Hirsi Ali: een links dilemma
Voor veel linksen is het fenomeen ‘Hirsi Ali’ een dilemma. Ook al uit ze soms terechte kritiek op de islam, door bijvoorbeeld de patriarchale verhoudingen binnen de islam ter sprake te brengen, vaak gaat ze erg ver met het stigmatiseren en generaliseren van de moslims. Ze overdrijft bepaalde kwesties en geeft verkeerde informatie. De reden waarom ze is omarmd door (nieuw) rechts, is omdat ze met harde taal kritiek uit op de ‘ander’ in de samenleving. De ‘ander’ is in dit geval degene die volgens rechts niet tot de dominante groep behoort. Met andere woorden: degene die niet of niet voldoende de Nederlandse identiteit heeft. Hirsi Ali uit kritiek op een minderheid (in dit geval een religieuze minderheid), waardoor rechts kans ziet om haar eigen beleid te rechtvaardigen. Rechts ziet kans om de ‘ander’ de grond in te boren, en hierdoor zelf hogerop te klimmen.
Aan de andere kant hebben we te maken met het concept ‘vrijheid van meningsuiting’. Hirsi Ali zou mogen zeggen wat ze wilt en niemand heeft het recht om haar vanwege haar ideeën te bedreigen. De media-aandacht die ze krijgt om haar mening te uiten, is zeer overdreven. Links zou zich, wanneer het gaat over het fenomeen ‘Hirsi Ali’, op drie verschillende punten moeten verzetten. Ten eerste voor de vrijheid van meningsuiting. Hirsi Ali mag niet bedreigd worden om wat ze zegt. Ten tweede tegen de ideeën van Hirsi Ali. Hirsi Ali mag niet discrimineren, generaliseren enzovoort. Ten derde zou links zich moeten verzetten tegen de media die haar wel al de ruimte geven om haar mening te verkondigen en vele anderen niet. Bijvoorbeeld: zowel binnen als buiten moslims zijn er feministen die de positie van de vrouwen binnen dat gemeenschap willen verbeteren. Maar helaas krijgen zij geen of zeer weinig aandacht van de media.