Groningse bijstandsgerechtigden straks proefkonijnen in basisinkomenexperiment?

Logo.
Logo.

De Groningse wethouder Mattias Gijsbertsen kwam onlangs met het idee op de proppen om bijstandsgerechtigden hun bijverdiensten te laten behouden. Met die proefballon haakte hij aan bij plannen van de Maatschappij voor Innovatie van Economie en Samenleving (MIES). Die club wil graag in Groningen of elders een experiment doen met een soort van basisinkomen. Dat bleek ook bij een “expertmeeting” op het Let’s Gro inspiratiefestival.

Achter MIES zitten vijf sociaal bewogen liberalen met leuke netwerkcontacten die al aardig wat voor elkaar hebben gekregen. Jan Willem Wennekes is ondernemer en doet iets met “illustrative design and art direction”, met een focus op eco-vriendelijke en ”environmental” projecten. Ronald Mulder doet aan “management consulting” en is eigenaar van ThesisOne. Lykle de Vries noemt zich een “social enterprise whisperer” bij datzelfde ThesisOne en is ook nog eens “social business evangelist”. Frans Kerver is onder andere initiator van “De tuin in de stad”. En Wieke Paulusma tenslotte, de enige vrouw, is verpleegkundige en D66-raadslid in Groningen. Haar partij is al langer positief over het basisinkomen en nam begin vorige maand op een congres een motie aan om het onderzoek ernaar nieuw leven in te blazen. D66 toont zich dan ook enthousiast over het proefballonnetje van Gijsbertsen, die ook wel voelt voor “een experiment met elementen van het basisinkomen”.

Waarom en voor wie?

MIES benadrukt steeds in haar berichten hoe complex en bureaucratisch het sociale zekerheidsstelsel wel niet is. Dat er “26 verschillende regelingen” en “heel veel overheidsbemoeienissen voor nodig” zijn. Een onvoorwaardelijk basisinkomen zou daarentegen een “soort AOW, maar dan voor alle leeftijden” worden. En met een experiment “kan worden getoetst of een onvoorwaardelijk basisinkomen een goed alternatief zou kunnen zijn voor het huidige stelsel van sociale zekerheid”, schrijft MIES, dat denkt aan een inkomen van tussen de 700 en 900 euro. Dat is niet veel. Maar ja, geen nood: je mag dus geld verdienen bovenop dat riante bestaansminimum. Wil je meer “luxe” in je leven, dan stroop je de mouwen maar op en ga je aan het “werk”! Het idee is dat alle meerderjarige Nederlanders zo’n basisinkomen zouden “krijgen”, waarbij dus als vanzelfsprekend arbeidsmigranten en vluchtelingen met en zonder verblijfspapieren buiten de nationalistische boot vallen. Voor hen geen bestaansminimum, ook niet in zo’n “sociaal experiment”.

Volgens MIES-lid Wennekes bestrijdt men met hun basisinkomen ook de armoedeval, die hij gemakshalve framet als “inkomensval”. Wennekes: “Wie in de bijstand zit, heeft moeite uit de inkomensval te komen”, zegt hij. “Verdiensten worden grotendeels gekort op de uitkering en vrijwilligerswerk mag vaak niet. Bij een basisinkomen kan iedereen zijn kosten betalen en leven zonder luxe. Wie meer wil dan dat kan erbij werken en wordt niet gekort – een stimulans om aan de slag te gaan.” Maar de armoedeval is bewust gecreëerd door de overheid om ons behoeftig en gewillig te houden. Dat de bijstandsuitkering laag is, is bewuste inkomenspolitiek. Dat de minimumlonen laag zijn, is bewuste loonpolitiek. En dat er een tekort is aan goedbetaalde banen is ook onder meer het gevolg van bewust doorgevoerde bezuinigingen.

Armoede is politiek

Wie bepaalt wat mensen nodig hebben? Wie bepaalt wat “luxe” is? Behoeften en noden zijn individueel. De meeste bijstandsgerechtigden kunnen de huur, gas, water en elektra, een geïntegreerd televisie-internet-telefoniepakket en de verplichte zorgverzekering ternauwernood of niet betalen, en eten moet dan meestal mondjesmaat. Datzelfde geldt voor mensen die betaalde arbeid verrichten tegen de steeds vaker voorkomende achterlijk lage lonen. Aan de zogenaamde primaire behoeften van veel mensen wordt feitelijk niet of nauwelijks voldaan. Want maar liefst 2,5 miljoen Nederlanders leven onder de officiële armoedegrens, waarbij nog eens de vraag is of degenen die iets meer binnenkrijgen het nu zo breed hebben. Sowieso toont het vaststellen en hanteren van een veralgemeniseerde armoedegrens, en vervolgens mensen er massaal onder laten schieten, toch wel het morele failliet aan van de gevoerde politiek en van ‘onze’ rijke welvarende maatschappij.

De armoedebestrijding in Nederland is een wassen neus. Van bovenaf wordt gedacht en beweerd dat armoede niet echt bestaat, maar meer een kwestie is van een gebrek aan geld. Van oplopende schulden en het niet kunnen aflossen daarvan. Maar, zo denkt men, iedereen die dat wil kan gewoon geld gaan verdienen, en wie dat niet doet is dus zelf verantwoordelijk. Armoede is zodoende een individueel probleem, en moet dus ook individueel worden bestreden. Voedselbanken, soepbussen, inzamelingsacties voor arme kindertjes, dat mag allemaal best. Zolang het maar niet te veel door de overheid hoeft te worden gefinancierd.

