Gebladerte-reeks 14

Auteur: Harry Westerink


(Toespraak bij wake, 1 februari 1998)

Arbeid van illegalen in en buiten de gevangenis

Bij de onthulling van het bord Fabriek De Geniepoort op de vierde manifestatie hield Harry Westerink een toespraak over illegalen en arbeid. Hieronder staat de integrale tekst.

Het ministerie van Justitie zegt het recht voor z'n raap: "De gedetineerden moeten net als iedereen in de burgermaatschappij 'werken voor de kost'." Dat geldt ook voor gedetineerde illegalen. Met het beleid van "werkzame detentie" worden de illegalen in gevangenis De Geniepoort in Alphen aan den Rijn "sober, streng en humaan" aangepakt. Zo noemt men dat. Want, aldus het ministerie, "detentie is allereerst een straf". Maar illegalen zitten hier niet omdat ze veroordeeld zijn voor of verdacht worden van een strafbaar feit. Hun 'misdaad' is dat ze zich in Nederland bevinden. Ze hebben niet de juiste verblijfspapieren en daarom worden ze gestraft. Ze moeten dezelfde behandeling ondergaan als criminelen.

Voor de 144 illegalen in De Geniepoort "ligt in deze laatste fase van het verblijf in Nederland het accent op werken en niet op leren", aldus Geniepoort-directeur Van Manen. Vlak voordat ze het land worden uitgezet of weer op straat worden gegooid, profiteert de gevangenisdirectie maximaal van de arbeid van de gevangen illegalen. Illegalen mogen in Nederland officieel niet leven, en dus ook niet werken. Werkgevers die illegalen in dienst hebben, kunnen veroordeeld worden tot het betalen van forse boetes. Maar gevangenisdirecteuren mogen illegalen wel aan het werk zetten. Een fraai staaltje van Nederlandse schijnheiligheid.

Activiteitenprogramma

Gevangenisdirecteur Van Manen heeft het liever over een zinvol activiteitenprogramma, in plaats van over eentonige arbeid. Woorden als "activiteitenprogramma" verhullen de werkelijkheid. Van Manen zegt: "De illegalen gaan in mijn gevangenis fluitend naar hun werk." De gemiddelde Nederlandse werknemer buiten de gevangenis gaat al niet fluitend naar z'n werk, laat staan iemand die zonder vorm van proces en zonder uitzicht op het einde van zijn opsluiting als onschuldige gevangen wordt gehouden.

Illegalen werken in De Geniepoort zo'n 25 uur per week en verdienen een armzalig uurloon van ƒ 1,- met een toeslag van hoogstens ƒ 0,60. Ze zijn niet verplicht om te werken. Toch werkt het merendeel van hen wel. Want hoe laag het loon ook is, het is net genoeg om een pakje sigaretten te kunnen kopen in de dure bajeswinkel en een TV te kunnen huren. En zonder werk zitten illegalen ongeveer 23 uur per dag op cel. Dat is natuurlijk geen pretje.

Wasknijpers maken en zakjes plakken, dat is van oudsher het beeld van gevangenisarbeid. Maar gevangenen doen volwaardig productiewerk dat ook buiten de gevangenis wordt verricht. De werknemers buiten de gevangenis verdienen dan wel ongeveer 10 keer zoveel als de werknemers in de gevangenis. De laatste jaren zijn gevangenissen omgebouwd tot moderne productiebedrijven die vergelijkbaar zijn met grote ondernemingen. Ongeveer 12.000 gedetineerden in 40 Nederlandse gevangenissen staan garant voor een omzet van 30 miljoen gulden. Onder hen bevinden zich zo'n 1.000 illegalen.

De illegalen in De Geniepoort maken onder meer mountain-bikes, fietssloten, schuttingen en kaasplankjes, en ze plakken stickers op producten. Ze werken voor bedrijven als Gamma en Etos. Van Manen zwijgt liever over de contacten die De Geniepoort met bedrijven heeft. Maar tijdens een rondleiding voor notabelen liet hij zich toch ontvallen dat Gamma een afnemer van producten is die illegalen hier maken. Iemand van De Fabel van de illegaal was daarbij en heeft het gehoord.

Marktgericht werken

Gevangenissen werken "marktgericht", zoals dat heet. Met reclameslogans als "Werk uitbesteden aan de gevangenis? De Geniepoort maakt het" gaat de Geniepoort-directie de boer op om orders van bedrijven binnen te halen. Door de schaamteloze uitbuiting van de illegalen is de "interne kostprijs" van een in De Geniepoort gemaakt product veel lager dan gebruikelijk. Toch moeten gevangenissen aan hun afnemers prijzen doorberekenen die gewone bedrijven ook hanteren. Want gevangenissen mogen bedrijven geen oneerlijke concurrentie aandoen, zo vindt men bij het ministerie van Justitie. Van het verschil tussen de lage kostprijs van het product en de hoge prijs die afnemers als Gamma voor dat product betalen, krijgen de illegalen geen cent te zien. De opbrengst gaat naar het ministerie van Justitie, die daarmee de hoge kosten van de opsluiting van illegalen enigszins kan drukken. Zo beschouwd betalen illegalen zelf mee aan hun verblijf in de gevangenis.

Niet alleen in de gevangenis, maar ook daarbuiten worden illegalen uitgebuit. Ik heb hier in De Geniepoort een illegaal bezocht die daarover kan meepraten. In Nederland werkte hij 8 jaar lang keihard. Eerst bij de bloemenveiling in Aalsmeer. Elke dag stond hij aan de lopende band rozen te snijden. Daarna ging hij in een cateringbedrijf in Amsterdam werken. Hij moest in een halfgebukte houding broodjes smeren en beleggen. Broodjes gezond. Maar echt gezond was het niet. Hij kreeg het blijvend aan z'n rug. Hij verdiende 7 gulden per uur, terwijl zijn legale collega's voor hetzelfde werk 12 gulden per uur kregen. Om rond te kunnen komen moest hij 50 uur per week werken.

Dit voorbeeld is exemplarisch voor het leven dat een hoop illegalen in Nederland leiden. Rechteloze en illegaal gemaakte mensen werken soms zelfs voor 2 gulden per uur in de horeca. Of ze zwoegen zich kapot in illegaal naai-ateliers en in de Westlandse kassen. Altijd hangt het gevaar van een politie-inval in de lucht. Altijd moeten illegalen op hun hoede zijn. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie, maar worden tegelijkertijd behandeld als slaven.

Illegalen zijn geen profiteurs. Illegalen zijn geen criminelen. Ze vluchten naar het rijke Westen om economische en politieke redenen. Wereldwijd lopen de inkomensverschillen als gevolg van het economische systeem steeds verder op. In 1960 verdiende de rijkste 20% van de mensheid, wonend in West-Europa, Noord-Amerika en Japan, 30 keer zoveel als de armste 20%. In 1991 was dat opgelopen tot 61 keer zoveel. Geen wonder dat mensen uit het Zuiden van de wereld hier een klein beetje welvaart komen zoeken. Welvaart die hen wordt ondernomen door de onrechtvaardige machts- en bezitsverhoudingen in de wereld. Aan die onrechtvaardigheid moet een einde komen. Om te beginnen in Alphen aan den Rijn, in het monument van de racistische wereldorde dat De Geniepoort heet.

Terug