Doorbraak 4, december 2009 Auteur: Harry Westerink
(Boekrencensie) “Wij slaven van Suriname” is voor het emancipatieproces van de nazaten van Surinaamse slaven uiterst belangrijk geweest. In zijn boek beschreef De Kom, wiens vader nog slaaf was geweest, meeslepend de gruwelijke geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel en slavernij. Hij toonde aan dat de afschaffing van de slavernij in 1863 niet het einde betekende van uitbuiting en onderdrukking. De afstammelingen van slaven en de nieuw aangevoerde Hindoestaanse en Javaanse contractarbeiders gingen tot ver in de twintigste eeuw gebukt onder racisme, beroerde woon- en arbeidsomstandigheden, hoge kindersterfte, ondervoeding, werkloosheid, en slechte gezondheidszorg. De Kom riep de diverse bevolkingsgroepen op om gezamenlijk te strijden tegen kolonialisme en kapitalisme, en zich niet tegen elkaar te laten uitspelen door de verdeel- en heerspolitiek van de Nederlandse machthebbers. Dat is de blijvende waarde van een van de eerste en bekendste uit de Surinaamse hoek afkomstige anti-koloniale geschriften. Hoe actueel De Koms boek nog steeds is, blijkt bijvoorbeeld uit zijn weergave van het onderwijs in de kolonie. Dat stond volkomen in het teken van de verheerlijking van de Nederlandse kolonisator. Een dergelijke nationalistische indoctrinatie voert ook in de huidige inburgeringscursussen de boventoon. "Wanneer wij, kleine negerjongens, kinderen of kleinkinderen van slaven, op school les in de vaderlandse geschiedenis kregen, dan was dat natuurlijk de geschiedenis der blanke krijgslieden", zo herinnerde De Kom zich zijn jeugd in het begin van de twintigste eeuw. "Voor de klas stonden de eerwaarde Tilburgse broeders en zij onderwezen ons in de heldendaden van Piet Hein en De Ruyter, van Tromp en de Evertsen en Banckert. Wij, zwarte kinderen op de achterste banken (de voorsten waren bestemd voor zoons en dochters van Europeanen), martelden onze hoofden om er de jaartallen van Hollandse, Beierse en Bourgondische gravenhuizen in te pompen. Wij, die met de stok gestraft werden wanneer wij het waagden binnen de schoolmuren onze eigen Surinaamse taal te spreken, moesten in geestdrift raken voor de opstandigheid van Claudius Civilis en de dappere Verlatinghe van Willem de Zwijger. Wij, die de namen van de opstandelingen Bonni, Baron en Joli Coeur tevergeefs in onze geschiedenisboekjes zochten, beijverden ons om vlug en nauwgezet voor het examen de namen en jaartallen op te dreunen der Nederlandse gouverneurs, onder wier bewind men onze vaders als slaven ingevoerd heeft. En het systeem werkte. Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen. Het heeft lang geduurd voor ik mijzelf geheel van de obsessie bevrijd had dat een neger altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere blanke." Monument De in 1898 in Paramaribo geboren De Kom vertrok in 1920 naar Nederland. Hij trouwde met Nel Borsboom, een witte vrouw met wie hij vier kinderen kreeg. Steun voor zijn anti-koloniale strijd vond hij alleen in communistische kringen. Hij werd een belangrijk woordvoerder van de beweging die pleitte voor de onafhankelijkheid van de koloniën. In 1933 keerde hij terug naar Suriname. Hij begon daar een gratis adviesbureau voor de arme bevolking, dat snel een groot succes werd. Op sommige dagen dromden meer dan vijftienhonderd mensen voor het bureau samen. De koloniale autoriteiten moesten niets hebben van de opkomende arbeidersstrijd en beschouwden De Kom als een staatsgevaarlijke oproerkraaier. Hij werd al snel opgepakt en zonder vorm van proces drie maanden gevangen gehouden. Een grote menigte die zijn vrijlating eiste, werd beschoten door de politie. Daarbij vielen twee doden en 22 gewonden. Het koloniale bestuur wilde van de lastpak De Kom af en zette hem uit naar Nederland. Hij werd bij aankomst hier door zo'n tweeduizend mensen als een held binnengehaald. Staand op het dak van een auto sprak hij de menigte toe: “Ik wil met jullie strijden tegen het imperialisme dat de vijand is van blanke en bruine arbeiders. Ik roep jullie sympathie en jullie daadwerkelijke solidariteit in voor het ongelukkige Surinaamse proletariaat.” Na publicatie van “Wij slaven van Suriname” in 1934 werd hij steeds bekender. Maar door de crisis van de jaren 30 bleef hij lang werkloos en verarmde hij. Zijn andere geschriften werden niet uitgegeven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging De Kom in het verzet. Hij schreef voor illegale bladen en deed koerierswerk. Zoals zoveel andere verzetsstrijders werd ook De Kom opgepakt. Hij werd gedeporteerd naar concentratiekamp Neuengamme, waar hij vlak voor de bevrijding overleed. De recente biografie “Anton de Kom” van Alice Boots en Rob Woortman biedt naast een heleboel boeiende informatie over leven en werk van De Kom ook een belangwekkende uiteenzetting over de beeldvorming rond zijn persoon. Vrijheidsstrijder, verzetsheld, vakbondsman, Surinaamse nationalist, communist, revolutionair, schrijver, aanklager, banneling: De Kom is tijdens zijn leven en vooral na zijn dood voorzien van allerlei etiketten en omringd door mythen. De persoon van en het beeld over De Kom zijn zo nogal los van elkaar komen te staan. Daar komt bij dat de populariteit en de politieke erfenis van De Kom in de jaren 80 is misbruikt door het toenmalige bloedige militaire bewind van Suriname. Om zich een revolutionair imago aan te meten, maakte het regime hem tot een belangrijk onderdeel van de staatspropaganda. “Bijna niemand heeft Anton de Kom gezien als een vertegenwoordiger van de zwarte emancipatie die in de jaren 30 sterk opkomt in de Verenigde Staten maar in Nederland weinig aandacht krijgt, omdat het land dan nog zo weinig mensen van Afrikaanse afkomst telt”, aldus Boots en Woortman. Zij lijken zich tot taak te hebben gesteld om De Kom tot een mens van vlees en bloed te maken, en te breken met legendevorming als “zwarte messias”. Zo willen ze persoonsverheerlijking en heiligenverhalen proberen te voorkomen. De biografen gaan ook in op de onverkwikkelijke affaire rond het standbeeld van De Kom op het Anton de Komplein in Amsterdam-Zuidoost. Na een uitgebreide inspraakprocedure werd in 2006 gekozen voor een monument dat De Kom naakt uitbeeldt. Dat leidde tot boze reacties, niet alleen uit de Surinaamse hoek. De Kom was altijd opvallend deftig en elegant gekleed. Hij was geen slaaf die naakt door het leven moest gaan. “Stel je eens voor dat Anne Frank zonder kleren wordt uitgebeeld”, aldus critici van het monument, “dat zou toch ook niet kunnen?” “Anton de Kom”, Rob Woortman en Alice Boots. Uitgeverij: Contact, € 49,95. ISBN: 9789025432485. |