Doorbraak 2, juni 2009 Auteur: Taylan Ozgur
PvdA jaagt op witte stemmen
Hoe de auteurs van de nota hun vertrekpunt omschrijven is ronduit bizar, alsof er in Nederland een burgeroorlog woedt. Er wordt zelfs gesproken over “een opstand van de behoudende massa tegen de complexe, multiculturele samenleving”. Zo stellen ze in de resolutie: “De aanslagen van 11 september 2001, de moord op Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh brachten aan het licht hoe kwetsbaar het samenleven in Nederland was. Te veel oude Nederlanders en te veel nieuwe Nederlanders hadden met de rug naar elkaar toe geleefd. De schok van 9/11 werd over de hele wereld en dus ook in Nederland heftig gevoeld. En die schok wreekte zich hier onder meer in wantrouwen tussen oude en nieuwe Nederlanders.” De zogenaamde mislukte integratie wordt zo linea recta in verband gebracht met nationale en internationale misdaden. Zelfs de moord op Pim Fortuyn, die politiek gezien natuurlijk helemaal niet in het rijtje past, wordt er zonder enige schroom tussen gezet. De auteurs produceren een tweedeling in de samenleving door het gebruik van de termen “oude en nieuwe Nederlanders”. Niemand weet wat die termen betekenen. Niemand kan aangeven wie er bij “de oude Nederlanders” horen en wie bij “de nieuwe”. In de resolutie is het antwoord daarop in elk geval niet te vinden. Zo wil de PvdA zich vrijwaren van de beschuldiging van racisme. Maar de partij zet de deur naar dat racisme wel wagenwijd open. Wantrouwen De auteurs schrijven maatschappelijke problemen als criminaliteit, schooluitval en verpaupering in de grote steden toe aan de aanwezigheid van nieuwkomers. Zo lijkt het alsof de PvdA nog net niet wil meelopen met de racistische stoet van de PVV, maar hen langs de kant van de weg wel enthousiast wil toejuichen. Om toch nog wat verschil aan te brengen beschuldigen de auteurs de rechts-populisten van islamofobie en het veroorzaken van verdeeldheid. Ze doen er echter zelf doodleuk aan mee. In de nota wordt gesteld dat sommige nieuwe Nederlanders het bestaande wantrouwen in de samenleving hebben vergroot, omdat progressieve waarden als de vrijheid van meningsuiting en de gelijkheid van man en vrouw en van hetero en homo botsen met de tradities, culturen en religies die ze meebrengen. Het vertrouwen in een gedeelde toekomst zou zijn geschaad door radicalisering en door de dreiging van internationaal terrorisme. De auteurs schetsen daarbij een fictief beeld van de samenleving. Ze suggereren dat het uitsluitend nieuwkomers zijn die de veronderstelde westerse normen en waarden aanvallen. Maar in feite komt homo- en vrouwenhaat ook structureel in “autochtone” kringen voor. Overigens blijft in de resolutie onduidelijk welk verband de auteurs zien tussen de door hen veronderstelde dreiging vanuit “allochtone” hoek aan de ene kant en de hoge schooluitval, verpaupering en overlast aan de andere kant. De auteurs verwijzen naar eerdere analyses die stellen dat de integratie is mislukt. Nederland zou te tolerant zijn geweest tegenover nieuwkomers. Het onbehagen daarover zou lang verstopt zijn gebleven, maar sinds Fortuyn toch naar boven zijn gekomen. De PvdA neemt hiermee een rechts en migratievijandig standpunt in. De partij koppelt bestaande problemen los van hun sociaal-economische context en verbindt die aan etniciteit, culturen en religies. De nota verwijst niet naar de sociaal-economische aspecten die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de migratie vanuit Marokko en Turkije in de jaren 60 en 70. De auteurs besteden bewust geen aandacht aan de voordelen van migratie voor de Nederlandse werkgevers. Ook benoemt men niet wat er met de Nederlandse economie zou gebeuren als migranten massaal zouden vertrekken. Een enkele PvdA-er roept wel eens dat migranten een nuttige bijdrage leveren, zoals de PvdA-ideoloog Paul Kalma. Maar de partijlijn is in de loop der jaren steeds migratievijandiger geworden. De ongelijke machts- en welvaartsverschillen in de samenleving worden al jaren mede veroorzaakt en in stand gehouden door de PvdA. De partij