Gebladerte-reeks 19, november 2000
Auteur: Solidariteitskomitee Esteban Murillo
Bij deze willen we reageren op het stuk "De nationale kwestie", geschreven door Koen van de Meulen in De Fabel-krant nr. 40/41. Koen schrijft zijn stuk in een poging de discussie over links-nationalisme te verdiepen. Dit lijkt ons een goede zaak. Toch denken we dat de rode draad van het stuk op een denkfout berust, waardoor we het met de inhoud van zijn stuk niet eens kunnen zijn. Koen stelt in zijn stuk dat het nationalisme door de machthebbers is uitgevonden ter consolidatie van hun macht. Hier zijn we het volkomen mee eens, wij noemen dat staatsnationalisme (Koen noemt het patriottisch nationalisme). Koen doet het daarna echter voorkomen dat al het verdere nationalisme een afgeleide zou zijn van dit soort nationalisme.
Volgens ons bestaat er echter ook nog zoiets als substaatsnationalisme. Koen lijkt hieraan te refereren als hij het over xenofoob nationalisme heeft, hieronder lijkt hij zowel staats- als substaatsnationalisme te begrijpen. Substaatsnationalisme wordt dan echter xenofobisch nationalisme genoemd, terwijl het dat niet hoeft te zijn. Wel waar is dat het dat in de periode die beschreven wordt (negentiende eeuw) voorzover wij weten altijd was. Heden ten dage is dat echter anders, er zijn vormen van substaatsnationalisme welke, ook al komen ze voort uit het negentiende-eeuwse xenofobe substaatsnationalisme, duidelijk gebroken hebben met deze xenofobe tendensen. Substaatsnationalisme gaat regelrecht in tegen de wensen van de centralistische staat. Het komt op voor een kleinere groep, meestal een volk, dat zich in haar bestaan bedreigt voelt door het nationalisme van de staat. Noch het negentiende-eeuwse substaatsnationalisme noch het huidige substaatsnationalisme zijn bedacht door bestaande machthebbers, ze vormen immers een bedreiging van de bestaande macht.
Staatsnationalisme en substaatsnationalisme worden in het stuk vaak door elkaar gehaald; niet geheel onbegrijpelijk, aangezien ze met dezelfde term worden aangeduid, maar het zijn eigenlijk tegenovergestelden. Waar de één een, meestal fictieve, eenheid probeert te creëren ter versteviging van staatsmacht zoals ook Koen dit signaleert (het volk als "historisch traceerbaar verzinsel"), komt de ander juist daartegen in verzet. Het is dan ook chronologisch gezien een opeenvolging. Het feit dat dit substaatsnationalisme dan bedacht mag zijn, wil niet zeggen dat haar basis - het betreffende volk - dat ook is. Ons lijkt de opkomst van het substaatsnationalisme - als gevolg van het ontkennen van alle volkeren behalve het staatsvolk door het staatsnationalisme - juist een bewijs van het bestaan van die volkeren die nu in verzet komen omdat hun cultuur en taal door het opkomende staatsnationalisme onderdrukt worden. We herhalen een van onze eerste stellingen over het Baskisch nationalisme: "Zogezegd kan men dit nationalisme ook antinationalisme noemen". Deze stelling kunnen we nu verbreden: substaatsnationalisme kan men ook anti-staatsnationalisme noemen.
Passen we dit toe op Spanje en Baskenland. Eind achttiende eeuw, begin negentiende eeuw werden de Spaanse machthebbers steeds centralistischer en begonnen ze steeds meer op te komen voor het Spaanse volk. Privileges van regio's en volkeren binnen het Spaanse grondgebied werden afgepakt. Het betreft hier de opkomst van het nationalisme en wel de opkomst van het staatsnationalisme. In deze zin is het Spaanse volk inderdaad een verzinsel zoals Koen beweert: voor deze tijd bestond het niet. Baskische nationalisten houden nog steeds vol dat het Spaanse volk niet bestaat. Mede als gevolg van deze centralistische houding stortte Spanje zich vorige eeuw in twee burgeroorlogen, de Carlistische oorlogen, en het is kort na deze tijd dat het Baskische nationalisme opkwam als reactie op het centralisme en nationalisme van de Spaanse staat. Is het Baskische volk nu ook een verzinsel? Men kende al veel langer een gemeenschappelijke taal en een gemeenschappelijke cultuur. Wat is een volk? Als een volk een groep mensen met een gemeenschappelijke taal en cultuur is, bestaat het Baskische volk al millennia. Als een volk pas een volk is als men dit als zodanig ervaart, bestaat het misschien pas een eeuw. Dit wil nog niet zeggen dat het dan ook verzonnen is.
