Grijze Wolven in Duitsland, deel 1 – hoe de CDU de Turkse fascisten in het zadel hielp

Cover van de brochure.

De Turkse voetballer Merih Demiral bracht bij een wedstrijd tijdens het recente Europees Kampioenschap voetbal in Duitsland de wolvengroet. Dat riep enthousiaste reacties op in kringen van Grijze Wolven, niet alleen in Turkije maar ook in onder andere Nederland en Duitsland. Hoe zijn die Turkse fascisten eigenlijk in Duitsland beland, hoe hebben ze zich weten te organiseren en wat is hun invloed? Daarover schreef een anti-fascistische onderzoeksgroep in Berlijn in de zomer van 2018 de brochure “De verwevenheid van de Duitse politiek met de MHP (Grijze Wolven). Als voorbeeld de CDU/CSU”. Een vertaling, in drie delen.

Deze brochure is een poging om de Turkse fascistische structuren, ook wel “Grijze Wolven” genoemd, en hun banden met de Duitse politiek te inventariseren aan de hand van het voorbeeld van de partijen CDU/CSU. Sinds de oprichting van de MHP in 1961 in Turkije door Alparslan Türkeş zijn er gerichte moorden gepleegd op dissidenten, zoals democraten, linkse mensen, maar ook alle mensen die niet pasten in het fascistische wereldbeeld van Türkeş en zijn Grijze Wolven.

Nikolaus Brauns, historicus en parlementair adviseur van de partij Die Linke, beschrijft het als volgt. In de periode tussen 1975 en de militaire staatsgreep in 1980 werden ongeveer 5.000 mensen gedood in gewapende conflicten. De meerderheid van deze doden waren sociaal-democraten, socialisten, vakbondsleden of leden van etnische en religieuze minderheden zoals alevieten en Koerden. Al voor de jaren zestig waren er nauwe banden tussen Turkse fascisten en de nationaal-socialisten die destijds in Duitsland aan de macht waren in het Derde Rijk. Door de vele overlappingen in ideologie en de latere gezamenlijke strijd tegen het communisme was er een nauwe samenwerking. Nadat Duitsland de oorlog verloor en moest capituleren, was er binnen de Duitse politiek geen consistente confrontatie met de fascistische personen in de instellingen van de Duitse staat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de samenwerking tussen fascisten uit Turkije en leden van de conservatieve CDU/CSU-partij voortduurde. Vooral na de militaire staatsgreep in Turkije in 1980 werd de samenwerking geïntensiveerd en vonden veel fascistische moordenaars en medewerkers uit Turkije onderdak in Duitsland en de hier gevormde structuren, zoals de Türk Federasyon (Turkse Federatie).

Interessant is dat vooral de conservatieve CDU/CSU een speciale rol speelt bij het relativeren van het gevaar van de Turkse Grijze Wolven en bij het ondersteunen van de oprichting van hun structuren. Deze brochure is geen definitief werk over dit onderwerp. Tijdens het onderzoek werd al snel duidelijk dat dit een bodemloze put is. De blog “Forward and Never Forget Islamism and Society” van een Duitse blogger moet hier ook genoemd worden.

Tegelijkertijd zijn er vloeiende overgangen tussen politici, vooral die van de CDU/CSU, en ultra-nationalistische Turkse structuren zoals ATIB, Milli Görüş, maar ook naar de AKP, de partij van de fascistische despoot Erdoğan.

Tegenwoordig treden deze organisaties gematigder op dan in het verleden. De schandalen van de jaren negentig en jaren nul hebben ertoe geleid dat structuren die duidelijk geassocieerd worden met Turkse fascisten zich nu zo gematigd presenteren dat Duitse politici hen zien als een aanspreekpunt voor soennitische moslims, zoals de Coördinatieraad van Moslims in Duitsland, die bestaat uit vier koepelorganisaties, waarvan de meeste bestaan uit soennitische moslims van Turkse afkomst en dus slechts een vijfde van alle moslims in Duitsland vertegenwoordigen.

