“Genderqueer”: een bloedeerlijke autobiografische strip
“Ik wil geen meisje zijn. Maar ik wil ook geen jongen zijn. Ik wil gewoon mezelf zijn“, schrijft Maia Kobabe in het autobiografische stripboek “Genderqueer. Een memoir”. Deze hartverwarmende grafische roman omvat ongeveer de eerste 28 jaar van Maia’s leven. Goed dat dit boek nu ook in het Nederlands uitgebracht is. Wat Maia meemaakt, zal waarschijnlijk heel herkenbaar zijn voor degenen onder ons die moeite hebben met de opgelegde genderrollen of zich afvragen of ze misschien non-binair zijn. Maar deze strip is ook geschikt voor mensen die nog niet zoveel ervaring hebben met dit onderwerp en juist meer willen weten over hoe het is om te worstelen met twijfels over je gender. Het is makkelijk om mee te leven met Maia, die je als het ware voor je ogen ziet opgroeien.
In deze boekrecensie gebruik ik de Spivak-voornaamwoorden, omdat de (Engelstalige) auteur daar de voorkeur aan geeft. “E”, “em” en “eir” als genderneutraal alternatief voor hij/zij, hem/haar en zijn/haar. Michael David Spivak was een Amerikaanse wiskundige die in 1990 voor het eerst deze voornaamwoorden in zijn handleiding “The Joy of TeX” gebruikte, zodat geen enkele persoon in zijn voorbeelden een bepaald gender had. In Nederland worden meestal de termen “die”, “hen” en “hun” als genderneutrale voornaamwoorden gebruikt. Een ongelukkige keuze, wat mij betreft. “Hen” en “hun” wordt van oudsher als een meervoudsvorm gebruikt en dat kan onnodige verwarring opleveren als daar één persoon mee bedoeld wordt. Dit alles terzijde, om te voorkomen dat een losse “e” als typfout opgevat wordt.
Woorden zijn belangrijk
Het is even wennen om genderneutrale begrippen te gebruiken. Maar als er geen woorden bestaan voor wie je bent of hoe je je voelt, beschouw je jezelf al gauw als een buitenstaander of zelfs als abnormaal. Maia heeft een zorgeloze jeugd en een liefhebbende familie, maar wordt al jong geconfronteerd met docenten, klasgenoten en maatschappelijke normen die em in een keurslijf willen dwingen door gedrag en kleding te verwachten die “passend” is bij een bepaalde genderrol. Ontdekken of er een woord is voor wat e is en hoe e zich voelt, is een zoektocht vol twijfels. “Mijn diepgaandste emotionele relaties waren met vrouwen. Betekende dat dat ik lesbisch was? Maar mijn seksuele fantasieën draaiden om twee mannen. Was ik dan misschien een homoseksuele jongen in een meisjeslichaam? Intuïtief voelde ik aan dat er een derde optie moest zijn, als een zaadje dat nog in de aarde sluimerde. Het zaadje ontkiemde en kreeg bladeren, maar ik had geen woorden om de plant te benoemen.”
Genderidentiteit
In het derde jaar van de middelbare school ontdekt Maia het woord “transgender”, maar e weet niet hoe e zelf in dit plaatje past. Maia vermoedt aseksueel te zijn vanwege eir lage libido. In de tijd dat Maia op de universiteit zit, vraagt iemand: “Waarom zie jij jezelf eigenlijk als non-binair en niet als trans man?” Maia antwoordt: “Omdat ik eigenlijk graag wil dat mensen mijn gender niet meteen kunnen zien. Ik wil geen baard en ik wil niet dat mijn stem verandert. Ik wil niet meer genderkenmerken, ik wil er minder.” De speurtocht naar de woorden die Maia wil gebruiken om zichzelf te beschrijven lijkt ten einde. Nu nog voor elkaar krijgen dat de rest van de wereld ze ook gaat gebruiken…
Tobben en juichen
In “Genderqueer” beschrijft Maia met nietsontziende openhartigheid eir angsten, twijfels en onzekerheden. Gelukkig bestaat eir leven niet alleen uit tobberijen. Leuke nerdy jongensonderbroeken kopen, stapels boeken lezen, fanfiction schrijven, het pak van een kunstschaatser of “gay pinguins” kunnen reden tot vreugde zijn. Ook gelijkgestemden ontmoeten in een Queer-Straight Alliance op school of een Pride demonstratie bijwonen zijn positieve ervaringen die Maia meemaakt.
