“God is in de mens”. Nieuw boek over de religieuze wortels van mijn alevitische kameraden
“Van oudsher zijn wij dronken van de wijn der liefde. Onze plek is de kroeg, wij hebben geen moskee nodig”, zo begint İbreti (1920-1976) een van zijn gedichten. De alevitische dichter gebruikt de woorden “wijn” en “kroeg” weliswaar metaforisch, maar de meeste mensen zullen dit type teksten toch niet meteen associëren met een godsdienst. Alevieten komen oorspronkelijk uit Anatolië en de Balkan. Naar schatting 15 tot 25 procent van de inwoners van Turkije is aleviet, Turken én Koerden. Maar toch is het een relatief onbekende godsdienst. En dat is geen toeval, snap je na lezing van “God is in de mens”, het nieuwe boek van Mahmut Erciyas.
Al meer dan twee decennia mag ik een aantal alevieten rekenen tot mijn meest fijne kameraden. Onder de oprichters van Doorbraak bevond zich ook een flink aantal alevieten. Anders dan bij de meeste witte Nederlandse activisten, zijn ook hun families en bredere community grotendeels progressief, links en soms zelfs revolutionair. Door de jaren heen werden de alevitische wortels van hun solidariteit en politiek me steeds duidelijker. En ook werd ik me bewust van hun voorzichtigheid, en soms zelfs achterdocht, vooral als het gaat om anderen met een achtergrond in Turkije. Dat blijkt het logische product van eeuwenlange onderdrukking door hun soennitische buren, en vooral door eerst het repressieve soennitische Ottomaanse rijk en na 1923 door de formeel seculiere – maar in de praktijk evenzeer soennitische – Turkse staat met haar gewelddadige assimilatiepolitiek. Alevieten werden het slachtoffer van talloze pogroms, en nog steeds blijft het riskant om bekend te staan als aleviet. Toen oppositieleider Kemal Kılıçdaroğlu onlangs bekend maakte aleviet te zijn, kreeg hij veel haat over zich heen.
Alevieten hebben in reactie daarop altijd geprobeerd zoveel mogelijk onzichtbaar te blijven. Ze kenden geen grote instituten, en hun religieuze kennis werd veelal mondeling doorgegeven in de vorm van gedichten. Die worden voorgedragen, vaak begeleid door de saz, een snaarinstrument dat door de alevieten wel “de besnaarde Koran” wordt genoemd. Alevieten komen bijeen in een cem, een gebedshuis, mannen en vrouwen samen. Dat kan overal zijn, ook bij iemand thuis.
Che Guevara
Ik heb door de jaren heen veel geschreven en georganiseerd tegen antisemitisme, moslimhaat en geweld tegen christenen (Armeniërs in Turkije bijvoorbeeld). Maar ik moet eerlijk bekennen dat de rituelen en ideeën van deze bedreigde religieuze communities mij als linkse activist nooit bovenmatig hebben kunnen interesseren. Bij alevieten ligt dat net iets anders omdat hun religieuze bronnen hen eerder naar links dan naar rechts lijken te duwen. Natuurlijk kennen we ook bevrijdingstheologen, christenanarchisten en feministische moslima’s, maar die vormen eerder minderheden in hun religieuze gemeenschappen. Minderheden die het conservatisme van de meerderheden lijken te bevestigen. Tijdens een bezoek aan het misschien wel belangrijkste alevitische bedevaartsoord Hacıbektaş viel me op dat de toeristische winkeltjes daar niet alleen posters met beeltenissen van alevitische heiligen verkochten, maar dat die om en om met posters van Che Guevara en beroemde Turkse revolutionairen werden aangeboden. Kom daar maar eens om in Lourdes, het Vaticaan of Mekka.
Wat maakt het alevitisme in potentie progressiever en linkser dan veel andere religies? Dat is me na lezing van “God is in de mens” een stuk duidelijker geworden. Erciyas gaat daarin terug naar de basis: 25 alevitische gedichten van 16 verschillende dichters die heel bondig de essentie van het geloof weergeven. Bij elk gedicht legt hij op zeer leesbare en heldere wijze de achtergrond en diepere betekenis bloot. De gedichten dateren van de veertiende tot begin twintigste eeuw.
Wijngaarden
Voor de alevieten is God liefde. God zit volgens hen in elk mens en is overal. Alevitisme is in die zin ook animistisch: alles is bezield en er zijn heilige bomen, geiten, enzovoorts. God is dus niet iets van ver weg waar je bang voor zou moeten zijn. Alevieten moeten van hun geloof op zoek naar zelfkennis en kunnen alleen via die weg God leren kennen. Van de oprechte liefde voor God word je volgens hen dronken, vandaar ook de mooie beeldspraak over wijn (verlichting) en wijngaarden (kennis) en dergelijke. Waar sommige andere geloven nogal plichtmatig en routinematig van aard zijn, waarbij de gelovigen allerlei regels moeten naleven, staat voor alevieten de mystieke reis naar de liefde voor God, de medemens en de natuur centraal. De relatie tot God is puur persoonlijk en de kennis die men daarbij opdoet geheim. En dat is natuurlijk ook veiliger met het oog op de vervolging waaraan alevieten eeuwenlang bloot stonden.
