De Fabel van de illegaal 76, mei/juni 2006

Auteur: Harry Westerink


Dwarsligger

De dag zal komen

Er moet toch een dag komen
dat het besef doorbreekt dat verzet noodzaak is,
bestaansvoorwaarde, levensbehoefte,
verlangen, hartstocht, adem.
Ooit is zo'n dag voor de tallozen gekomen
die maar wat zaten te kletsen en liepen rond te lummelen
en hun tijd verspilden en niets anders te doen hadden
dan te wachten op de dood.
Die dag is gekomen en die dag komt elke dag,
wanneer je 's morgens in je ogen wrijft,
je uitrekt en door je haar strijkt
en voorgoed wakker bent geworden en zal blijven,
volkomen helder in wat je te doen staat,
de rest van je leven.

Er moet een tijd aanbreken
dat we zullen begrijpen dat er meer moet gebeuren
dan er zuchtend en steunend het beste van te hopen
en er met z'n allen maar wat van te maken,
alsof we ons hebben neergelegd bij het onvermijdelijke verlies,
alsof we de strijd al tevergeefs hebben gestreden
voordat die goed en wel is aangegaan.
We kunnen jammeren en we kunnen zeuren
en we kunnen klagen over het ongeluk dat ons is overkomen
of over de onwil van anderen om de schouders eronder te zetten
of over het noodlot of desnoods over het noodweer
dat ons overviel toen we de weg kwijtraakten.
Maar we kunnen niet meer in de spiegel kijken
als we het er maar bij laten zitten,
omdat de wereld nu eenmaal zo in elkaar steekt
en het onze tijd wel zal duren
en ze toch niet op ons zitten te wachten
en we geen zin meer hebben om die moeite nog te doen.
En we zullen moeten zwijgen
als ons jaren later de vraag wordt gesteld:
"Wat deden jullie toen ze in jullie land op mensen jaagden,
hun zieken lieten sterven,
hun huizen in de fik staken
en hun kinderen deporteerden?"

Er moet vroeger of later toch ergens een haan kraaien
en ooit moet het uur van de waarheid gaan slaan,
wanneer men in de smiezen krijgt dat men wordt bedonderd
en zoetgehouden en beduveld en over de bol geaaid,
zo lang men maar braaf naar boven blijft likken
en op bevel of uit gewoonte naar onderen blijft trappen.
Willen we geen geloof meer hechten aan de goede god
tot wie men bidt,
willen we geen woord meer geloven van de linke leiders
op wie men stemt,
dan zullen we voor nu en voor altijd een opstand moeten ontketenen
in onze harten, huizen, haarden,
in onze handel en wandel,
in het hele hebben en houden van de bazen en bovenbazen.
Verzet is niet: "Ik heb toch even niets anders te doen"
of: "Het is een nuttige investering voor mijn toekomst"
of: "Ik beschouw die politieke periode van vroeger
nog steeds als hele boeiende jaren".
Verzet is geen luxe, geen hobby en geen wanhoopsdaad
tegen beter weten in,
maar een keuze voor het leven, overleven, voortleven,
een kans op ontkiemen, ontluiken, groeien en bloeien
tegen de verdrukking in.

Terug