De Fabel van de illegaal 97/98, winter 2009
Auteur: Harry Westerink
(Uit de illegaliteit)
Verkracht, zwanger en geen geld voor abortus
De Chinese vrouw kwam hevig ontdaan naar het inloopspreekuur van De Fabel van de illegaal. Ze sprak nauwelijks Nederlands, en bij De Fabel spreekt niemand Chinees. Communiceren was dus lastig, terwijl een goed gesprek een eerste vereiste bleek om haar problemen te begrijpen. Een technische vertaling via een tolkentelefoon is dan weliswaar een mogelijkheid, maar biedt in dit soort emotionele situaties soms te weinig vertrouwen en bescherming om een aangrijpend verhaal te vertellen. Bovendien kost het tijd en ook geld om dat te regelen.
De vrouw had een woordenboek Chinees-Nederlands bij zich. Ze zocht in het Chinees woorden op als “paspoort”, “baby” en “zwanger”, en wees daarna naar de Nederlandse vertaling erachter. Zo begreep De Fabel-medewerkster die haar hielp dat ze illegaal was en zwanger. Ze wilde naar een dokter. Ze voelde zich moe en misselijk, en had buikpijn. Ze bleek om 8 uur ‘s ochtends al bij de deur van het kantoor van De Fabel te hebben gestaan. Maar het inloopspreekuur is pas om twee uur ‘s middags open. De medewerkster belde een huisartsenpraktijk om een afspraak te maken. “Daar beginnen we niet aan, want ze is niet verzekerd” en “Straks moeten wij opdraaien voor de kosten”, kreeg de medewerkster te horen. Maar dat klopt niet, want huisartsen kunnen dit soort kosten heel gemakkelijk declareren bij stichting GIL, die de rekeningen betaalt uit het Koppelingsfonds. Dat zou bij alle huisartsen in Leiden inmiddels toch wel bekend moeten zijn, want GIL werkt op initiatief van De Fabel al meer dan 15 jaar aan de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor illegalen.
Zoals wel vaker, moest de Fabel-medewerkster weer een andere huisarts bellen om alsnog een afspraak te krijgen. Daar lukte het wel. Ze ging er samen met de Chinese vrouw heen. Die probeerde onderweg uit te leggen hoe ze zwanger was geraakt. “Tolk”, zei ze. “Ik had geen geld.” En ze wees naar haar buik en begon te huilen. Voor de medewerkster werd het duidelijk dat de vrouw gedwongen seks had gehad. Ze wilde zo snel mogelijk een abortus. Maar bij de huisarts moesten ze een uur wachten. Hij moest eerst overleggen, zo liet hij weten. Hij wist blijkbaar niet goed wat te doen met een illegale vrouw. In de bureaucratische molen van de gezondheidszorg lijkt men soms meer te letten op geld, verzekeringen en registratiesystemen dan op de gezondheid van de patiënt. Zo moeilijk is het toch niet, dacht de Fabel-medewerkster. De vrouw is ongewenst zwanger en heeft alleen maar een verwijzing nodig naar een abortuskliniek of ziekenhuis. De huisarts sprak vervolgens een uur met de vrouw. Het viel op dat hij veel te moeilijk en te snel sprak met zijn patiënt. Uiteindelijk belde hij abortuskliniek CASA op voor een afspraak. De kliniek liet echter weten dat men geen illegale vrouwen hielp, want het Koppelingsfonds zou de ingreep niet meer vergoeden. Zwangere illegale vrouwen die een abortus willen en de kosten daarvan niet kunnen betalen, zouden daar dus nooit geholpen kunnen worden.
Een paar dagen later ging een andere Fabel-medewerker samen met de vrouw toch maar naar de CASA-kliniek, in de hoop ter plekke iets te kunnen regelen. De vrouw was inmiddels nog meer overstuur geraakt. Wat in haar aan het groeien was, door toedoen van haar verkrachter, moest zo snel mogelijk weg. Ze kon het emotioneel niet langer meer aan om te wachten. Het CASA-personeel bleef bij het standpunt dat de vrouw of iemand anders eerst contant moest betalen, of dat De Fabel garant moest staan voor de kosten en dus de rekening zou betalen. De Fabel heeft daar eigenlijk geen geld voor, maar besloot vanwege de nood van de Chinese vrouw om toch maar akkoord te gaan met die garantstelling. Toen bleek de abortusingreep gelukkig snel verricht te kunnen worden. De Fabel heeft de rekening van 380 euro inmiddels betaald.
Terug