchtelingen hebben geen onderdak
en de huizen staan leeg."
Maar de burgemeester en de politie
en de ambtenaar en de minister verklaren:
"De huizen moeten leeg en moeten leeg blijven,
want de vluchtelingen mogen van de regering geen onderdak hebben."
Ze mogen geen valse hoop krijgen op een beter leven voor de dood,
maar ze mogen wel hele grote valse hopen wanhoop ontvangen,
liefst zoveel wanhoop
en zulke harde schoppen onder hun kont
dat ze wel moeten vertrekken
uit het land met de lege huizen en de dakloze vluchtelingen
die niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst.
De vluchtelingen belanden weer op straat
en tussen de wal en het schip.
De huizen staan weer leeg
en de vluchtelingen hebben geen onderdak.