Het coronakruispunt
Dat Nederland zeven weken lang eigenlijk geen zin heeft gehad om de strategie te bevragen, en dat er geen enkel georganiseerd verzet was tegen die strategie, geen linkse politieke oppositiepartij die het door wilde hebben – wellicht deels doordat PVV en FvD wél hadden gepleit voor een lockdown en een indamstrategie -, geen patiëntenvereniging of artsenvereniging of burgerrechtenorganisatie die zich hier aan wilde branden, en dat een clubje van enkele tientallen mensen zich zeven weken uit de naad moet werken om duidelijk te maken dat we echt niet op het goede pad zaten – dat heeft mijn maatschappelijke vertrouwen een flinke deuk gegeven. En dat legt een diepgaander probleem bloot dan een pandemie die, hoe ernstig ook, het hoofd kan worden geboden met goed ingrijpen. Dat de driehoek van kabinet-OMT-RIVM door verouderde virusmodellen, door groupthink en tunnelvisie verdwaald raakte en door ‘sunk cost fallacy’ de uitgang niet meer kan of wil vinden, dat is nog te volgen – dat bleek achteraf ook bij de H1N1-crisis te hebben gespeeld. Dat het poldermodel (zowel in de Tweede Kamer als in de relaties met organisaties uit het veld) verstikkend werkt omdat het tegenmacht coöpteert doordat organisaties er geen belang bij hebben om zich kritisch op te stellen, snap ik ook nog. Maar Nederland bestaat uit veel organisaties, clubs en gremia. Als het erop aan komt, lijkt het potentieel voor kritische tegenmacht huiveringwekkend pover. Dat lijkt grotendeels zo te zijn ontworpen: de personen die kritisch zouden moeten zijn, worden gecoöpteerd. De voorzitters van verenigingen voor epidemiologie en virologie zijn lid van het OMT – mét geheimhoudingsverklaring. Dat is de essentie van het poldermodel: informatie en inspraak wordt pas verstrekt als macht en onafhankelijkheid worden ingeleverd. Bovendien zijn alle essentiële actoren voor hun financiering afhankelijk van overheid en OMT. En zorgmedewerkers vrezen voor hun baan – en hoe verder in de frontlinie, hoe precairder de arbeidsrelatie. Angst regeert. Er is geen samenzwering, maar wel een stiltespiraal – er is een bestuurscultuur die eigen politieke bewegingsruimte maximaliseert door tegenspraak en tegenmacht te verlammen, omdat de mensen die kritisch zouden moeten zijn, een direct tegengesteld belang hebben om dat kritisch potentieel te benutten. Onderzoeksjournalisten en onafhankelijk opererende activisten zijn een van de weinige actoren die daar vooralsnog niet al te bevattelijk voor lijken. Maar dat zouden niet de enigen moeten zijn. We hebben moedige mensen nodig, ook bínnen instituties, die durven op te staan.
Jaap Stronks in Het coronakruispunt (Medium.com)