De Fabel van de illegaal 77/78, zomer 2006

Auteurs: Ellen de Waard en Harry Westerink


Uit de illegaliteit

Vijftien maanden gevangen op de Rotterdamse bajesboot

Eind maart 2006 ontstond er enige ophef over de miserabele situatie van mensen zonder papieren op de Rotterdamse bajesboten. Daarop stelde minister van Justitie Donner een onderzoek in. Op de boten is van alles mis, maar er zijn geen structurele misstanden, luidde de paradoxale conclusie in het inspectierapport. Fabel-spreekuurbezoeker Karim werd na 15 maanden opsluiting op de boten weer op straat gezet. Een interview over zijn ervaringen.

Actie bij de Rotterdamse bajesboten
Karim woont en werkt al 15 jaar in Leiden. Zijn leven is de laatste jaren door de repressie steeds moeilijker geworden. Hij merkt dat bazen illegale arbeiders niet meer willen aannemen vanwege de forse boetes. De jacht op illegalen wordt nog intensiever, nu de overheid werkt aan nieuwe uitzetgevangenissen in Zaanstad,(1) Dordrecht en Alphen aan den Rijn.(2) Eenmaal gevangen mogen de illegalen zo weinig mogelijk kosten, en daarom bezuinigt men op de kwaliteit van het eten, de rechtsbescherming, de medische zorg, het personeel, de activiteiten voor de gevangenen en de brandveiligheid. Tegen de bajesboten "Reno" en "Bibby Stockholm", die sinds 2004 in de Rotterdamse Merwehaven liggen, is al vaak actie gevoerd.(3) Vrij Nederland-journalist Robert van de Griend werkte er een tijdlang undercover als bewaker. Uit zijn artikelen (4) blijkt dat de overheid nog steeds een loopje neemt met mensenlevens, ondanks de verschrikkelijke brand in de uitzetgevangenis Schiphol-Oost in 2005.(5)

De vreemdelingenpolitie pakte Karim eind 2004 op nadat zijn eigen advocaat hem verlinkte en de politie vertelde waar hij was. Toen hij op het politiebureau vastzat, toonde men hem zelfs zijn volledige dossier. Dat behoorde natuurlijk op het kantoor van zijn advocaat te liggen. Maar die bleek dus alle vertrouwelijke informatie over Karim te hebben doorgegeven. "Zo wist de politie alles over mij, wat bijzonder schadelijk voor me was", aldus Karim, die terecht woedend is op zijn advocaat. Die staat ook bij andere mensen zonder papieren slecht aangeschreven.

Tyfus

Vergeleken met de andere gevangenissen waar hij vastzat, zijn de bajesboten volgens Karim het ergst. "Er zijn geen activiteiten, alleen een recreatieruimte met wat stoelen, tv en tafelvoetbal. Er is geen normale winkel, alleen automaten met sigaretten, chips, frisdranken en blikvoedsel. De uiterste verkoopdatum is regelmatig verstreken. Eén keer per dag krijg je een half brood met beleg en een smakeloze maaltijd die je zelf in de magnetron moet opwarmen. Daarnaast krijg je koffiezakjes en per week een afgepaste hoeveelheid suiker. Er zijn maar twee telefoons waar 72 mensen tegelijk gebruik van moeten maken. Om de 24 uur word je één uur gelucht, zonder schuilplek bij regen. De twee-, vier- en zespersoonscellen zijn klein en benauwd."

Volgens Van de Griend spreken de bewakers onderling aan één stuk door onverschillig en smalend over de gevangenen. Hun wanhoopskreten en afwijkend gedrag worden afgedaan als aandachttrekkerij en aanstellerij. Meerdere bewakers verklaarden tot extreem gewelddadig gedrag te zullen overgaan als gevangenen problemen zouden maken. Men maakt ook regelmatig opmerkingen als "Ik sla ze helemaal de tyfus". Het inspectierapport stelt doodleuk dat zoiets "gespeelde onverschilligheid" is. De bewakers zouden "enthousiast en respectvol" zijn en de gevangenen zouden de bejegening "prima" vinden.