Dit is des te gevaarlijker omdat ze vanwege hun gematigde gedrag mee mogen doen in migratieraden en zo migratiebeleid kunnen beïnvloeden in een richting die wordt geleid door hun belangen. Bovendien wordt hun ideologische strijd nu met een gematigd toon gevoerd in sport- en culturele clubs, of in theehuizen, en lijkt daardoor minder bedreigend voor het publiek. In Duitsland hebben Turkse fascisten in het verleden herhaaldelijk linkse, democratische structuren en andere etnische groepen aangevallen en dat doen ze nog steeds. En er is geen verontwaardiging na een moord zoals die op Celalettin Kesim in de jaren tachtig, of aanvallen op demonstraties van andere bevolkingsgroepen uit Turkije. Wij geloven dat het door de geheime dienst en politici gecreëerde gevoel dat dit slechts geïmporteerde conflicten zijn, niet klopt.

Via vertegenwoordigers als Franz Josef Strauß (CSU) hebben Duitse politici een belangrijke rol gespeeld om fascistische bestuurders en ultra-nationalistische islamisten in staat te stellen om zich in Duitsland te vestigen en nog steeds door de Duitse staat te worden gesteund. De Duitse staat en regering blijven fondsen van de Bondsrepubliek gebruiken om organisaties te steunen die dicht bij het fascistische Erdoğan-regime staan en/of een fascistische ideologie vertegenwoordigen.

Sinds 2014 heeft DİTİB bijna 6 miljoen euro aan overheidsfinanciering ontvangen, waarvan in 2017 alleen al 800.000 euro, voor de preventie van extremisme. Volgens recente mediaberichten van de krant Bild trekt de Duitse regering DİTİB nu eindelijk in twijfel als betrouwbare partner en stopt ze de financiering. Omdat Bild echter een dubieus medium is, wordt deze informatie helaas niet als betrouwbaar beschouwd. Hoe valt het te verklaren dat een moskee in Berlijn, die eigendom is van Milli Görüş, een vergunning heeft gekregen om islamonderwijs te geven?

Tot slot willen we benadrukken dat deze brochure niet gericht is tegen mensen met een islamitisch geloof of mensen van Turkse afkomst. Hij is slechts bedoeld als een begin, om de nog steeds bestaande connectie tussen Turkse fascisten en de Duitse politiek, die zichzelf democratisch noemt, te laten zien. De Turkse fascistische ideologie, en de daaruit voortvloeiende acties van haar vertegenwoordigers, worden graag over het hoofd gezien als de eigen belangen onaangetast blijven of daardoor verbeterd kunnen worden. De invloed van fascistische kringen blijft sterk binnen Turkije en is zelfs toegenomen sinds Erdoğan aan de macht is. Wij zien deze brochure dan ook vooral als een aanzet om het leugenachtige beleid van de Duitse regering, dat uitsluitend gebaseerd is op staats- en lobbybelangen, aan de kaak te stellen en duidelijk te maken dat dit beleid niet schroomt om fascistische structuren te bevorderen.

Duitse politiek verweven met Turks fascisme – Gedeeld verleden van de CDU/CSU en de Grijze Wolven

1. De eerste stappen in de Bondsrepubliek Duitsland. De buitenlandse vertegenwoordiging van de MHP.

Al in 1944 meldde een SS-brigadeleider aan Buitenlandse Zaken dat er goede contacten waren met een fascistische groep in Turkije, waaronder Alparslan Türkeş. Die richtte in de jaren 1960 de fascistische partij Milliyetçi Hareket Partisi (MHP) op. De paramilitaire organisaties die algemeen bekend staan als de “Grijze Wolven” behoorden ook tot zijn partij. De MHP was militair georganiseerd in commandogroepen, vergelijkbaar met de SA in nazi-Duitsland, en was verantwoordelijk voor vele moorden en aanslagen op politieke tegenstanders in de geschiedenis van Turkije.