Dit boek maakt duidelijk hoe belangrijk het is om goede vrienden en een begripvolle familie te hebben. Maia schreef en tekende deze beeldroman oorspronkelijk om eir familie uit te leggen hoe het is om non-binair te zijn. Gelukkig ontwikkelde dat zich tot een verhaal dat iedereen kan lezen. Deze autobiografie is toegankelijk, moedig en bloedeerlijk. Ongetwijfeld zal het voor velen herkenbaar, informatief en inspirerend zijn.
Boek in de ban
De Engelstalige versie van dit boek verscheen al eerder. In de VS ontstond er een enorme controverse over. In 2021 was het “the most banned book” in bibliotheken en op scholen. Blijkbaar is het daar wel normaal om vuurwapens te hebben, maar gaat het te ver als er in een strip sprake is van masturbatie of menstruatiebloed.
Overigens is er geen enkele sprake van pornografische afbeeldingen. Maia zet enkele schuchtere stappen op het gebied van de liefde en probeert wat dingen uit (die niet allemaal even goed bevallen). Heel herkenbaar juist voor jonge mensen, lijkt me. Menstrueren is een van de “demonen” (angsten) die Maia het hoofd moet bieden tijdens eir jeugd en e tekent openhartig welke onzekerheden en kwellingen dat opleverde. De tekenstijl oogt fris, helder en eenvoudig, en is zeker niet duister of erotisch te noemen. Het is tragisch dat kinderen en jongeren in de VS, die met dezelfde vraagstukken als Maia worstelen, dit boek misschien niet onder ogen zullen krijgen.
Wordt vervolgd?
Aan het eind van het boek kan Maia nog steeds moeilijk voor zichzelf opkomen. E is dan achter in de twintig en durft nog niet goed aan te geven met welke voornaamwoorden e aangesproken wil worden. In de klas waar e striptekenles geeft, durft e niet uit de kast te komen als non-binair. In het éénnalaatste plaatje denkt Maia: “Volgende keer. Volgende keer zeg ik het.” Wat treurig dat het in een maatschappij waar cis/hetero de norm is, zoveel moed en strijd kost om jezelf te kunnen zijn. Ik hoop dat er ooit een tweede deel zal verschijnen waarin Maia meer plezier heeft en sterker in eir schoenen zal staan. Aan durf ontbreekt het de auteur op dit moment in ieder geval niet!
“Genderqueer. Een memoir”, Maia Kobabe. Uitgeverij: Davidsfonds Infodok, € 24,99. ISBN: 9789002277986.
Kaya van Kesteren
Vertaald door?
Beste Mieke,
Je bent vast zelf vertaler. Ik kan me goed voorstellen dat je vindt dat vertalers vaker genoemd moeten worden. Hierbij wat aanvullende informatie. Lies Lavrijsen heeft de tekst vertaald in het Vlaams. Er staan enkele Vlaamse begrippen in het boek, maar het is prima te begrijpen voor Nederlanders. De inkleuring is gedaan door Phoebe Kobabe, de zus van de auteur. Het zetwerk is gedaan door KaaTigo. De Belgische uitgeverij Infodok komt voort uit het Davidsfonds, een omvangrijk cultuurnetwerk, van origine katholiek en opgericht in 1875 om Nederlandstalige cultuur te promoten. Ik hoop dat je, op jouw beurt, begrijpt dat het binnen de beperkte ruimte van een recensie bijna onmogelijk is om alle mensen eer te bewijzen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van een boek. Recensies schrijven doe ik als vrijwilligerswerk omdat ik het belangrijk vind om bepaalde boeken te promoten. Bij het schrijven van recensies staan voor mij vooral de auteur en de inhoud van het boek centraal.