Karim ziet dat anders: "Je hebt goede en slechte mensen onder de bewakers. Je wordt beter behandeld naarmate je jezelf beter verstaanbaar kunt maken. Omdat ik goed Nederlands spreek, tolkte ik vaak voor medegevangenen en richtte ik me tot de bewakers. Er is veel wisseling van personeel. Nieuwe bewakers kennen de regels en de rechten van de gevangenen niet goed. Daar wees ik hen op. Sommigen vonden me te mondig en te lastig. Daarom ben ik twee keer voor 6 dagen in de isoleercel gegooid. Dat doet men ook met mensen die hongerstaken, zichzelf verwonden of hun cel in brand steken. Allemaal wanhopigen die men wegstopt, wegmaakt." Een paar keer besprak Karim met het afdelingshoofd en de Commissie van Toezicht enkele klachten van de gevangenen. "Men luisterde beleefd, maar er veranderde niets." Het inspectierapport erkent dat de klachtmogelijkheid weinig bekend is en dat de afhandeling moeizaam verloopt.

Doordraaien

De medische zorg is een groot knelpunt op de boten. "Een Chinese man die geen Nederlands sprak, kreeg niet de vereiste medische hulp en overleed daardoor. Een psychiater komt alleen op afroep en iedere keer is het een andere. Als je medicijnen nodig hebt, duurt het uren voor je die krijgt, zelfs als het om paracetamol gaat. Ook als je in de isoleercel zit. Ik had zelf darmproblemen. Na 40 dagen pijn werd ik uiteindelijk naar het ziekenhuis gebracht", aldus Karim. Het inspectierapport onderschrijft deze kritiek. De communicatie tussen bewakers en gevangenen is summier en oppervlakkig. Door de voortdurende personeelswisselingen is er weinig continuïteit in de zorg. Ernstige psychische en andere medische problemen worden onvoldoende onderkend en behandeld.

De dominee, de pastor en de imam zijn bezorgd over het beleid en stellen dat veel gevangenen een "apathische, depressieve, moedeloze of gespannen indruk maken". Er is geen daginvulling, waardoor ze doelloos rondhangen in deprimerende ruimten en zich moeilijk kunnen uiten. De verblijfsduur verergert de klachten. Het inspectierapport moet dan ook toegeven dat de beoogde duur van 2 tot 3 maanden ruimschoots wordt overschreden. Zo'n 13 procent van de gevangenen zit langer dan 6 maanden gevangen, sommigen meer dan een jaar. Hoe langer het verblijf, hoe groter het verzet en hoe groter ook het risico dat de gevangenen psychisch doordraaien.

Deportatie

Om deportatie te vergemakkelijken werken er op de boten ook "terugkeerfunctionarissen". Karim werd één keer per maand verhoord. "Iedere keer dezelfde vragen: "Waar kom je vandaan en ga je meewerken aan terugkeer?" Je wordt voorgeleid aan het consulaat of de ambassade van het land waarvan men denkt dat je vandaan komt. Dat overkwam me meerdere keren. Men wil je identiteit en nationaliteit vaststellen, zodat er een reisdocument kan worden afgegeven. Ze proberen je daarmee gek te maken, maar ik ben sterk in mijn hoofd. Als je 'vrijwillig' terug wilt gaan, dan krijg je een gesprek met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM),(6) die één keer per week op kantoor is. In 15 maanden heb ik maar drie keer meegemaakt dat een gevangene instemde met terugkeer. Anderen worden gedeporteerd. Dat krijg je maar een half uur vantevoren te horen, zodat je niet teveel stennis meer kunt gaan schoppen. Meestal word je 's nachts afgevoerd." Volgens cijfers van de bajesboten zelf wordt zo'n 65 procent van de gevangenen gedeporteerd en de rest op straat gedumpt. Het inspectierapport heeft alleen onderzocht of wat er zich afspeelt op de boten, valt binnen de kaders van het sobere regime dat voor uitzetgevangenissen geldt. Het sobere regime zelf staat niet ter discussie.

Na zijn vrijlating, bleken zijn in Leiden achtergebleven spullen te zijn weggegooid. Hij had alleen nog maar de kleren die hij droeg. Karim slaapt nu in een loods en doucht her en der. Hij wil heel graag een verblijfsvergunning, zodat hij eindelijk normaal kan gaan werken. Het overheidsbeleid heeft van hem een "draaideur-illegaal" gemaakt. Men wil hem kapot maken door hem steeds opnieuw op te pakken en na maandenlange opsluiting weer op straat te gooien. Opvallend is dat Karim in de zware overlevingsstrijd zijn redelijkheid en vriendelijkheid heeft behouden. Hij doet momenteel onbetaalde arbeid voor mensen die ook veel problemen hebben. Zo voelt hij zich nuttig voor de samenleving en kan hij ook nog een hapje mee-eten, want hij heeft helemaal geen inkomen.

Karim is een schuilnaam.

Noten

Terug