Gebladerte-reeks 12
Auteur: Eric Krebbers
9. Actie en reactie
9.1 De vieze man en de verfbom
De Fabel voerde in de loop der jaren heel wat acties tegen het illegaliseringsbeleid. Bij de wat scherpere reageerden overheid en politie soms met criminalisering en geweld. Op 17 juni 1992 organiseerde De Invalshoek een lawaaiprotest tegen staatssecretaris van Justitie Aad "alle illegalen moeten verdwijnen" Kosto. Zijn deelname aan het Leidse congres "Jurist en werk" viel samen met het voorlopige hoogtepunt van de toenmalige hetze tegen illegalen. De "vieze man van het kabinet" had bovendien 2 maanden daarvoor het "sobere doch humane" Grenshospitium geopend en was verantwoordelijk voor de dood van de 7 maanden zwangere Zaïrese vluchtelinge Jojo Maluta. Die was na een kort verblijf in het Grenshospitium wegens een gebrek aan medische zorg overleden. Zo'n man is niet welkom in Vluchtelingenstad, schreef De Invalshoek.
Zo'n 50 actievoerders onthaalden Kosto daarom met een luidruchtig fluitconcert, tromgeroffel, folders en spandoeken. Ze werden geconfronteerd met een al tevoren opgefokte politiemacht. Toen de staatssecretaris in zicht kwam, renden de demonstranten op hem af en scholden hem uit. De politie begon zonder waarschuwing met de lange lat op de actievoerders in te hakken en arresteerde iemand. Toen er vanuit de menigte ook nog enige verfzakjes naar Kosto gegooid werden, die overigens mooi doel troffen, zetten de agenten ook nog een hapgrage politiehond in. Nog lang nadat Kosto binnen was, gingen de charges door. De arrestant werd op het politiebureau geslagen, waarna hij een verklaring aflegde. Die heeft hij later met behulp van zijn advocaat ingetrokken. Later werd hij bij een transport opnieuw geslagen. Officier van Justitie Slits vond het nodig om hem hard aan te pakken, want anders "kan een klein groepje demonstranten bewerkstelligen dat bijvoorbeeld leden van het Koninklijk Huis of andere publieke gezagsdragers alleen nog maar met bodyguards, als een soort maffiakopstukken, over straat kunnen." Hij beschuldigde de arrestant van "zware mishandeling" en zei openlijk dat "de verdachte moet bloeden voor de wandaden van de demonstranten die niet konden worden gepakt". Pas een maand na de actie kwam de arrestant vrij.
Volgens de politie zouden de actievoerders de staatssecretaris hebben geslagen en een "bedreiging voor zijn leven" hebben gevormd. De Invalshoek sprak van "criminalisering van ons verzet" en weigerde zich te laten intimideren door een politieapparaat "dat niet schroomt razzia's en deportaties uit te voeren". Het GroenLinks-raadslid Rianne Peeters stelde in een commissievergadering kritische vragen over het harde politieoptreden. Die vergadering werd voorgezeten door burgemeester en korpsbeheerder Goekoop. Ook De Invalshoek kreeg 5 minuten inspreektijd. De Invalshoeker die toen een verklaring voorlas, werd door de burgemeester onderbroken. Hij had het beleid "racistisch" genoemd en dat mocht niet van Goekoop. De toespraak mocht van de burgemeester alleen afgemaakt worden als dat enge woord teruggenomen werd. Om door te kunnen gaan, maar overduidelijk alleen daarom, deed de Invalshoek-medewerker dat maar. De Invalshoeker eiste daarna dat de arrestant vrijgelaten zou worden, dat Kosto niet welkom meer zou zijn in Leiden en dat Vluchtelingenstad Leiden faciliteiten voor illegalen zou creëren. Het GroenLinks-raadslid zei na afloop dat ze het sterk vond dat De Invalshoek het woord "racistisch" terug had genomen. "Het is dapper als je erkent dat je fout zit!", zei ze.
Enige dagen later probeerde ambtenaar Van Ingen De Invalshoek tot een openbaar excuus aan Kosto te dwingen, "want zo gaan we toch niet met elkaar om". Van Ingen was degene die over de subsidies ging en die De Invalshoek jaarlijks 2.000 gulden verstrekte voor het organiseren van thema-avonden. Hij ving vanzelfsprekend bot. Buiten de gemeenteraad om besloot hij daarop dat de subsidie stopgezet werd. Na een brief van De Invalshoek aan B&W werd dat besluit teruggedraaid. De VVD deed een jaar later in de raad ook nog een vergeefse poging de subsidiekraan dicht te draaien met een verwijzing naar de inmiddels beruchte "verfbom".