Het behoeft geen betoog dat staatsnationalisme niet de door ons ondersteunde vorm van nationalisme is. Het is het nationalisme van staten dat juist de onderliggende verschillen ontkent, terwijl het die met de buitenwereld vergroot. Het is volgens ons deze vorm van nationalisme die meestal tot oorlogen leidt, met de buitenwereld dan wel intern met groeperingen die zich niet bij dit nationalisme en de ontkenning van interne verschillen neerleggen (denk aan Joegoslavië). Om deze oorlogen te voorkomen ontstond de Wilson-doctrine welke in zekere zin een erkenning van het substaatsnationalisme is. Het suggereren van een verband tussen deze doctrine en het opkomende fascisme enkel vanwege het feit dat de Wilson-doctrine in dezelfde tijd als het fascisme, ontstond vinden we wel erg kort door de bocht. Het is ons inziens juist het feit dat de Wilson-doctrine nooit is toegepast/erkend dat er daarna nog zovele oorlogen volgden.
Wij zijn geneigd om onze steun te verlenen aan een kleinere groep mensen tegen de macht van een grote centralistische staat. Een wereld waarin de macht verbrokkeld is, is een wereld met minder macht. De macht die er is, ligt in elk geval dichter bij de mensen. Deze kleinere groep hoeft wat ons betreft geen volk te zijn en allicht is het een zwaktebod om je op je volk-zijn te beroepen. Als men zich wel op het volk-zijn beroept ter verkrijging van rechten (als men dus nationalistisch is), is het van belang om verder te kijken naar de achterliggende ideologie van een beweging alvorens men steun verleent. Het feit dat het substaatsnationalisme tegen de machthebbers ingaat, wil namelijk nog niet zeggen dat het links is. Ook het nationalisme van het Vlaams Blok is substaatsnationalisme. We sluiten ons wat dat betreft volledig aan bij het artikel van Koen als het stelt: "Daarom kan nationale bevrijdingsstrijd geen doel op zich zijn. Het is van belang dat links zich steeds afvraagt waarom een bepaalde bevrijdingsstrijd steun zou verdienen. Gaat het om nationalisme op zich, of is het onafhankelijkheidsstreven een eerste stap in een meer opvattende sociale strijd?".
Het onafhankelijkheidsstreven van de Baskische bevrijdingsbeweging is duidelijk bedoeld als een eerste stap in een meer omvattende sociale strijd. Momenteel is in Baskenland een debat gaande over de toekomst van de linkse onafhankelijkheidsbeweging1. In dit debat wordt minstens zoveel gehamerd op de noodzaak van zelfbeschikkingsrecht voor Baskenland (een nationalistische eis) als op het belang van een eerlijke verdeling van de rijkdom en een beter milieu. De links-nationalistische vakbond LAB strijd op vele fronten voor de rechten van arbeiders en voor gelijke rechten voor vrouwen en jongeren. Herri Batasuna maakt zich in de gemeenteraad onder andere druk voor dienstweigeraars, milieu-activisten, en krakers (het is voor plaatselijke krakers een zegen als Herri Batasuna een meerderheid in de gemeenteraad haalt, voor ontruiming hoeven ze dan niet meer bang te zijn). Herri Batasuna heeft bovendien herhaaldelijk aangegeven dat het niet haar bedoeling is om mensen uit te sluiten van het onafhankelijke Baskenland dat ze voor ogen heeft. Volgens haar ideologie is één ieder Bask, die in Baskenland woont of werkt. Tot slot zij nog opgemerkt dat vele woordvoerders van HB er regelmatig op hebben gewezen dat hun nationalisme maar van zeer beperkte aard is. Het nationalisme bestaat er slechts uit dat men als volk het recht op zelfbeschikking opeist om zodoende een voldoende waarborg te creëren voor het voortbestaan van de Baskische taal en cultuur en wat HB betreft is het overdreven gezwaai met Ikuriñas snel afgelopen als daar geen noodzaak meer toe bestaat als gevolg van de onafhankelijkheid van Baskenland.
De Fabel van de illegaal vindt dat links in principe altijd antinationalistisch moet zijn en geen nationalistische bewegingen moet steunen, ook niet als zij zeggen tevens links te zijn. Wij zien hier geen enkele reden toe nu steun aan deze 'nationalistische' beweging op geen enkele wijze in botsing komt met ons linkse geweten2. Koen beroept zich in zijn artikel regelmatig op de geschiedenis om aan te tonen dat links nationalisme een onmogelijkheid is. De geschiedenis is wat ons betreft geen argument. Met dat argument valt willekeurig welk revolutionair gedachtegoed onderuit te halen. Is socialisme fout nu het in de Sovjet-unie tot zoveel ellende leidde of zijn we in staat om genuanceerder te denken? Koen signaleert de verwarring binnen links als gevolg van de bemoeienis van nieuw-rechts. Volgens hem is dat een gevolg van het feit dat de linkse ideologie op deze punten niet al te sterk is. Dit is allicht juist, maar dat lijkt ons veeleer het gevolg van een taboe rond dit onderwerp, dan aan een open houding. Een sterke theorie is wat anders dan een ongenuanceerde afwijzing waarbij vele soorten bewegingen als gevolg van hun vermeende nationalistische karakter over een kam worden geschoren. Wij pleiten voor een opener houding ten opzichte van bevrijdingsbewegingen, waarbij gekeken wordt naar de gehele beweging in al haar aspecten waarvan het nationalisme er slechts één is.
Noten