De Fabel van de illegaal 85/86, zomer 2007
Auteur: Harry Westerink
Uit de illegaliteit
Verlinkt, opgepakt, vrijgelaten en nog steeds op de vlucht
De 19-jarige Fatma Abdulhamid vluchtte in 2006 naar Nederland. Ze vroeg asiel aan omdat ze in Soedan was ontvoerd en verkracht door mensen die haar vader hadden vermoord en ook haar dreigden te doden. Ze werd 40 dagen gevangen gehouden, maar wist te ontsnappen. Net als bij vrijwel alle andere vluchtelingen, geloofde de IND haar verhaal niet. Ze zou uit een andere regio afkomstig zijn dan ze had verteld. Zo werd ze tot leugenaar gemaakt. Binnen een paar dagen werd haar aanvraag via de versnelde aanmeldcentrum-procedure afgewezen. Ze kwam illegaal op straat te staan.
Leeghoofd met op de achtergrond het districtsbureau van de politie in Gouda
|
Toen kwam ze in contact met een Soedanese man. Ze ging een relatie met hem aan, trok bij hem in en werd zwanger. Ze wilden voor haar een verblijfsvergunning aanvragen. Maar daar kwam zij niet voor in aanmerking omdat hij niet voldeed aan de strenge inkomenseisen. Hij had namelijk slechts een bijstandsuitkering. Het beleid rond huwelijksmigratie discrimineert zo armere mensen. Dat leidde ertoe dat ze illegaal moest blijven en geen normaal familieleven kon opbouwen. Toen ze 4 maanden zwanger was, werd ze tot overmaat van ramp ook nog eens verlinkt. Na een tip van een anonieme klikspaan viel de Leidse vreemdelingenpolitie in april 2007 hun woning binnen, op zoek naar Fatma. De politie hield haar aan, nam in de woning foto's en gaf haar man een vodje papier met het telefoonnummer van het politiebureau in Gouda. Daar zou ze in verband met cellentekort worden heengebracht en opgesloten. Overstuur bezocht haar man dezelfde dag nog het spreekuur van De Fabel van de illegaal.
De Fabel nam contact op met de Goudse politie om na te gaan of Fatma wel een advocaat toegewezen had gekregen. Een arrogante agent beweerde dat de Goudse politie niets met de zaak te maken had. Tegelijk erkende hij wel dat ze inderdaad in het Goudse bureau werd vastgehouden. Later werd ze naar een uitzetgevangenis overgebracht. Daar mocht haar man haar bezoeken. Hij vertelde De Fabel later dat ze doodsbang was. De politie-inval vormde een nog ingrijpendere schending van het recht op familieleven. De vrouw was niet alleen rechteloos gemaakt, maar werd nu zelfs feitelijk gescheiden van haar man, met een kind op komst. Ze dreigde als alleenstaande zwangere vrouw te worden uitgezet naar haar levensgevaarlijke land van herkomst.
Gelukkig bleek ze een goede advocaat te hebben gekregen. Die wist voor elkaar te krijgen dat de rechter haar na een paar weken weer vrij liet, tot grote verrassing van haar man en de Fabel-medewerkers. Ze ging weer naar huis, maar Fatma en haar man voelden zich nog onveiliger dan voorheen. Fatma blijft immers illegaal en is nu bekend bij de politie. Ze zijn daarom inmiddels verhuisd. Na haar vlucht uit Soedan is Fatma nu opnieuw op de vlucht, dit keer voor de haar onbekende mensen die haar hebben verlinkt bij de politie.
Fatma Abdulhamid is een schuilnaam
Terug