Ook onder hun voorgestelde basisinkomen zal er armoede blijven bestaan. Toch beweert MIES: “We denken dat zo’n standaardinkomen – een basis, geen luxe – de armoede beter bestrijdt dan de huidige sociale regelingen”. Maar “de huidige sociale regelingen” zijn helemaal niet bedoeld om armoede te bestrijden. Armoede wordt bewust in stand gehouden. Armoede is geweld en een controlemiddel. Het houdt mensen afhankelijk van staat en kapitaal, van bedrijven en bazen. Mensen die in armoede leven, mogen niet zelf bepalen wat ze nodig hebben. Nee, dat wordt voor hen bepaald. Armen zijn druk bezig met overleven, en hebben daardoor vaak geen tijd en aandacht voor protest en verzet. Ze durven ook vaak geen eisen te stellen, omdat hun uitkering altijd afgenomen kan worden.

Expertmeeting

Wat bracht de expertmeeting op het festival aan heldere inzichten en diepgang? MIES: “Het grootste deel van de denkkracht ging vrijdag zitten in experimenten met een basisinkomen in plaats van de bijstand. Een experiment onder bijstandsgerechtigden (in plaats van alle inwoners van een gebied) heeft twee grote voordelen. In de eerste plaats is het vele malen goedkoper – je wisselt immers de ene uitgave in voor de andere. En in de tweede plaats zijn de uitkomsten, ongeacht hoe de discussie over een basisinkomen verder verloopt, direct van waarde voor gemeenten in verband met de uitvoering van de Participatiewet. Deelnemers aan een dergelijke pilot (bijstandsgerechtigden dus) zouden er in principe niet op achteruit gaan.”

De experts zien bijstandsgerechtigden kennelijk als een soort proefkonijnen, omdat die er “in principe niet op achteruit gaan”. Ze willen kijken hoe mensen die toch al gewend zijn aan armoede omgaan met zo’n basisinkomen. Tijdelijk een aantal repressiemiddelen schrappen en dan observeren of de konijnen uit zichzelf een (onbetaalde) nuttige bijdrage gaan leveren aan de maatschappij, uit zichzelf gaan doen wat de regering toch al wil gaan afdwingen via de Participatiewet. Kijken hoe innovatief ze zijn, of ze hun persoonlijke droom of wens gaan omschrijven en waarmaken. Of dat ze misschien wel zonder loon gaan werken in de zorg of in zo’n stadstuin die verhongering van voedselbankklanten moet tegengaan. Want Wennekes was, zoals we zagen, ook voor meer vrijwilligerswerk, voor meer gratis werken dus. En dat zal allemaal duidelijk moeten worden via een kosteloos experiment, want “je wisselt immers de ene uitgave in voor de andere”, aldus de experts. Omdat die experts (“je”) van bovenaf kijken benoemen ze een uitkering natuurlijk als “uitgave” in plaats van “inkomsten”.

“Maar ook voor zo’n experiment zal een wettelijk kader moeten worden geboden”, aldus MIES. “Komt dat er niet, dan zou je aan private financiering en uitvoering kunnen denken: deelnemers aan het experiment zeggen hun bijstandsuitkering op in ruil voor een toelage van een wijkontwikkelingsmaatschappij waarin bijvoorbeeld ook zorgverzekeraars participeren. Wat ons betreft een ruw idee dat verdere uitwerking verdient.” Zorgverzekeraars staan echter niet echt bekend om hun sociale praktijken: hun primaire doelstelling is immers winst maken. Moeten bijstandsgerechtigden zich als proefkonijnen aan deze kapitalisten overleveren om zich vervolgens basisinkomenwaardig te tonen? Een ongeloofwaardig sprookje waarbij door kapitaal aangedreven stedelijke innovatie over de ruggen van bijstandsgerechtigden welvaart en welzijn naar beneden zou doen doorsijpelen.

Armoede afgeschaft

Een onvoorwaardelijk basisinkomen werkt pacificerend. Wanneer het eenmaal is ingevoerd, mogen de armen – die dan niet meer arm zijn, want armoede is afgeschaft – hun mond niet meer opentrekken en klagen over ongelijkheid of ongelijkwaardigheid. Niet meer zeuren over de magere baantjesmarkt waar men zich moet vermarkten of gratis moet arbeiden. Ophouden met strijden tegen uitbuiting en uitsluiting. Mond toe, want je kunt toch overleven? Maar wacht even: waarom zouden bijstandsgerechtigden meedoen aan zo’n denigrerend experiment? Waarom niet zelf eisen wat nodig is? Waarom niet gewoon pleiten en samen actievoeren voor een broodnodige verhoging van de uitkeringen en de minimumlonen? Daar horen we Gijsbertsen en MIES niet over, want in hun plannen blijven we arm en blijven we elkaar bevechten om alle mogelijke laagbetaalde en zelfs onbetaalde klotebaantjes die de gemeenten en de bazen ons willen laten verrichten.

Puk Pent