De Fabel van de illegaal 87/88, najaar 2007

Auteur: Harry Westerink


(Uit de illegaliteit)

Pardonkandidaat in uitzetgevangenis

Een demonstratie voor het generaal pardon in november 2006.
In december 2006 liet premier Balkenende weten dat sommige afgewezen vluchtelingen niet meer uitgezet mochten worden in verband met de komst van het generaal pardon. Hij dacht daarbij aan uitzettingen die “op humanitaire bezwaren” zouden stuiten, zoals in het geval van gezinnen met kinderen. Deportaties van andere pardonkandidaten mochten blijkbaar wel doorgaan. Uiteraard een volstrekt onrechtvaardig besluit, want tegen alle uitzettingen bestaan “humanitaire bezwaren” en zeker tegen de deportaties van vluchtelingen die in de nabije toekomst een verblijfsvergunning hadden kunnen krijgen, zoals pardonkandidaten. Een meerderheid van de Tweede Kamer verzocht de regering dan ook om “geen onomkeerbare beslissingen en stappen te nemen” die de zaak van pardonkandidaten zouden kunnen schaden. Toch nam de regering niet meteen het principebesluit dat geen enkele pardonkandidaat uitgezet of in een illegalengevangenis opgesloten mocht worden. Door die lange tijd onduidelijke houding werden er eind 2006 en begin 2007 nog flink wat pardonkandidaten in illegalengevangenissen opgesloten om uitgezet te worden. Pas sinds eind februari werd bij opgepakte en opgesloten vluchtelingen meer in het algemeen nagegaan of ze in aanmerking kwamen voor het pardon. Was dat het geval, dan konden ze meestal vrij snel de gevangenis weer verlaten. Maar helaas lang niet iedereen.

Neem nu Pierre Nzomukunda, in 1972 in Burundi geboren en in 2001 naar Nederland gevlucht. Gelukkig vroeg hij voor 1 april van dat jaar asiel aan, zodat hij nu in aanmerking kan komen voor het pardon. Na de afwijzing van zijn asielaanvraag in 2005 leidde hij een zwaar bestaan. Eind november 2006 werd hij opgepakt en opgesloten. Pas eind mei 2007 werd hij weer op straat gezet. Als reden voor “de opheffing van de vreemdelingenbewaring” noemde de politie dat “andere belangen prevaleren”. Een uiterst verhullende term voor het feit dat Nzomukunda maandenlang onrechtmatig gevangen zat. Omdat hij een pardonkandidaat is, bestaat er “geen zicht meer op uitzetting” en in dat soort gevallen is de overheid verplicht om de vluchteling vrij te laten. Nzomukunda bezocht een tijd later het spreekuur van De Fabel van de illegaal. Hij wilde een schadevergoeding eisen wegens onrechtmatige vrijheidsberoving. De Fabel regelde een advocaat voor hem. Pas na actie van diverse advocaten kregen ook tientallen andere opgesloten pardonkandidaten van de rechter hun vrijheid terug. De overheid moest hen een schadevergoeding betalen. De advocaten klaagden erover dat ze hun cliënten ternauwernood van de vliegtuigtrap wisten te halen. Ze stonden op het punt om gedeporteerd te worden.

Veel andere pardonkandidaten in Leiden zijn weliswaar niet opgepakt, maar hebben aan de andere kant ook geen hulp gekregen van de gemeente Leiden gedurende de maanden dat ze moeten wachten op een beslissing over hun pardonaanvraag. Zo verkoopt een Egyptische pardonkandidaat op straat nog steeds de daklozenkrant. Daarmee moet hij zichzelf en zijn vrouw en kinderen zien te onderhouden. Andere pardonkandidaten zwerven al jarenlang rond en moeten ook nu nog af en toe onder de blote hemel overnachten. Nog steeds is voor hen het einde van de ellende niet in zicht.

Pierre Nzomukunda is een schuilnaam.

Terug