De politie zocht na het lawaaiprotest een aanleiding om De Invalshoek een lesje te leren. Daarom waren ruim 10 stillen aanwezig bij een PvdA-briefing op 23 november 1992 in het Volkshuis, onder leiding van Felix "Er is te veel fraude, te veel misbruik, er zijn teveel illegalen" Rottenberg. Invalshoek-actievoerders waren hinderlijk aanwezig met spandoeken met teksten als "Illegalenprobleem? Uitbuitingsprobleem!", maar gaven de politie wijselijk geen aanleiding tot meppen. Rottenberg noemde Kosto "een ongelooflijk libertair politicus".
Uit protest tegen de hetze tegen illegalen organiseerde De Fabel op kerstavond 24 december een fakkeltocht. Er waren 1300 deelnemers. In de dagen daarvoor had GroenLinks-gemeenteraadslid Edith van Middelkoop getracht de hele gemeenteraad achter de demonstratie-oproep van De Fabel te krijgen. Omdat ze bang was dat dat niet zou lukken, had ze een aantal racistische citaten van vooraanstaande PvdA'ers eruit geschrapt, zoals "We moeten de mensen wier problemen we hier niet kunnen oplossen laten verdwijnen" (Kosto) en "Geen Derde Wereld aan de Noordzee" (Rottenberg). Waarom moesten deze uitspraken verzwegen worden, terwijl ze overal in de krant gestaan hadden?
9.2 Politiecijfers als "smaad en belediging"
De Fabel van de illegaal organiseerde op 21 maart 1997 de jaarlijkse fakkeltocht tegen racisme. Er waren 300 deelnemers. Tijdens de tocht werd bij het hoofdbureau van politie aan de Langegracht een toespraak gehouden over de jacht op illegalen in politiedistrict Leiden-Voorschoten. Vrijwel alle demonstranten waren woedend over het racistische beleid. Alleen de GroenLinks-fractie niet, die ging collectief letterlijk aan de kant van de politie staan. Zij waren eerder boos op De Fabel. Het zou onfatsoenlijk zijn om zo op straat kritiek te leveren en de goede betrekkingen met de politie op het spel te zetten.
De toespraak viel ook bij politiedistrictschef Molenaar niet in goede aarde. In een boze brief dreigde hij De Fabel bij eerstvolgende vergelijkbare uitlatingen strafrechtelijk te vervolgen. Hij sprak van "smaad en belediging" en bleek vooral geërgerd door de beschuldiging dat de politie 150 illegale buitenlanders per jaar deporteert, illegalen uit hun huizen haalt en dat de Vreemdelingendienst niet onder controle stond. Dit alles zou insinueren "dat door de politie Hollands Midden in strijd met de wet en buiten de wettelijke regelgeving om illegale buitenlanders het land worden uitgezet". En "deze insinuatie accepteer ik niet en zeker niet op deze wijze", aldus Molenaar. De spreker van De Fabel had niet gezegd dat de Vreemdelingendienst niet onder controle staat. In tegendeel, de dienst functioneert precies zoals de rijksoverheid dat verlangt. De hele zaak had veel weg van censuur. De Fabel was vanzelfsprekend niet van plan om zaken te gaan verzwijgen die de politie zelf in haar rapporten naar buiten brengt.
Bij een actie later dat voorjaar gebeurde iets vergelijkbaars: VVD-Tweede Kamerlid Jan Rijpstra ontkende al zijn eigen uitspraken, zoals die te lezen zijn in kranten en zelfs kamerstukken. Het leek alsof hij serieus beweerde dat de media zijn uitspraken al jaren verkeerd weergaven zonder dat hij daartegen ooit geprotesteerd had. Rijpstra was op 26 mei uitgenodigd door de afdelingen van de 5 grote partijen voor een forumdiscussie over lokaal onderwijsbeleid. Vlak voor de bijeenkomst deelden 2 actievoerders aan de ruim 100 aanwezigen een pamflet uit, getiteld "Jan Rijpstra niet welkom in Leiden Vluchtelingenstad". Het begon zo: "Geen diploma's voor illegale kinderen. Werkkampen met duizenden illegalen. Afschaffing van de humanitaire gronden voor verblijfsvergunningen. Razzia's bij woonhuizen. Criminaliteit bestrijden door migratie te beperken. Een greep uit de rechts-extremistische ideeën van VVD-Tweede Kamerlid Jan Rijpstra. Deze 'nette' broer van Janmaat plaatst zich met zijn schandalige uitspraken ver buiten de samenleving." Daarna volgde een reeks citaten van Rijpstra.
