Gebladerte-reeks 12
Auteur: Eric Krebbers
8. Overleven in de illegaliteit
8.1 Tanden trekken is goedkoper
In januari 1992 sloegen twee skinheads in een zijstraat van de Haarlemmerstraat een migrant zodanig in elkaar dat hij met ernstige hoofdwonden in het Academisch Ziekenhuis moest worden opgenomen. De man wilde geen aangifte doen bij de politie. Hij was illegaal en vreesde, niet ten onrechte, na betreding van het politiebureau gedeporteerd te worden.
Veel illegalen zoeken zo weinig mogelijk contact met overheidsinstanties omdat ze daarbij de kans lopen om gesnapt te worden. Met name illegale arbeidsmigranten weten zich door middel van allerlei sociale netwerken over het algemeen redelijk te redden. Uitgeprocedeerde vluchtelingen weten vaak minder van Leiden en hebben meer moeite om in de illegaliteit te overleven. Soms vinden ze landgenoten die hier al langer zijn en die hen opvangen. Voor de mensen die het niet redden en voor de zorg waarin de meeste mensen niet zelf kunnen voorzien, zoals medische en juridische ondersteuning, heeft De Fabel een spreekuur opgezet. De Fabel verwijst door en verleent ook tijdelijk onderdak. Daarnaast heeft De Fabel in 1994 het initiatief genomen tot de oprichting van de Stichting Gezondheidszorg Illegalen Leiden (GIL), waarin artsen, apothekers, het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW), de GGD, een internist, een vroedvrouw, de Hervormde Diaconie en De Fabel deelnemen.
Over de specifieke invulling van de ondersteuning willen we hier niet al te veel kwijt. De Vreemdelingendienst leest immers hoogstwaarschijnlijk ook mee. Om "het opsporen van illegale vreemdelingen" soepeler te laten verlopen hanteren die interne doelstellingen, zoals "krijgen van inzicht in de gedragingen van illegale vreemdelingen" en "krijgen van inzicht met betrekking tot aantal, bestaansmiddelen, levensomstandigheden etc." De Fabel wil hen daarbij niet behulpzaam zijn.
Illegalen zijn uitgesloten van alle ziektekostenverzekeringen. Dankzij het GIL is er nu in iedere wijk in Leiden een huisarts die illegalen tegen een geringe bijdrage wil behandelen. Doordat de zorg verspreid is, wordt de druk op de huisartsen die eraan meewerken minder. De Fabel vindt het belangrijk om de bestaande gezondheidszorg open te breken. Zo worden veel mensen genoodzaakt over illegalen na te denken en gedwongen een standpunt in te nemen.
De Fabel en het GIL komen met heel diverse medische problemen in aanraking. Drie willekeurige voorbeelden. Een Marokkaanse man had ontzettend veel kiespijn. Via het pijnrooster van de tandarts verwees De Fabel hem door. Korte tijd later kwam hij terug. Zijn kies was eruit. Dat was al zijn derde. "Maar ja", zei hij, "trekken is goedkoper..." Af en toe doen zwangere vrouwen een beroep op de ondersteuning. Een zwangere vrouw was al ruim 42 weken. Bij het Rijnland Ziekenhuis had men geen zin om het bed uit te komen voor mensen waar niet voor betaald werd. Toen is het AZL gebeld. Die boden wel hulp en zeiden: "Het is een zorg die we met elkaar moeten opvangen." Een andere vrouw die op het spreekuur kwam, was zojuist op straat gedumpt vanuit het Grenshospitium. Ze was in slechte medische en psychische conditie. Het GIL hielp met de medische klachten en De Fabel met tijdelijk onderdak.
8.2 Klikkende buren
"Ik woon met een vriend in een kleine kamer. We betalen 800 gulden per maand", aldus een illegaal. Hij kende iemand die "in 8 jaar 35 keer verhuisde. Illegalen verhuizen vaak nadat een huisgenoot is opgepakt, of vanwege privacyproblemen omdat ze met anderen samenwonen in kleine ruimten. Veel illegalen doen een beroep op elkaar als ze geen woonadres meer hebben." Een andere illegaal: "Soms wil er familie van degene waar ze inwonen ook in hetzelfde huis komen wonen. Dan is er geen plek meer. Of de illegalen worden verlinkt door de mensen in de buurt. Die zeggen bijvoorbeeld tegen hun woningbouwvereniging dat ergens veel buitenlanders wonen. Als de vereniging dan komt inspecteren, besluiten de illegalen vaak te verhuizen. Vaak wonen ze namelijk niet legaal, maar in onderhuur." Een ander verhaal: "Ik heb hier al in 6 huizen gewoond. Vorig jaar wilde mijn huisbaas mijn kamer terug. Hij dreigde met de politie."
