Het taboe op herstelbetalingen doorbreken
Het boek “New perspectives on slavery and colonialism in the Caribbean” bevat bijdragen van diverse auteurs over slavernij en kolonialisme in voornamelijk de Nederlandse Antillen en Suriname. Herhaaldelijk dacht ik tijdens het lezen dat ik meer zou willen weten over de onderwerpen die aan de orde kwamen. Dat is dan ook precies wat de samenstellers van het boek, Marten Schalkwijk en Stephen Small, beogen.
Het is een stapje binnen het grotere doel om te komen tot een diepgravender geschiedschrijving over de slavernij en het kolonialisme in “de West”. Vergeleken met de vele onderzoeken naar de praktijken van de andere koloniale mogendheden, steekt de Nederlandse geschiedschrijving daarbij momenteel namelijk nogal schril af.
De bijdragen in het boek zijn onderverdeeld in drie hoofdthema’s: de institutie slavernij, het verzet ertegen en de erfenis ervan. Hoewel er bijdragen zijn die gedetailleerd ingaan op een bepaald aspect van de slavernij, is een groot deel van de artikelen vooral te zien als aanzet tot verder onderzoek. De suggesties die worden gedaan, klinken veelbelovend. Zo wordt er bijvoorbeeld voorgesteld om onderzoek te doen vanuit genderperspectief, waarbij de ervaringen van vrouwen tijdens de slavernij op de voorgrond staan.
Deze lezer is geen geschiedenisvreter en daarom waren sommige artikelen voor mij te specialistisch, zoals bijvoorbeeld “Durkheim and Marx in the Caribbean: Slavery, Laws and Marronage in Suriname, 1650-1863”. Maar hoe verder ik in de bundel kwam, hoe interessanter het werd. Boeiend zijn met name de artikelen die handelen over de erfenis van de slavernij, en waarin wordt ingegaan op zowel de economische als de mentale en sociale gevolgen ervan in de hedendaagse samenleving. Dat komt doordat de vraag in die artikelen verschuift van wat er is gebeurd naar waarom het is gebeurd. Tevens worden er verbanden getrokken tussen het koloniale verleden en de huidige situatie, wat er voor zorgt dat er uit de artikelen een urgentie spreekt.
Zo wordt er vanuit diverse perspectieven geschreven over herstelbetalingen. Het is logisch dat dat een van de meest besproken onderwerpen is binnen het kader van de erfenis van het kolonialisme. Het legt een direct en concreet verband tussen het koloniaal verleden en de omgang daarmee in de huidige samenlevingen. De schrijvers van het boek zijn zich er terdege van bewust dat het een pijnlijke discussie blijft voor het westen, en achten het juist daarom een extra reden om te blijven aandringen op een constructief debat. In de bijdrage van Sandew Hira, waarin hij ingaat op wat hij “scientific colonialism” noemt, schrijft hij dat het in Nederlandse wetenschappelijke kringen zelfs taboe is om het over herstelbetalingen te hebben. Maar ook zonder die wetenschappelijke kringen is het debat al levendig genoeg, blijkt uit dit boek.
Toch zou er vanuit het westen echt meer serieus moeten worden ingegaan op de discussie. Zo komt Fernne Brennan in zijn artikel “British slavery and her colonial legacies” in antwoord op de door hemzelf opgeworpen vraag waarom en in welke vorm er herstelbetalingen gedaan moeten worden, bijvoorbeeld met de term Post Traumatic Slave Syndrome (niet van hemzelf). Door deze psychische stoornis te erkennen zijn er individuele slachtoffers aan te wijzen, hoewel gesteld wordt dat hele zwarte gemeenschappen last kunnen hebben van het syndroom, en als slachtoffer dus in aanmerking komen voor herstelbetalingen. Dit om de diversiteit van ideeën over herstelbetalingen aan te geven.
Persoonlijk lijkt het me zinvoller om uit te gaan van de samenleving als geheel, en de gevolgen die daarbinnen te zien zijn. Zoals Armand Zunder doet in zijn artikel. Die heeft een methodologie ontwikkeld om herstelbetalingen te berekenen voor de schade die werd veroorzaakt door de Nederlandse koloniale overheersing. Hoewel Zundert zelf al aangeeft dat berekeningen voor het geleden menselijk leed altijd iets symbolisch in zich zullen hebben, wordt de ideologische discussie over hestelbetaling ineens heel praktisch. Nu nog een manier vinden om het westen zover te krijgen dat het zich er niet meer vanaf kan maken met het gemakzuchtige argument dat het praktisch onmogelijk is om herstelbetalingen uit te voeren, en dus niet langer de discussie over de schuld aan en de verantwoordelijkheid voor het leed en de gevolgen daarvan uit de weg kan gaan.
“New perspectives on slavery and colonialism in the Caribbean”, Marten Schalkwijk en Stephen Small. Uitgeverij: Amrit, € 17,50. ISBN: 9789074897594.
Jos Hooimeijer