Anderhalf uur na aanvang vielen 17 Fabel-actievoerders de zaal binnen. Gewapend met fluitjes, pannedeksels, actieborden en een spandoek met de tekst "Free all refugees!" wisten ze de bijeenkomst ruim een kwartier te verstoren. Ook probeerde een actievoerder een toespraak te houden, maar dat stuitte op boegeroep vanuit de zaal. Een opgefokte staatssecretaris Netelenbos, ook een van de genodigden, probeerde de tekst uit de handen van de spreker te rukken. Dat mislukte; ze werd opzij gezet door een andere actievoerder. Verder sprongen voornamelijk de aanwezige officials van GroenLinks en de PvdA in de bres voor het belaagde VVD-Kamerlid. Ze probeerden de actievoerders de mond te snoeren. GroenLinks-raadslid Rianne Peeters schreeuwde: "Jullie moeten niet zeuren over uitsluiting! Het is hier met onze motie tegen De Koppelingswet goed geregeld! Wegwezen!" Een van de initiatiefnemers van die motie, PvdA-raadslid Hassan El Houari, viel haar bij. "In Leiden worden geen illegalen uitgesloten!", riep hij. Enkele dagen daarvoor waren juist bij politierazzia's in Leiden weer 20 mensen opgehaald.
Rijpstra zelf werd er emotioneel van, zei hij. "Dit is pure laster. Wat er in het pamflet staat, is absoluut niet waar." De solidariteit tussen bestuurders en politici onderling, ongeacht de politieke kleur, is oneindig veel groter dan die met de uitgeslotenen en vervolgden. Om Rijpstra in bescherming te nemen was men bereid samen de alledaagse realiteit glashard te ontkennen. Zelfs voor doorgewinterde actievoerders van De Fabel was dit een ongekende ervaring. Natuurlijk wisten veel van de doorgaans goed geïnformeerde politici best waar Rijpstra voor stond. Het was dagelijks te lezen in hun krant. In feite was deze vertoning alleen uit te leggen als stilzwijgende medeplichtigheid aan de deportatiemachine. Er bestaat tegenwoordig nu eenmaal een brede politieke consensus dat Nederland vol is en dat de vluchtelingen en migranten er als eerste uitvliegen. Werkelijk voor hen opkomen betekent je carrire in gevaar brengen. Een interessant onderzoeksterrein voor Goldhagen, auteur van "Hitlers gewillige beulen".
Toen de actievoerders huiswaarts gingen, zei PvdA-wethouder Baaijens nog dat dit slecht was voor de Vluchtelingenstad-campagne. "Mensen als Rijpstra vormen geen bedreiging", vertrouwde hij de actievoerders paternalistisch toe. Hijzelf zal inderdaad weinig last hebben van Rijpstra's plannen. Iemand uit het publiek voegde de vertrekkende actievoerders nog toe: "We zitten hier voor de legale kinderen."
9.3 Open discussie met een deportatiemachine?
De Fabel vroeg Baaijens en Peeters na afloop schriftelijk waarom ze voor Rijpstra in de bres sprongen. Hun antwoorden waren bijzonder representatief voor de politieke sfeer rond de deportaties in het Leiden van de jaren '90. Daarom bij wijze van epiloog een wat uitgebreidere analyse van hun antwoordbrieven.
GroenLinks-raadslid Peeters vond het beter dat "je in een faire discussie je verschil van mening uitpraat, het gesprek aangaat en elkaar probeert op een democratische manier te overtuigen. Kennelijk was dat niet waar jullie voor kwamen, toen na de pauze een lawaai- en spandoekendemonstratie de zaal vulde, een onverstaanbare verklaring de zaal werd ingeroepen tegen de persoon van Rijpstra en er van een beetje normale discussie geen sprake was". "Door jullie manier van doen, door de simplificaties en door op de man te spelen gaan jullie de openlijke discussie over de zaak uit de weg en ontstaat er geen vruchtbaar gesprek", schreef Peeters, en dat is "niet slim". Peeters benadrukte verder de werking van onze "democratie - een politiek systeem waarom veel politieke vluchtelingen juist hun eigen land hebben verlaten en naar Nederland komen", en vroeg de leden van De Fabel waarom die "altijd GroenLinks als jullie natuurlijke tegenstander benaderen en zo weinig de discussie met de PvdA, D66 of de VVD zoeken om jullie standpunten en opvattingen ingang te doen vinden."