Regelmatig komen er illegalen op het Fabel-spreekuur die onderdak nodig hebben en geen beroep kunnen doen op familie, vrienden of kennissen. Het is haast onmogelijk zonder verblijfsvergunning woonruimte te vinden, zeker als je weinig geld hebt. De Fabel heeft een netwerk opgebouwd van mensen die voor korte tijd iemand in huis willen nemen. Vaak gaat het om woongroepen die een kamer over hebben. Het onderdak is voor maximaal 5 weken, omdat De Fabel wil voorkomen dat alle plekken altijd vol zitten en nieuwe mensen niet meer kunnen worden opgevangen. Ook kan het voor de opvangplekken een zware belasting zijn om iemand voor langere tijd onderdak te geven. In de weken dat De Fabel onderdak biedt, moet er hard naar andere oplossingen gezocht worden. Men kan proberen alsnog onderdak te vinden bij vrienden of kennissen. Tegelijk wordt er dan naar werk gezocht en wordt eventueel geprobeerd om weer een asielprocedure op gang te krijgen.
De solidariteit in de Ethiopische gemeenschap is groot. Vluchtelingen die uit hun ROA-woning zijn gezet en geen uitkering meer krijgen, worden veelal opgevangen door vrienden en kennissen. Maar naarmate er meer Ethiopiërs worden afgewezen, en hun huis en inkomen verliezen, wordt dat steeds moeilijker.
Een jonge uitgeprocedeerde Ethiopische man zwierf al zo'n 10 maanden van de ene kennis naar de andere. Hij had inmiddels nieuwe informatie over zijn verleden bijeengezocht, waarmee hij een nieuwe asielprocedure zou kunnen openen. Zijn advocaat wilde echter niets meer voor hem doen en daarom bezorgde De Fabel hem een nieuwe.
De Fabel krijgt veel juridische vragen. Bijvoorbeeld over de legaliseringsmogelijkheden via trouwen of samenwonen. Dat is vaak heel moeilijk. De Vreemdelingendienst werkt erg tegen en weigert soms gewoonweg toestemming te geven. Tegen een vrouw die met een Marokkaan wilde trouwen zeiden ze eens: "Iedereen kan wel een nikkertje uit de disco halen." De zware inkomens en huisvestingseisen waaraan de Nederlandse partner tegenwoordig moet voldoen, worden naar believen door de Vreemdelingendienst verzwaard of veranderd, zodat de kandidaat-huwelijkspartners er niet aan kunnen voldoen. Sommige mensen wijken na een hele reeks vergeefse pogingen uit naar een andere stad, waar een huwelijk wel gesloten kan worden. Zelfs aan het bestuur van het Meldpunt Discriminatie weigerde de Vreemdelingendienst een eenduidige en precieze lijst van eisen te geven. De politie wilde niet dat hun beleid navolgbaar werd: "ieder geval is anders en moet apart beoordeeld worden."
Maar niet alleen de Vreemdelingendienst werkt tegen. Een vrouw kwam op het spreekuur omdat haar Marokkaanse vriend was opgepakt bij een verkeerscontrole. Hij had geen verblijfspapieren en werd opgesloten in de gevangenis in Nieuwersluis en later in De Geniepoort in Alphen aan den Rijn. De vrouw was al 7 maanden zwanger en zij en haar vriend wilden graag trouwen. Maar de gevangenisdirecteur van Nieuwersluis had de burgerlijke stand ervan overtuigd dat het om een schijnhuwelijk zou gaan. Hij weigerde daarom de Marokkaanse man verlof te geven voor het huwelijk.
De Vreemdelingendienst weigert ook regelmatig een verklaring af te geven aan arbeiders die in een legaliseringsprocedure zitten en tegen wie nog geen "last tot uitzetting" is uitgevaardigd. Die verklaring hebben die arbeiders nodig in het geval ze werkloos worden en een uitkering willen aanvragen. De Sociale Dienst geeft zonder die verklaring geen uitkering. "De politie is verplicht om zo'n verklaring af te geven, maar lapt de wet aan zijn laars", aldus Paul Habers van het Buro voor Rechtshulp op een Fabel-bijeenkomst op mensenrechtendag 10 december 1997. Habers gaat ermee naar de rechtbank.
