De Fabel van de illegaal 99, maart/april 2009
Auteur: Sandor Schmits
Gekonkel rond een etnische databank
Na jaren van proefballonnetjes en mislukte voorstellen is er eind 2008 toch een streep gezet door het plan voor een Verwijsindex Antillianen (VIA), een speciale database met uitsluitend Antilliaans-Nederlandse “risicojongeren”.(1)
Risicojongeren van het studentencorps Delft.
|
De VIA was bedoeld voor politie en hulpverleningsinstanties om die Antilliaans-Nederlandse jongeren beter in de gaten te kunnen houden. Het zou de eerste etnische databank zijn geworden na de Tweede Wereldoorlog. Het was ook een testcase, want er bestaan ook ideeën voor zo’n databank met Marokkaans-Nederlandse jongeren. Vanuit de Antilliaanse gemeenschap kwam natuurlijk veel kritiek, maar ook binnen de regeringscoalitie was niet iedereen te spreken over het idee. Het CDA en de PvdA waren voor, maar de ChristenUnie had toch bezwaren. Ook was het de vraag of een etnische databank niet in strijd is met de grondwet en internationale verdragen tegen discriminatie.
Sinds haar aantreden had PvdA-minister Ella Vogelaar er veel werk van gemaakt om de VIA er doorheen te loodsen. Maar in november 2008 verraste ze vriend en vijand met de mededeling dat de VIA toch niet door ging. Vogelaar wilde de Antilliaans-Nederlandse jongeren toevoegen aan een andere nieuw op te zetten landelijke databank: de Verwijsindex voor alle Risicojongeren (VIR). De plotselinge koerswijziging zorgde voor veel ophef in de Tweede Kamer, en de PvdA besloot Vogelaar te vervangen door minister Eberhard van der Laan. Toch stemde de ministerraad in februari 2009 alsnog in met Vogelaars VIR-voorstel. Dat ligt nu bij de Tweede Kamer.
Verkapt racisme
Hulpverleners in 41 gemeenten gebruiken de VIR nu al bij wijze van proef. De bedoeling is om in het eerste kwartaal van 2009 de 15 steden met de meeste Antilliaanse Nederlanders, de zogenaamde “Antillianengemeenten”, op de nieuwe index aan te sluiten. Hulpverleners kunnen “risicojongeren” bij de VIR aanmelden en krijgen dan meteen te zien of die al eerder gemeld zijn door andere hulpverleners. Dan kunnen ze onderling contact opnemen en de jongeren gezamenlijk proberen te begeleiden.
Door de Antilliaans-Nederlandse jongeren in een algemene index op te nemen is er geen sprake meer van een etnische databank en kunnen de plannen niet meer gedwarsboomd worden door de grondwet of internationale verdragen. Het CDA en de PvdA zijn echter nog steeds voor het registreren van etniciteit, en ook de ChristenUnie is inmiddels zover. De regering laat dan ook in 2009 uitzoeken of etnische registratie niet alsnog mogelijk is.
Antillianengemeenten
Dat de VIR geen etnische databank is, wil overigens niet zeggen dat hij niet alsnog zo gebruikt kan worden. Op verzoek van de “Antillianengemeenten” zijn er namelijk een aantal extra categorieën aan de verwijsindex toegevoegd om Antilliaans-Nederlandse jongeren scherper in de gaten te kunnen houden. Zo krijgen jongeren die niet in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) geregistreerd staan een Verwijs Servicenummer waarmee ze worden opgenomen in de VIR. Zo zijn ze wanneer ze naar een andere stad verhuizen toch altijd weer op te sporen. Ook zijn er 7 extra meldcriteria voor Antilliaanse Nederlanders opgesteld, waaronder huurschuld en schoolverzuim.
Verder zal in 2009 gekeken worden of de maximale leeftijd waarop jongeren nog in de index mogen worden opgenomen - nu 23 - verhoogd kan worden. Zo wordt geprobeerd de categorie Antilliaans-Nederlandse jongere op te rekken tot simpelweg alle Antilliaanse Nederlanders. Ook wordt nog onderzocht of “de problematiek” van jongere broers en zussen aan de gegevens van de gemelde jongeren gekoppeld kan worden. Zo kunnen hulpverleners die broers en zussen in de gaten blijven houden als de oudste vanwege de leeftijdsgrens uit de index geschrapt moet worden.
Achterdeur
De toevoeging van de extra categorieën maakt het mogelijk om de Antilliaanse Nederlanders via een achterdeur toch als groep apart te zetten. Maar problemen die “risocojongeren” hebben, hangen in de eerste plaats samen met hun economische positie in de maatschappij en niet met hun etnische achtergrond. “Allochtonen” zijn in de huidige racistische samenleving nu eenmaal sterk oververtegenwoordigd in de onderklasse. Een etnische verwijsindex helpt daar niet tegen. Integendeel, met de VIR worden alleen rechtse opiniemakers en politici geholpen. Die zien zo hun opvattingen dat “de Antillianen” en “de Marokkanen” crimineel zijn weer eens bevestigd. En kunnen vervolgens weer pleiten voor een nog hardere etnische aanpak die hun gelijk opnieuw zal aantonen.
Noot
Terug