Gepassioneerde verloskundige voor vrouwen zonder verblijfsrecht

Sadiye Demir

In 2020 bestaat stichting Gezondheidszorg Illegalen Leiden (GIL) 25 jaar. Het netwerk van betrokken professionals is opgericht om de toegang tot de gezondheidszorg voor mensen zonder verblijfsvergunning mogelijk te maken en te vergroten. Doorbraak sprak met Sadiye Demir, verloskundige en bestuurslid van GIL, over haar ervaringen bij het werken met zwangere vrouwen zonder verblijfsrecht.

Sadiye runt samen met een collega een kleine verloskundigenpraktijk in de zeer gemêleerde Merenwijk in Leiden. Er wonen hoog- en laaggeschoolde mensen: goed betaalde tweeverdieners, expats en mensen die op bijstandsniveau leven. Zo’n veertig procent van de wijkbewoners is van niet-westerse afkomst. Vanwege de hogere graad van sociaal-economische en gezondheidsproblemen ontvangt de praktijk extra geld voor de grotere tijdsinvestering als gevolg van alle bijkomende taken. Dat dit geen overbodige luxe is, blijkt uit Sadiyes dagelijkse werk. Zo duurt bijvoorbeeld een intakegesprek met een nieuwe zwangere vrouw bij Sadiye soms anderhalf uur, in plaats van een meer standaard gesprek van zo’n twintig minuten.

Extra inspanningen

“Ik ben niet alleen verloskundige, maar ook psycholoog en maatschappelijk werker voor veel vrouwen. Ze komen bij mij met allerhande problemen waar ik een oplossing voor probeer te vinden. Sommige mensen zijn heel arm, hebben nauwelijks te eten. Ik wijs ze dan op de voedselbank. Er is echter veel schaamte om daar gebruik van te maken. Ik praat dan veel met hen om die drempel weg te nemen.” Het komt ook voor dat Sadiye zelf aangifte van de geboorte van de baby doet bij het geboorteregister van de gemeente, bijvoorbeeld omdat de moeder geen verblijfsvergunning heeft. Het is zelfs een plicht voor de verloskundige om dat te doen als er bij een thuisbevalling niemand anders aanwezig is.

Dit soort problemen spelen niet alleen bij mensen zonder verblijfsvergunning. Sadiye werkt vanuit een public health-visie waarbij ze zich richt op alle factoren die de gezondheid van moeder en (ongeboren) kind beïnvloeden. “Om de juiste zorg in te zetten moet je kijken naar de emotionele, relationele, somatische en financiële aspecten. Dat heeft allemaal invloed. Ik heb daarom niet alleen contact met kraamzorg en ziekenhuis, maar ook met het Jeugd- en Gezinsteam, de Binnenvest (maatschappelijke opvang), subsidiefondsen, de kerk, enzovoorts. Met voormalig huisarts Kea Fogelberg heb ik een korte lijn voor overleg en advies bij complexe situaties van vrouwen zonder verblijfsvergunning. En natuurlijk ook met het spreekuur van De Fabel van de illegaal. Mijn doel is om stabiliteit te creëren voor de komst van de baby.”

Armoede

Vrouwen zonder verblijfsvergunning maken zich zorgen om de kosten. Daardoor zoeken ze soms pas laat in de zwangerschap begeleiding van een verloskundige. “Ik stel hen gerust dat dit via de overheid is geregeld. Ze hebben gedurende de zwangerschap, bevalling en nazorg recht op dezelfde zorg als vrouwen die wel zijn verzekerd. Sommigen melden zich pas na 24 weken zwangerschap voor het eerst aan. Dan moet ik hen, volgens het protocol, verwijzen naar het ziekenhuis voor begeleiding.”