Soms komen er ook vragen over arbeidsrecht. Werknemers worden soms ontslagen als de baas ontdekt dat ze illegaal zijn. Dat kan wettelijk. Ook worden illegalen nogal eens ontslagen bij ziekte, waarna ze ook nog eens een te lage vergoeding meekrijgen. Dat overkwam een man die zich op het Fabel-spreekuur meldde. Zijn advocaat vocht het aan, maar de uitslag kon 2 jaar op zich laten wachten. In de tussentijd zat de man zonder inkomen. Ondanks zijn ziekte moest hij daarom toch werk gaan zoeken. Tot nu toe hebben illegalen wel werknemersrechten en kunnen ze niet zomaar wegens ziekte ontslagen worden. Illegale arbeiders moeten echter om hun juridisch gelijk te halen wel uit de anonimiteit treden. En dat maakt de kans op uitzetting groter. Jammer genoeg kennen weinig illegalen hun rechten en eenmaal ontslagen is er ook geen geld voor een advocaat. En de kans op legaliteit door het verrichten van 6 jaar wit werk is dan vaak ook verkeken.
8.3 Voor twee gulden per uur
"Ik ben 3 jaar illegaal hier. Mijn vader was in de jaren '70 ook illegaal in Nederland. Onze familie in Marokko had genoeg om van te leven met het geld dat mijn vader overmaakte. In 1979 werd mijn vader uit Nederland gestuurd. Ik was toen 6 jaar. Wij begonnen toen te bezuinigen. Wij zijn een heel grote familie met 11 kinderen en mijn ouders. Mijn oudste broer was onze hoop totdat hij gehandicapt werd. Toen kon niemand mijn vader helpen. Wij zaten allemaal op school. Daar heb je heel veel boeken nodig, en kleren. Als ik van school terug kwam, was er soms niets te eten. In 1988 ging een oudere broer van mij illegaal naar Spanje. Hij was daar illegaal. Hij begon ons te helpen. Daarom besloot ik om naar Nederland te komen om ook mijn familie te kunnen helpen. Onze familie is nog steeds groot, 3 mensen zijn op school, 3 werkloos en één ziek. Mijn eerste en laatste probleem is mijn familie. Ik heb ontslag gekregen in september 1994. Ik moest toch de huur betalen. Ik vond toen werk voor 2 gulden per uur." Aldus Ahmed. Meldpunt Discriminatie-coördinator Tik Ho Ong beschreef begin 1998 de "middeleeuwse toestanden" die heersten bij een Leids schoonmaakbedrijf: "Dat bedrijf discrimineert zijn Afrikaanse werknemers op gruwelijke wijze. Ze worden werkelijk op alle fronten achtergesteld. Deze Afrikanen moeten voor dit bedrijf al het rotwerk opknappen. Ze worden door hun baas voortdurend gecontroleerd of ze hun werk wel goed uitvoeren. Hoewel wij volledig op de hoogte zijn van de Middeleeuwse toestanden bij dit bedrijf, kunnen wij hiertegen niks ondernemen. Deze Afrikanen zijn volledig afhankelijk van hun schoonmaakwerk. Als ze hun baantje verliezen, worden ze opgepakt en linea recta het land uitgezet." Deze verhalen zijn niet uniek.
Illegale arbeiders maken vaak lange dagen voor weinig geld. Abdullah: "Wij worden echt uitgebuit. We worden in dienst genomen als er werk is en direct ontslagen als het werk gedaan is. Wij krijgen zelden een vast dienstverband." Zijn illegale arbeiders langer dan een dag ziek, dan lopen ze het risico ontslagen te worden. Vrije dagen of vakantie is er niet bij. De arbeidsomstandigheden zijn vaak slecht. En illegaal werk kan veel stress met zich meebrengen. "Ik had vast werk in een bloemenfabriek en werkte 25 uur of meer. Na een jaar kwam de politie binnenvallen en pakte mijn vriend op. Ik was er die dag toevallig niet. Ik ben er niet meer teruggegaan want ik was bang om ook opgepakt te worden", zei Rafat. Werkloze illegale arbeiders worden afgedankt. Mohammed: "Ik heb altijd wit gewerkt, maar nu ben ik werkloos en ik heb geen recht op een uitkering. Ik heb altijd belasting afgedragen en door mijn werkzaamheden een bijdrage geleverd aan de Nederlandse economie."
