Gebladerte-reeks 26, maart 2004

Auteur: Harry Westerink


Van god los

Ik ben de puike prediker,
want ik verkondig u het tijdperk van de goddeloosheid.
Ik ben de godslasteraar die godsliederlijke taal uitslaat.
Bij nacht en ontij bezoedel ik
de heiligheid en de heerlijkheid des heren
en als een godvergeten zakkenroller ontvreemd ik u de zekerheid
van een leven na dit leven.
Ik kwam en zag hoe slaafse gelovigen door het stof kropen
en tot stof vergingen
om hun goden en godenzonen tevreden te stellen.
Ik ging en hoorde het kermen en knarsetanden van de goegemeente
die verdoemd zegt te zijn
door onze lieve heer
of door de erfzonde
of door een slecht karma
of door het getal 13
of door de planeet Uranus
die in conjunctie staat met de planeet Mars
of door het bovenaardse plan van de 7 wetmatigheden in het kwadraat
die men moet aftrekken van de 9 onderwerelden,
waarna de volksmassa's in hemel en hel opgeteld dienen te worden
bij de humbug en fantasterij
die men in het rijk van de engelen en de overige corifeeën aan gene zijde
door middel van bijgevoegde antwoordstrook 24 uur per dag kan bestellen
en die gegarandeerd binnen 5 dagen zonder verdere onkosten
bij u worden thuisbezorgd.
Dus wee je gebeente als je het noodlot durft te tarten.

Sinds de invoering van de gloeilampen van Philips
leven we in duistere tijden,
want het einde nadert
en het begin ligt achter ons,
dus het einde van het begin hebben we gehad,
maar het begin van het einde breekt aan.
U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen
en de 144 pesten en plagen zullen u en de uwen teisteren en treffen
als de doodschoppen die op voetbalvelden worden uitgedeeld.
Geen steen zal op de andere blijven liggen
en de zonen zullen tegen hun vaders opstaan
als klimop tegen de schutting van uw achtertuin
en u zult uw buurman of buurvrouw begeren
gelijk uw naaste u lief zal hebben tot in lengte van dagen.

Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.
U zult bij volle maan bijeenkomen
om inheemse goden te aanbidden
en moeder aarde te eren
door middel van een rituele klompendans
die uw voorouders plachten uit te voeren,
nadat zij zich in hun wouden hadden verzadigd aan een everzwijn
en zich onder het slaken van de kreet "eigen stam eerst"
op de borst hadden geslagen.
En u zult koffiedik kijken
en handpalmen lezen
en horoscopen trekken
en steeds dieper wegzakken in het moeras van de nieuwe tijd
die even nieuw is als de kont van god die al eeuwenlang wordt afgelebberd.
En ik voorspel u dat u zult voorspellen tot u een ons weegt
en tot u zelfs zover in de toekomst kunt schouwen
dat u kunt voorzien dat u zich in dit leven
aan de ketting gaat leggen
van het hondenhok van de spiritualiteit
en dat u zich in een volgend leven
gaat laven aan spiritualiën.

Elk geloof is bijgeloof
en elk goed geloof is goedgelovigheid.
Elk geloof onderwerpt de mens
en laat hem of haar aan de leiband lopen van een hogere macht
die het voor het zeggen heeft.
Elk geloof miskent de mens als een wezen
dat genoeg heeft aan zichzelf.
Voorwaar, ik zeg u daarom: geen goden, geen meesters.
Eerder zal een kameel door het oog van een naald gaan
dan dat ik me bekeer
tot een of andere god of godenzoon
die voor mij en voor u gestorven zegt te zijn
of voor mij en voor u anderen laat sterven,
omdat zij niet of niet goed genoeg geloven.

Ik ben van god los
sinds ik lang geleden ophield om god te danken
voor het eten dat op mijn bord lag.
Want ik leerde dat niet god mij voedde,
maar mijn ouders,
zoals ik leerde dat niet god de mens schiep,
maar de mens god.
God mag weten waar hij vandaan komt,
maar ik weet het wel: god komt uit de botte kop van de mens.
Dat verklaar ik u plechtig, onder het voorbehoud
dat ik de feilbare tweebenige afstammeling van de aap ben
die weet dat vergissen menselijk is
en niets menselijks is mij vreemd.
Mocht mijn ongeloof ook een geloof blijken te zijn,
dan nog meen ik dat het beter is
om de goden te loochenen dan om hen te loven.
En gaat nu heen en weest vrolijk met mij en vermenigvuldigt u,
want van u en van u alleen is de goddeloosheid,
tot in eeuwigheid.
Maar dat duurt wel erg lang.

Terug