vertegenwoordigt de neo-liberale agenda, de bron van veel ellende. Mythe De heersende gevoelens van onveiligheid en onzekerheid in de samenleving zijn mede ontstaan door individualisering en een steeds verder afbrokkelend vertrouwen in gevestigde politieke partijen, die steeds meer op elkaar zijn gaan lijken. Linkse partijen hebben daardoor hun geloofwaardigheid verloren. Ze zijn vooral op jacht naar stemmen om hun macht te behouden. Hoe ze die stemmen gaan winnen, wordt vooral ingegeven door pragmatische en opportunistische overwegingen, en nauwelijks meer door principiële, laat staan door duidelijk linkse standpunten. De PvdA schuift dan ook steeds verder op naar rechts, en de SP en GroenLinks ondernemen vrijwel niets tegen de PVV. De migranten zijn door parlementair rechts én links in het defensief gedrukt. De nota staat uitvoerig stil bij de door de partij veronderstelde hoge tolerantie van het vroegere Nederland. In dat klimaat zou de integratieproblematiek - die nu van de daken wordt geschreeuwd - niet zijn benoemd. Dat zou men hebben beschouwd als discriminatie. Maar dat vroegere tolerante Nederland is een mythe. De “gastarbeiders” van de jaren 60 en 70 kampten met grote problemen. Ze waren alleen maar welkom om hier het vuile, zware, eentonige en slecht betaalde werk te komen verrichten. De overheid schoot daarbij flink tekort in taalonderwijs en huisvesting. De migranten kregen te maken met gezondheidsklachten, racisme, uitbuiting op de werkvloer, en lage pensioenen. Zelfs nu, na zoveel jaren, zijn veel gepensioneerde migranten afhankelijk van een uitkering, omdat hun pensioen niet voldoende is om van rond te komen. Soms krijgen ze maar 50 euro pensioen per maand. Veel eerste generatie-migranten zijn ziek geworden door zich jarenlang af te beulen. Vandaag de dag wonen velen in achterstandsbuurten en in slechte huizen. Dat heeft niets te maken met hun afkomst, maar met hun lage sociaal-economische positie. Volgens de nota is er sinds Fortuyn een einde gekomen aan het stilzwijgen rondom integratieproblemen en aan “het pappen en nat houden” van migranten. Maar de auteurs verzwijgen op hun beurt het racistische karakter van de rechts-populistische beweging. Ze nemen die beweging zelfs als vertrekpunt voor hun nota. Trots De laatste jaren wordt er in Nederland steeds meer nadruk gelegd op de nationale identiteit. Door de kapitalistische wereldeconomie en de eenwording van Europa leek het even alsof nationalisme uit de mode was. Maar niets was minder waar, zo bleek bijvoorbeeld uit het afwijzen van de Europese grondwet. Naast linkse argumenten tegen het kapitalistische machtsblok EU, heerst er in de samenleving vooral een rechts-populistische anti-Europa retoriek. PvdA-leider Wouter Bos ziet er geen kwaad in om zich openlijk uit te spreken voor “nationale trots”. Zo stelde hij in november 2008 dat de PvdA “een beschaafde vorm van nationalisme” moet ontwikkelen. Een paar maanden later gaf hij aan dat de term “trots” niet alleen bij rechts hoort. Zo kiest de PvdA voor dezelfde retoriek als de PVV en TON. De partij pleit voor Nederlands nationalisme, in plaats van voor arbeidersstrijd, solidariteit en gelijke rechten voor iedereen. Daarmee laat de partij armen, werklozen en migranten links liggen. De auteurs van de nota verklaren geen grenzen te willen stellen aan liefde en recht op vrije partnerkeuze. Maar een stukje verderop in de nota logenstraffen ze deze mooie woorden door de inburgeringsplicht in het buitenland te verdedigen. Internationale rapporten wijzen erop dat de Nederlandse overheid zich met die plicht schuldig maakt aan discriminatie. Het doel ervan is namelijk beperking van de huwelijksmigratie. Net als alle andere partijen streeft de PvdA ernaar om arme, laag opgeleide en kansloos geachte migranten buiten te houden. Alleen de rijken en hoogopgeleiden maken nog een kans om binnengelaten te worden. De partij heeft de mond vol van vrouwenemancipatie. Maar men verdedigt de regels van het verblijfsrecht voor huwelijksmigranten, die drie jaar lang volkomen afhankelijk zijn van hun partner. |