Een illegale arbeider staat bij de halte op de Koorevaarstraat op de bus te wachten. De politie komt voorrijden en vraagt naar zijn identificatiebewijs. Welke aanwijzing hebben die agenten voor hun vermoeden van zijn illegaliteit, behalve zijn huidskleur? Dit soort 'incidenten' maakt het begrijpelijk als een andere illegale arbeider De Fabel vertelt dat "iedereen er steeds mee bezig is dat hij illegaal is. Als de bel gaat, vraag je je af of er geen politie achter de deur staat. Maar iedereen gaat anders om met het illegaal zijn. De een loopt ermee te koop, de ander vertelt het nog niet aan zijn vrienden. Zelf heb ik het niemand verteld. Als ik dat wel gedaan zou hebben, zou er iets veranderd zijn. Dan zou ik steeds voelen dat ik anders ben, een illegaal."
Iemand anders: "Ik ben nog steeds veel alleen. Ik mis mijn familie heel erg. Ik ben 3 jaar niet thuis geweest. Maar ik kan niet even naar mijn land en familie, en dan weer terug naar Nederland. Dat kan niet omdat ik geen papieren heb. Mijn jongste kind ken ik alleen van foto's. En toen mijn vader stierf, kon ik hem niet begraven."
8.4 Geen zelfstandige verblijfsvergunning
Illegale vrouwen worden soms opgevangen in Rosa Manus, de Leidse vrouwenopvang. Het gaat vaak om vrouwen zonder een zelfstandige verblijfsvergunning, die bij hun man weggegaan zijn. Sinds januari 1992 krijgen deze vrouwen van de Sociale Dienst geen geld meer. Rosa Manus weigert echter onderscheid te maken en steunt deze vrouwen net als alle anderen met een lening. Veel van de vrouwen zijn depressief en slikken grote hoeveelheden kalmerende middelen. Ze lopen een grote kans gedeporteerd te worden. De vrouwenopvang wist vaak in stilte bij de Vreemdelingendienst een verblijfsvergunning op humanitaire gronden te regelen. Als de vrouwen kinderen hadden en hier geworteld waren geraakt, lukte dat meestal wel. In de zomer van 1997 maakte staatssecretaris Schmitz een einde aan deze praktijken.
"Wij vangen ook al een aantal jaren slachtoffers van vrouwenhandel op, omdat wij erkenning van dit probleem heel belangrijk vinden. Deze vrouwen vallen meestal buiten onze doelgroep. Daarom vangen we per opvanghuis slechts één van hen op", aldus Rosa Manus-medewerkster Dinie Vilters. Deze illegale vrouwen zijn door de steeds strengere "vreemdelingenwetgeving" meer en meer overgeleverd aan hun pooiers. De vrouwen die aan hen weten te ontsnappen en aangifte doen, mogen soms tijdens de daarop volgende processen in Nederland blijven om te getuigen. Daarna moeten ze meestal weg. Eventuele kinderen mogen formeel gezien blijven, maar geen vrouw laat haar kind hier achter als ze gedeporteerd wordt. Rosa Manus geeft illegale vrouwen informatie over de mogelijkheden van een illegaal verblijf en laat de keus om te blijven aan henzelf.
Weer een andere groep illegale vrouwen zijn de uitgeprocedeerde vluchtelingen die niet in aanmerking komen voor "politiek asiel", omdat seksueel geweld niet als vluchtgrond erkend wordt. Bijvoorbeeld de Ethiopische Aïda. Ze was al maanden uitgeprocedeerd toen ze via De Fabel onderdak kreeg. Het spreekuur regelde een advocaat die haar verhaal nog eens op papier zette. Ze was verkracht door soldaten, omdat ze les gaf in de taal van haar volk en dat was verboden. De verkrachting was een daad van politieke vervolging. Daarna had ze een illegale abortus ondergaan. Om haar verhaal nog duidelijker op papier te krijgen ging een medewerkster van het spreekuur met haar naar een vrouwenopvangcentrum in Den Bosch waar men veel ervaring heeft met het ondersteunen van vrouwen als Aïda. Met deze en andere nieuwe informatie ging ze opnieuw naar een aanmeldcentrum.