De Fabel van de illegaal 82/83, voorjaar 2007

Auteur: Jelle van Buuren


Varende afschrikking

De Europese Commissie wil mobiele teams inzetten om vluchtelingen op weg naar de EU al voor de grens tegen te houden. Dat is in strijd met internationale verdragen.


De Canarische eilanden vormden in de zomer van 2006 de hot spot van het Europese immigratie- en asielbeleid. Tienduizenden immigranten waagden vanaf West-Afrikaanse landen als Senegal de oversteek naar de Canarische eilanden, de Spaanse buitenpost voor de Afrikaanse kust. Velen brachten het er niet levend vanaf, anderen haalden het gedroomde Europa wel en werden in geïmproviseerde kampen gestopt. Dat kan natuurlijk niet, vonden de Europese leiders. De Europese Commissie stelde daarom voor om "Rapid Border Intervention Teams" op te richten. Die mobiele teams moeten straks uitrukken als een lidstaat meent bedolven te raken onder vluchtelingen. Ze moeten ook bij voorkeur zo ver mogelijk van de Europese grenzen af opereren. Zoals die zomer al werd gedaan rond de Canarische eilanden. Europese boten patrouilleerden in de territoriale wateren van de West-Afrikaanse landen, zoals ze ook al patrouilleren voor de Noord-Afrikaanse kust. Dat heeft in Europese ogen een groot voordeel: een immigrant die pakweg voor de kust van Senegal of Libië wordt opgepakt, kan geen asiel aanvragen. Volgens het Vluchtelingenverdrag mag dat immers alleen buiten de eigen landsgrenzen.

Toetsing

Helaas voor de Europese leiders zijn immigratiedeskundigen het daar van harte mee oneens. Want het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en het VN-verdrag over politieke en burgerlijke rechten verplichten staten om nooit iemand terug te zenden naar een land waar zijn veiligheid niet gewaarborgd is. En om na te kunnen gaan of dat het geval is, is een individuele toetsing noodzakelijk - precies de individuele toetsing waar de Europese landen zo graag onderuit willen komen. De deskundigen stelden ook dat de kans aanzienlijk is dat tussen de migranten ook mensen zitten die afkomstig zijn uit andere landen, Pakistanen bijvoorbeeld. Die zijn dus wel degelijk buiten het eigen land, en hebben dus recht op een individuele asieltoets. Kortom: de snelle interventieteams vormen een potentiële schending van het internationale recht.

Slecht nieuws voor de Europese Commissie. Maar de kans dat het voorstel de prullenbak ingaat is klein. Want over dit soort juridische tegenwerpingen wordt in eerste instantie politiek beslist. En het internationale recht mag zich alleen in de warme belangstelling van Europa verheugen als het geen bedreiging vormt voor de eigen beleidsdoelstellingen. Schending van het internationale recht kan daarbij alleen aangetoond worden voor een rechter, als bijvoorbeeld een Pakistaan die in de Afrikaanse wateren is afgestopt, zijn beklag doet bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Die kans is te verwaarlozen.

Kinderschoenen

Bovendien vormt de aanpak van de Europese Commissie het hart van het beoogde Europese asielbeleid. Vluchtelingen moeten bij voorkeur niet de Europese bodem bereiken, maar onderweg al worden tegengehouden door grensteams die door de EU zijn opgeleid. In ruil voor een zak geld moeten derde landen grenswachtertje spelen voor de unie. Wie asiel zoekt, moet dat dáár dan maar doen. Niet in de EU. Want "wij" hebben al zoveel problemen. Opvang in eigen regio wordt dat genoemd. Juridisch en beleidsmatig staat dat model nog in de kinderschoenen. Maar dat verhindert de EU niet om alvast interventieteams de zee op te jagen om in praktijk precies het gewenste resultaat te bereiken.

Terug