Voor vrouwen die weinig financiële armslag hebben, met of zonder verblijfsrecht, maakt Sadiye gebruik van haar netwerk en van subsidiefondsen. “Op onze Facebook-pagina zet ik verzoeken voor babyspullen. Vrouwen die we eerder hebben geholpen met een bevalling doneren vaak de spullen die ze zelf niet meer nodig hebben. Kleding, maxi cosi’s, bedjes, speelgoed. Verder schrijf ik fondsen aan en stel ik zelf pakketten samen.”

Belangenbehartiger

Sadiye maakt al zo’n negen jaar deel uit van stichting GIL, dat mede op initiatief van het Doorbraak-spreekuur De Fabel van de illegaal is opgericht. Ook twee medewerkers van het Fabel-spreekuur zijn bestuurslid van GIL. De stichting heeft tot taak om de gezondheidszorg voor mensen zonder verblijfsvergunning niet alleen toegankelijk te maken, maar ook te houden.

Sadye vervult haar ambassadeursrol als GIL-bestuurslid met verve. Ze is een vraagbaak voor collega’s en gaat tot het uiterste om moeder en (ongeboren) kind dat te geven dat ze nodig hebben. Ze doet dat vanuit de volle overtuiging dat beroepskrachten in de gezondheidszorg iedereen, ongeacht afkomst en status, gelijkwaardig moet behandelen. Ze heeft dan ook weinig begrip voor collega’s en instellingen die dat niet doen. “Ik heb te maken met huisartsen en ziekenhuispersoneel dat duidelijk onderscheid maakt. Die niet die mate van respect tonen en de gelijke behandeling geven waar mensen recht op hebben. Sommigen zijn ronduit kleinerend of racistisch. Ik mijd hen. Als een zwangere vrouw een verwijzing naar een bepaald ziekenhuis heeft waar dit speelt, dan zet ik het om naar een ander ziekenhuis.”

Onveilig

Anderzijds ziet ze ook dat veel zorgverleners onvoldoende kennis en inzicht hebben in de specifieke problemen waar mensen zonder verblijfsvergunning mee te maken hebben. Ook zijn ze niet altijd goed op de hoogte van de regeling voor “onverzekerbare vreemdelingen” die mensen zonder verblijfsrecht recht geeft op financiële vergoeding voor verleende zorg, als ze die zorg niet zelf kunnen betalen (wat vrijwel altijd het geval is). Sadiye plaatst informatie hierover op de website van de regionale coöperatie van verloskundigen waar ze lid van is.

“Ik word regelmatig gebeld door collega-verloskundigen omdat ze weten dat ik de wegen ken. Ik wijs hen er op dat vrouwen zonder verblijfsvergunning extra kwetsbaar zijn. Er kan sprake zijn van misbruik, ongewenste zwangerschap, onveilige leefomstandigheden voor een bevalling of voor de kraamtijd. Als het echt onverantwoord of onveilig is voor moeder en kind, dan moet ik een instantie inschakelen.”

Samen de schouders eronder

Hoe ver Sadiyes betrokkenheid gaat, blijkt uit het verhaal over een zwangere alleenstaande moeder met drie kinderen. “Ze had geen onderdak en stond er helemaal alleen voor. Ik heb met instanties een kamer in een hotel voor haar kunnen regelen, zodat ze in voorbereiding op de bevalling een stabiele plek had. Het was voor haar heel angstig. Ik heb met het hotel geregeld dat ik de sleutel kreeg, zodat ik op elk gewenst moment naar binnen kon. Inmiddels is de vrouw bevallen en heeft ze een andere woonplek. Via onze Facebook-pagina hebben we spullen voor haar kunnen regelen. Zo hebben we ook wel eens een mobiele telefoon van een kerk gekregen, zodat een zwangere vrouw bereikbaar was en om hulp kon bellen als dat nodig was. Dat soort dingen kan ik niet alleen regelen. Daarvoor word ik geholpen door mijn stagiaire. En ook de inzet van andere organisaties in Leiden is essentieel.”

Ellen de Waard