“Wij hunkeren niet naar de hemel van morgen. Wij kennen het menselijk lichaam als hemel”, zegt İbreti. Ook voor alevieten bestaan de hemel en de hel, maar anders dan bij sommige andere geloven zijn die niet ver weg en van latere zorg. Het zijn manieren van leven. Het is de hemel als je goed leeft en de hel is als je je medemens slecht behandelt. De hel is de wroeging die je daarover voelt. God zit immers in al je medemensen en de natuur en die wil je juist ook daarom goed behandelen. Het gaat dus niet alleen om goed denken, maar ook om goed doen. Erciyas: “Dienstbaarheid aan de medemens is de ware vorm van aanbidding van God, onderstreept İbreti.” Het is heel voor de hand liggend dat veel alevieten dit in de loop der jaren omgezet hebben in concrete linkse politieke solidariteit.
Gelijkwaardigheid
Belangrijk voor de alevieten is de verering van Hoessein, die in Karbala werd vermoord door degenen die niet erkenden dat hij de Kalief zou zijn. Hoessein was een zoon van Ali, de neef en schoonzoon van de profeet Mohammed. Ali en Mohammed zijn volgens de alevieten één. Hoessein wordt vereerd als martelaar en verpersoonlijkt de strijd tegen onrechtvaardigheid en onderdrukking, aldus Erciyas. Verdere proto-linkse elementen zijn de vele gezegden, zoals dat rijk worden niet de weg naar God is, en dat iedereen gelijk is voor God. In de cem is iedereen gelijk, en volgens de overlevering was zelfs de profeet er niet welkom tenzij hij afstand nam van zijn status.
Net als bij andere religieuze communities gelooft een groeiend aantal van de leden niet meer in God. In het alevitisme zit die tendens richting humanisme echter al voor een deel ingebakken, lijkt het. Neem bijvoorbeeld de laatste strofen van een gedicht van de veertiende eeuwse (!) dichter Kaygusuz Abdal:
Jouw schepselen worden herinnerd
Met hun vader en moeder
Jij hebt geen ouders
Je lijkt op een bastaard, God
Ik zie Je overal
Van binnen en buiten ken ik Je
Als ik Je geheim zou openbaren
Zou Je situatie beroerd worden, God
Ik ben Kaygusuz, en zeg van hier
Jij die alles hebt geschapen
Haal het gordijn tussen ons weg
Laten we samen wandelen, God
Als God in iedereen zit, en je die goed leert kennen, kan je er kennelijk zo amicaal en schamper tegen praten. Het lezen van dit gedicht deed me denken aan de joodse traditie, zoals ik daarover las bij Erich Fromm in zijn “You Shall Be as Gods: a radical interpretation of the Old Testament and its tradition”. Ook deze radicale joodse denkers daagden God uit en plaatsen de mens meer en meer in het centrum van de wereld.
Renaissance
Het alevitisme is van oorsprong vooral een geloof van relatief geïsoleerde en sterk op elkaar betrokken boerengemeenschappen. Ik vermoed dat de ingebedde humanitische trend alleen maar versneld is na de trek van veel alevieten naar de grote steden in Turkije en West-Europa. En hoe saamhorig en gelijkwaardig de alevitische boerencommunities mogelijk ook waren, de stadslucht zal door velen toch ook als een bevrijding gevoeld hebben van de benauwende sfeer in de dorpen. In contact gekomen met de meer kosmopolitische stedelijke cultuur zullen veel alevieten hun ouderlijk geloof langzaam kwijt geraakt zijn. Wat vermoedelijk wel doorgegeven werd, was een progressieve levensinstelling, temeer daar veel alevieten zich aansloten bij linkse politieke bewegingen, voor hen een soort van ‘natuurlijke’ omgeving.
Sinds 1980 is er ook een alevitische renaissance gaande, waarbij het gedachtegoed een update krijgt en er voor het eerst instituten opgezet worden. Het is te hopen dat de meer linkse en humanistische stromingen in de community veel ruimte blijven krijgen. Ik kan me voorstellen dat Erciyas’ boek daar wel een steentje aan zal bijdragen. Jonge Turkse en Koerdische Nederlanders kunnen via dit boek weer contact zoeken met hun roots. Wellicht kennen ze sommige liederen van vroeger, maar heeft niemand hen meer kunnen uitleggen wat de precieze herkomst en betekenis ervan was.
Maar het boek is dus ook leuk en leerzaam voor andere Nederlanders die de roots willen leren kennen van deze nog onbekende Turkse en Koerdische community. En voor wie daarnaast op de hoogte wil blijven van actuele ontwikkelen is er “Alevitisch Nieuws” op Facebook, Twitter en Instagram.
“God is in de mens. Een poëtische inkijk in het alevitisme”, Mahmut Erciyas. Uitgeverij: Hermans, € 15,00. ISBN: 9789492108487.
Eric Krebbers