Door de toename van ‘gastarbeiders’ in de Bondsrepubliek namen ook de activiteiten van Turkse fascisten daar toe. In 1969 hield de MHP een klein partijcongres in Duitsland en besloot een officiële buitenlandse vertegenwoordiging op te richten. Die werd op 9 april 1973 officieel geregistreerd bij de gemeente Kempten. Hans-Eckhardt Kannapin, die in de jaren 1970 gemeenteraadslid was voor de CDU in Schwalmstadt, Hessen, speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Grijze Wolven in Duitsland. In sommige publicaties wordt hij wel de Turkije-expert van de binnenlandse geheime dienst genoemd. Een brief van 28 april 1976 van de Europese vertegenwoordiger van de MHP, Enver Altaylı, aan Türkeş lijkt dit te bevestigen: “Dr. Kannapin zal op 4 mei 1976 naar Keulen komen en mij persoonlijk voorstellen aan de vertegenwoordiger van de Turkije-afdeling van de geheime dienst. Voor zover Dr. Kannapin bekend is, is hij een CDU-lid en voormalig officier.” Kannapin onderhield ook contacten met de voorzitter van de rechts-conservatieve partij Doğru Yol Partisi (Partij van het Rechte Pad, DYP), die twee regeringen vormde samen met de Millî Selâmet Partisi (Partij voor Nationale Redding, MSP) en de Grijze Wolven-partij MHP. Een andere vriend is de voormalige minister van Binnenlandse Zaken Heinz Schwarz van de CDU Rijnland-Palts, die na een reis naar Turkije aan deze twee regeringen van het Nationaal Front verklaarde dat zij “de garantie boden dat het strategisch belangrijke Turkije niet naar het Sovjet-kamp zou migreren.”

Toen de MHP in 1977 zijn buitenlandse vertegenwoordiging in Duitsland moest sluiten, vanwege een nieuwe juridische situatie in Turkije, bouwde Enver Altaylı een onopvallender netwerk op van Ülkücü-verenigingen (Idealisten-verenigingen). Toen Türkeş in 1978 een paar keer vroeg om een gesprek met de toenmalige CDU-fractievoorzitter Helmut Kohl en werd afgewezen, wendde zijn tussenpersoon Murat Bayrak zich boos tot de CSU-voorzitter en tevens Beierse minister-president Franz Josef Strauß. Die had vervolgens op 28 april 1978 in München een ontmoeting met Türkeş, de vicevoorzitter van de MHP Gün Sazak en Murat Bayrak. “Strauß beloofde de MHP-politici, naar verluidt, dat er in de Bondsrepubliek in de toekomst een gunstig psychologisch klimaat voor de MHP en de ‘Grijze Wolven’ moest worden geschapen, opdat de MHP er in een beter daglicht zou komen te staan. Beieren zou het begin moeten zijn”, meldde de vakbondskrant “Metall” later.

2. Uitbreiding van het netwerk door de oprichting van de Türk Federasyon (Turkse Federatie).

De MHP richtte vervolgens op 17/18 juni 1978 in Schwarzenborn, Hessen, de Avrupa Demokratik Ülkücü Türk Dernekleri Federasyon (Federatie van Turkse Democratische Idealistische Verenigingen in Europa, ADÜTDF) op, beter bekend als de “Türk Federasyon”. Die kan worden omschreven als de belangrijkste vereniging van de Grijze Wolven in Europa en bestaat uit ongeveer 200 culturele, jeugd- en sportverenigingen, en moskeegemeenschappen. De eerste algemene jaarvergadering vond plaats in 1979 in het gemeentehuis in Schwalmstadt en werd georganiseerd door Hans-Eckhardt Kannapin persoonlijk. Op die vergadering werd Musa Serdar Çelebi, die door Türkeş was gestuurd om de nieuw opgerichte koepelorganisatie te ondersteunen, tot voorzitter gekozen. Çelebi was eerder districtsvoorzitter van de MHP in Istanboel en had nauwe contacten met de Turkse maffia en de Turkse geheime dienst Millî İstihbarat Teşkilatı (MIT). Het is ook interessant om op te merken dat Kannapin Çelebi aan zijn werk- en verblijfsvergunning hielp door hem als onderzoeksassistent in dienst te nemen in een fictief Turks instituut in zijn flat. Toen Kannapin in 1980 werd begraven, waren er diverse Grijze Wolven aanwezig.