PvdA-wethouder Baaijens schreef: "Daar waar de kern van "Leiden, Stad van Vluchtelingen" is dat een ieder welkom is mits hij/zij de democratische beginselen toegedaan is, leek het ons niet voor de hand te liggen de heer Rijpstra de rug toe te keren wanneer hij aan het woord kwam" zoals De Fabel in haar pamflet gevraagd had. Dat pamflet gaf volgens Baaijens geen "inzichtelijk en feitelijk beeld over de denkbeelden en beweegredenen van de heer Rijpstra. Bovendien zijn de citaten stevig ingebed binnen een reeks van eigen interpretaties en conclusies. Daar verander je tegenwoordig geen meningen van mensen meer mee! Dat roept alleen maar irritatie op". Baaijens was "gaarne bereid" een door De Fabel georganiseerde bijeenkomst bij te wonen "waarin de heer Rijpstra zelf de gelegenheid krijgt zijn visie en uitspraken uiteen te zetten en deze te confronteren met die van jullie en andere partijen."
Het pamflet tegen Rijpstra bestond zoals gezegd voor een groot deel uit citaten uit de media. Die waren onontkoombaar ingebed in een "reeks van eigen interpretaties en conclusies". Achter elke tekst gaat nu eenmaal een maatschappelijke positie en ideologie schuil. De Fabel probeert daar zo open mogelijk mee om te gaan. Dat schept duidelijkheid voor iedereen. De Fabel bekijkt de zaak vanaf de onderkant van de samenleving. Baaijens en Peeters raken daardoor geïrriteerd, gewend als ze waarschijnlijk zijn aan de visie van bovenaf. Ze willen kennelijk liever niet geconfronteerd worden met realiteit achter de Orwelliaanse woordkeus van Rijpstra; de realiteit zoals die door de geïllegaliseerden geleefd wordt.
In Nederland gelden de "democratische beginselen" van Baaijens helaas niet voor iedereen. Mede dankzij Rijpstra en zijn vriendjes. Migranten en vluchtelingen mogen in Nederland niet meebeslissen. Ze hebben geen stemrecht, geen recht op Peeters' "faire discussie". Integendeel, de regering illegaliseert een flink aantal van hen en dondert hen uit de democratie. Het gaat meestal om mensen met een andere huidskleur of een andere cultuur, soms om onze vrienden en kameraden, of onze klasgenoten, onze collega's, of onze buren.
In Nederland draait daartoe momenteel de grootste deportatiemachine sinds de Tweede Wereldoorlog. Ruim 20.000 mensen per jaar worden rechteloos gemaakt, uit ons midden weggerukt, maandenlang gedetineerd en gedeporteerd. Geïllegaliseerden vertrouwen ons vanachter de tralies toe dat ze zich vergist hebben: "Ook in Nederland is geen democratie." Ze weten bovendien dat de Nederlandse regering vaak onder één hoedje speelt met de dictatuur in hun land van herkomst en hen gaat uitleveren aan de beulen, honger of uitzichtloosheid daar.
De briefschrijvers breken een lans voor onze vermeende democratie. Rijpstra en de regering hebben zich nooit veel aan de "democratische beginselen" gelegen laten liggen. Rijpstra doet weliswaar veel moeite groepen migranten en vluchtelingen "op een democratische manier te overtuigen" van zijn racistische opvattingen dat zij hier niet thuis horen. Maar tegelijk speelt zijn geliefde deportatiemachine "op de man", en op de vrouw en de kinderen. De migranten en vluchtelingen die het niet eens zijn met de opvattingen van de Nederlandse elite en hier gewoon willen blijven, worden rücksichlos gedeporteerd. Niks democratie.
Waarom De Fabel manen tot "een vruchtbaar gesprek" met leden van het staatsapparaat? Hoe kan er "een beetje normale discussie" zijn als onze medeburgers bedreigd worden door de deportatiemachine van de gesprekspartner? Dan is het toch veel meer een kwestie van macht, niet van praten. Niet diegene met de beste argumenten, maar degene met de grootste stok wint de discussie. Er is daarom een linkse anti-racistische tegenmacht nodig en daarover probeert De Fabel al jaren in gesprek te komen met onder meer GroenLinks. De Fabel wil bouwen aan een tegenmacht die democratisch kan beslissen om juist mensen als Rijpstra te illegaliseren.