Gouden Eeuw was een tijd van stagnatie
De Gouden Eeuw markeert het einde van een hele lange periode van economische bloei in de Nederlanden, en in het bijzonder Holland. Die bloei begon in de elfde eeuw. Naast de traditionele goederenmarkt kwamen er markten voor grond, arbeid en kapitaal tot stand. Grote delen van de bevolking konden aan de nieuwe markteconomie deelnemen dankzij de opkomst van zelforganisaties zoals gilden en meentgenootschappen. Die zorgden voor gelijke kansen voor iedereen. Daardoor kon ondanks een enorme bevolkingsgroei de levensstandaard gelijk blijven en zelfs groeien. Een geweldige prestatie. Afgezien van een tijdelijke onderbreking in het midden van de veertiende eeuw, toen de Zwarte Dood de Nederlanden bezocht, duurde deze middeleeuwse bloeiperiode tot en met de zestiende eeuw. Maar aan het begin van de zeventiende eeuw stopte de groei van het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking. Bovendien werd de economie instabieler: er waren in de Gouden Eeuw grotere schokken en crises dan in de periode daarvoor. Wat er namelijk gebeurde was dat een kleine groep kooplieden de markt voor grond en kapitaal begon te monopoliseren. De nieuwe elite maakte zich meester van de politieke en bestuurlijke macht in de Republiek en gebruikte die om de markt zo in te richten dat zij er zelf beter van werd. De zelforganisaties uit de Middeleeuwen verdwenen of werden voortaan door deze elite gedomineerd. Arbeid werd vaker door middel van dwang ingezet. Denk aan de rasp- en spinhuizen, en de slavernij in de kolonies. Tweederde van de bevolking ging er tijdens de Gouden Eeuw in levensstandaard op achteruit. Ondertussen vergaarde een kleine groep enorme rijkdommen – waar we ons nu in het Rijksmuseum aan kunnen vergapen. Doordat de markt instabieler werd, trokken de rijken hun kapitaal steeds meer terug uit de eigen economie. Ze gingen liever beleggen in overheidsschulden of in opkomende economieën elders in de wereld.
Bas Kromhout in LESSEN: ‘Gouden Eeuw was een tijd van stagnatie’ (Historisch Nieuwsblad)