De geheime dienst van de bondsstaat Nedersaksen en de Beierse minister van Binnenlandse Zaken, Gerold Tandler (CSU), waren het er in 1980 over eens dat de Türk Federasyon ofwel de Grijze Wolven een ongevaarlijke democratische organisatie waren die door communisten werden belasterd en slechts de legitieme belangen van de Turkse republiek en natie vertegenwoordigde binnen de kaders van de wetten van de Bondsrepubliek Duitsland. Het aantal leden van Ülkücü-verenigingen in Duitsland steeg sterk in die tijd, omdat veel Grijze Wolven Turkije moesten ontvluchten, waar ze vaak werden bedreigd met vervolging voor onder andere moord. De moord op de Turkse communist Celalettin Kesim op 5 januari 1980 in de Berlijnse wijk Kreuzberg, onderstreepte hun geweld en moordbereidheid. Hij werd aangevallen en vermoord door Grijze Wolven en islamisten die van de nabijgelegen Mevalana-moskee kwamen.

Na de militaire staatsgreep in Turkije op 12 september 1989 werd de Türk Federasyon steeds meer het centrale punt voor de coördinatie en ondersteuning van ondergedoken fascisten, waaronder Abdullah Çatlı en Mehmet Ali Ağca. Çelebi bracht zelf twee jaar door in voorarrest in Italië vanwege banden met Ağca, die een aanslag pleegde op de paus. Hij werd ervan beschuldigd het moordwapen en een deel van de betaling voor de moord te hebben geleverd. Hij werd na twee jaar vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.

3. Afsplitsing ATIB door Çelebi

Vanwege de negatieve krantenkoppen wilde Türkeş Çelebi tot aftreden dwingen. Çelebi besloot echter tot een volledige afsplitsing en richtte met een derde van de aangesloten verenigingen de Avrupa Türk-İslam Birliği (Europese Turks-Islamitische Culturele Vereniging, ATIB) op. De afsplitsing van de MHP, door de Büyük Birlik Partisi (Grote Eenheidspartij, BBP) waarvan Çelebi ook bestuurslid was, verliep in Turkije op een vergelijkbare manier.

Ook werd besloten om de activiteiten voort te zetten in vrij onopvallende verenigingen voor sport, cultuur of theehuizen. Ter afsluiting moet nog worden vermeld dat Türkeş in 1996 op de jaarlijkse algemene vergadering van Türk Federasyon haar leden opriep actief te worden in de CDU- en CSU-politiek.

4. Mehmet Alparslan Çelebi

Tegenwoordig is de zoon van Musa Serdar Çelebi interessant: Mehmet Alparslan Çelebi. Die is geboren op 11 juni 1982 in Frankfurt am Main. Op zijn cv op de website van de Zentralrat der Muslime in Deutschland (Centrale Raad van Moslims in Duitsland, ZMD) staat zijn beroep vermeld als manager in Financial Services Advisory. Hij studeerde zowel in Australië als aan de Johann Wolfgang Goethe Universiteit in Frankfurt am Main.

“Na twee jaar als consultant in een Investment Bank Boutique stapte hij in 2010 over naar een toonaangevend Europees bankadviesbureau, waar hij nu als manager verantwoordelijk is voor de Turkse markt. Al op jonge leeftijd was Mehmet betrokken bij religieuze en culturele activiteiten in de overkoepelende organisatie ATIB, die medeoprichter en lid is van de ZMD. Mehmet bekleedde van 2004 tot 2016 de functies van voorzitter van de jongerenvereniging in de deelstaat, plaatsvervangend voorzitter van de landelijke jongerenvereniging en bestuurslid van de overkoepelende organisatie ATIB, voornamelijk op het gebied van public relations en jongeren-opleiding.” In 2016 werd hij verkozen tot plaatsvervangend voorzitter van de ZMD.

In 2006 werd Çelebi jr. voor het eerst gekozen in het bestuur van ATIB en in datzelfde jaar werd hij ook lid van de Junge Union, de gezamenlijke jongerenorganisatie van de twee Duitse christen-democratische partijen CDU en CSU, waar hij onder leiding van CDU-secretaris-generaal Peter Tauber te gast was in het deelstaatbestuur van Hessen en campagne voerde voor diversiteit in de partij. Hij is medeoprichter van het Centrum voor Kunst, Onderzoek en Onderwijs in Bremen, het Hongaars-Turks Cultureel Centrum in Boedapest en mededirecteur van het Duitstalige filosofietijdschrift der.wisch in Wenen.

