Gebladerte-reeks 26, maart 2004
Auteur: Harry Westerink
Dat er op zo'n zachte en heldere najaarsdag,
op een dag met schapewolkjes en een fris windje,
met rijpe bomen die hun eerste bladeren laten vallen,
terwijl wandelende en winkelende en babbelende mensen
in volle bloei staan,
evenals de jongens en meisjes die op school naar buiten kijken
en de huiskamerplanten waartegen de huisvrouwen volmondig keuvelen,
terwijl het water in de grachten onverstoorbaar voortkabbelt
en een verliefde student zijn vriendin zwierig een bloemetje aanbiedt,
dat er op zo'n gezellige dag, en de dag erna ook, in de hele wereld
36.000 kinderen sterven van de honger,
dat zoveel ongelukkige schepsels
- ja, het is wat -
dat zoveel onschuldige schatten geen eten hebben
om in leven te blijven,
dat zou je toch niet zeggen.
Daarover zou je toch zwijgen.
Maar het is wel iets dat je zonder zoden aan de dijk
aan het denken zet.