De Fabel van de illegaal 85/86, zomer 2007

Auteur: Bektas Ugural


Uit de legaliteit

Migranten staan onder grote druk

Auto in brand bij Parijse rellen in 2005
Via mijn werk kom ik veel in aanraking met het persoonlijke leed dat veroorzaakt wordt door de steeds harder wordende overheid. Het verslechterende politieke klimaat is terug te zien in het dagelijkse leven en de gezichten van migranten. Neem Ahmet, die na lang gewerkt te hebben op latere leeftijd werkloos wordt. Het besef dat de kans op een nieuwe baan miniem is, weerhoudt hem er niet van om telkens weer te solliciteren, ook al wordt hij keer op keer afgewezen. Of neem Hasan, die inmiddels gepensioneerd is en rustig verder wil leven, meestal in het land waar hij zijn werkzame jaren heeft versleten, maar ook af en toe een tijdje in het land waar hij vandaan komt. Iedere keer moet hij weer bij Sociale Zaken verantwoording afleggen omdat zijn pensioentje niet voldoende is om van rond te komen. Dagelijks worden oude migranten geconfronteerd met een papieren rompslomp. Door hun gevoel van onbehagen denken ze: “Vroeger hadden ze ons nodig, nu niet meer, en daarom willen ze ons zo veel mogelijk irriteren zodat we vanzelf weer weggaan.” Ik ga daar vaak tegenin en probeer die retoriek van “wij” en “zij” te doorbreken, maar ik merk dat de vervreemding van de gewone man op straat met de dag toeneemt. Het is een proces dat zijn eigen weg lijkt te volgen.

Nederland was ooit een land waar ik me zeer op mijn gemak voelde. Als ik in Duitsland was, wilde ik eigenlijk zo snel mogelijk weer terug naar mijn zo vriendelijke en altijd groetende medelanders. Als ik op vakantie was geweest naar mijn vaderland en op Schiphol arriveerde, voelde ik van binnenuit een hele opluchting naar boven komen. Wat was in Nederland alles toch goed geregeld. En bij de douane werd je begroet met een vriendelijkheid die je bij de Turkse politie niet hoefde te verwachten.

Er is heel wat veranderd in Nederland. Ook binnen de “allochtone” gemeenschap heerst inmiddels een ander klimaat. Misschien heeft de koude Hollandse weersgesteldheid ons warme mediterrane gevoel weten te overwinnen. Welke gevolgen dat zal hebben, is moeilijk te voorspellen, en dat wil ik dan ook niet proberen. Wel bespeur ik allerlei ontwikkelingen. Een deel van de “allochtonen” heeft de handdoek al in de ring gegooid en wil Nederland het liefst zo snel mogelijk ontvluchten. Ook anderen verliezen langzaam maar zeker de hoop, maar die zien geen mogelijkheden om iets te doen. Ze weten niet hoe ze met hun woede om moeten gaan. Daarnaast zijn er de vele jongeren die zich ook neer lijken te leggen bij de politieke koers die rechtse politici ingezet hebben. Maar welke ontwikkelingen er werkelijk plaatsvinden onder “allochtone” jongeren is moeilijk te volgen. Linkse bewegingen en zelforganisaties zijn namelijk in de loop der tijd helaas hun banden met de jeugd grotendeels kwijt geraakt. Maar het is waarschijnlijk dat jongeren de negatieve ontwikkelingen nog sterker ervaren dan de oudere generaties, omdat ze actiever deelnemen aan de samenleving. Dat ze momenteel zo stil zijn, wil echter niet zeggen dat de ontwikkelingen hen koud laten. De rellen in de Franse voorsteden laten zien dat de sfeer makkelijk kan omslaan. Zeker is dat verreweg de meeste migranten heel goed weten dat de rechtse politiek koers hen niets te bieden heeft en hen tot tweederangsburgers degradeert.

Wat ontbreekt is een links alternatief. Buitenparlementair links blijkt niet in staat een factor van belang te worden. Dat komt doordat die activistische bewegingen hun politieke strategieën niet weten aan te passen aan de veranderende politieke ontwikkelingen. Men is bijvoorbeeld wel zeer alert op de Palestijnse problemen en de oorlog in Irak - inderdaad geen onbelangrijke kwesties -, maar lijkt totaal geen politieke visie te hebben op de inburgeringsplicht, toch een ernstig geval van structurele discriminatie in eigen huis. Of men is zeer actief tegen allerlei extreem-rechtse clubjes, maar bindt niet de strijd aan met het fenomeen Wilders. Hun verstarring en dogmatische houding maakt dat deze bewegingen - hoe goed ze het ook bedoelen - migranten en hun kinderen niet meekrijgen in de strijd. En dat terwijl de mogelijkheden daartoe in feite groter zijn dan ooit, nu de onrust en onzekerheid onder “allochtonen” met de dag toeneemt en hun zelforganisaties op sterven na dood zijn en dus geen alternatief meer kunnen bieden. Om uit deze impasse te komen, moeten we de hokjes doorbreken waarin we ons allemaal bevinden. We kunnen elkaar aanzetten om uit deze politieke put te klimmen. Op de bodem van de put lijkt de hemel zo klein, maar als je er eenmaal uit bent geklommen, zie je hoe groot hij werkelijk is.

Terug