Als zoon van ATIB-oprichter Musa Serdar Çelebi, die nog steeds een actief lid is maar meer op de achtergrond blijft, is de rol van Çelebi jr. in de Duitse politiek zeer interessant. In augustus 2016 stelde het toenmalige Linke-parlementslid Ulla Jelpke schriftelijke vragen aan de Duitse regering. Ze wilde dat men de positie van ATIB binnen het Grijze Wolven-spectrum in detail zou beschrijven.

Het werd opnieuw duidelijk dat ATIB “een afsplitsing is van de Federatie van Turkse Idealistische Verenigingen in Duitsland, dat wil zeggen de overkoepelende organisatie van de Grijze Wolven”. Volgens Jelpke vormt de ATIB tegenwoordig de schakel tussen de klassieke Grijze Wolven, de lobby van Erdoğan en de Moslimbroederschap in Duitsland. Mehmet Çelebi trok in 2016 negatief de aandacht omdat hij parlementsleden van Turkse afkomst aanviel die in de Bondsdag voor de Armenië-motie hadden gestemd.

Çelebi jr. heeft ook contact met Erdoğan-lobbyisten zoals Muhsin Şenol. Die stelde zich in 2017 verkiesbaar als burgemeester van Offenbach voor het Forum Neues Offenbach (Forum Nieuw Offenbach, FNO). Şenol is ook geen onbekende in de politiek, want tot juni 2015 was hij voorzitter van de Union Europäisch-Türkischer Demokraten (Unie van Europees-Turkse Democraten, UETD. Tegenwoordig Union Internationaler Demokraten, Unie van Internationale Democraten, UID) in Hessen. De UETD wordt gezien als lobbyorganisatie van Erdoğans AK-partij in Duitsland en heeft in het verleden meerdere keren zijn verkiezingscampagnes gesteund en verkiezingsbijeenkomsten georganiseerd. “Şenol beschreef zichzelf nog in juli 2017 als voorzitter van de UETD.”

Om Çelebi jr. samen te vatten: hij is nog steeds actief lid van de ATIB, die dus is ontstaan uit een afsplitsing van Türk Federasyon en historisch geassocieerd wordt met de extreem-rechtse Grijze Wolven. Zijn vader staat bekend om zijn nauwe banden met de MHP en rechtse structuren in Turkije, hoewel hij zich inmiddels uit Duitsland heeft teruggetrokken. Volgens een blogger is hij echter nog steeds actief in Turkije, waar hij in politieke tv-programma’s verschijnt als Duitsland-expert. Tegelijkertijd is Çelebi lid van de CDU en zou hij zich inzetten voor de diversiteit van die partij. De vraag blijft: welke diversiteit? De positie van ATIB en haar oprichter Musa Serdar Çelebi moet duidelijk zijn en is gericht op nationale, fascistische en conservatieve islamitische idealen. Hoe kan Çelebi jr. dan staan voor de diversiteit in een partij die afwijkende en progressieve moslims in de Duitse politiek afwijst en een islam voorstaat die andere mensen marginaliseert? Hij is ook bestuurslid van de Zentralrat der Muslime in Deutschland, die deel uitmaakt van de Koordinationsrat der Muslime in Deutschland (Samenwerkingsverband Moslims in Duitsland, KRM).

De ZMD beweert soennitische moslims in Duitsland te vertegenwoordigen, maar bestaat grotendeels uit aartsconservatieve soennieten van Turkse afkomst. De connecties tussen ATIB en de Zentralrat worden in een volgend hoofdstuk verder uitgediept. Çelebi jr. is erin geslaagd om een plek te veroveren in de Duitse politiek en een groot netwerk op te bouwen, variërend van CDU-politici als Peter Tauber tot UETD-functionarissen als Şenol. Hij is een sleutelfiguur in de verstrengeling van extreem-rechts uit Turkije en de Duitse politiek.

Lees verder in deel 2 van de vertaling. Noten met bronnen vind je in het origineel (pdf).