Hoe Turks extreem-rechts een Aramees genocide-monument probeert tegen te houden
Het Turks Platform Enschede (TPE) organiseerde op zaterdag 27 mei een demonstratie in Enschede tegen het plaatsen van een monument door de Aramese gemeenschap ter nagedachtenis aan de genocide van 1915. De genocide tegen de Aramese minderheid kreeg tot nu toe minder aandacht dan de Armeense genocide die gelijktijdig plaatsvond.
Historisch gezien is onderscheid maken tussen beide lastig. Beide bevolkingsgroepen zijn christelijk, en de planners van de genocide wilden het aantal christelijke inwoners van het Ottomaanse rijk sterk terugbrengen, zodat de moslims een grotere meerderheid zouden vormen. Het idee was dat uiteindelijk maximaal tien procent van de christenen over mocht blijven. Om hun doel te bereiken werden honderdduizenden christenen gedeporteerd naar de Syrische woestijn, om daar vermoord of uitgehongerd te worden. Ook de deportatie van de Pontische Grieken (die leefden aan de oostelijke Zwarte Zee-kust) maakte deel uit van dit grootschalige genocideplan.
Enschede
Nadat bekend werd dat er overleg plaats had gevonden tussen de gemeente Enschede en de Aramese gemeenschap over het plaatsen van een monument, riepen enkele Turkse extreem-rechtse en fundamentalistische organisaties, verenigd onder de naam TPE, via meerdere Turkse media hun achterban op om te komen demonstreren in Enschede. Het TPE maakt bezwaar tegen het monument met als argument dat het niet bewezen zou zijn dat er een genocide heeft plaatsgevonden. Alleen een onafhankelijke rechtbank zou hierover volgens hen kunnen beslissen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zouden er slachtoffers gevallen zijn aan beide kanten. De Arameeërs en de Armeniërs hadden gewoon de pech aan de verkeerde kant te staan, de kant van de imperialisten (voornamelijk Engeland en Frankrijk), zo probeert het TPE de genocide te rechtvaardigen.
Het TPE had geroepen dat er wel 2.000 tot 2.500 mensen zouden komen demonstreren. Er kwamen er uiteindelijk een paar honderd opdagen. Naast de demonstratie werd ook een handtekeningactie gestart.
Extreem-rechts platform
Het TPE omschrijft zichzelf voor de buitenwacht neutraal, als een platform van belangenbehartigers voor Turkse burgers in Enschede. In werkelijkheid echter gaat het om een verzameling van extreem-rechtse Turkse organisaties. In het bestuur hebben de Grijze Wolven de touwtjes in handen, zo blijkt uit Kamer van Koophandel-documenten. De bestuurders van het TPE bekleden ook bestuurlijke functies bij de Turkse Culturele Vereniging Enschede (TCVE), een afdeling van de landelijke Grijze Wolven-federatie TFN.
Het platform lijkt al lang te bestaan. In 1995 was men betrokken bij een hetze om een Koerdische familie de stad uit te pesten. Het kwam daarbij zelfs tot een massale vechtpartij (pdf, pag. 80). De voorzitter van destijds was een van de organisatoren van een demonstratie tegen de oprichting van een Koerdisch parlement in Europa.
Turgay Ekinci was vorig jaar lijsttrekker van de partij Link bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hij haalde geen zetel. Nu treedt hij op als woordvoerder van het TPE. Hij heeft geen officiële functie bij het platform, maar achter de schermen is hij interim-voorzitter. Zijn bedrijf sponsort TFN-activiteiten.
De TPE-organisatoren riepen de deelnemers aan de demonstratie vooraf op om alleen Turkse vlaggen mee te nemen, en geen Grijze Wolven-vlaggen dus. Toch werd her en der wel de fascistische Grijze Wolven-groet gebracht, zoals ook te zien is op een groepsfoto waarop ook Turgay Ekinci te zien is.
De initiatiefnemer van de handtekeningenactie was niemand anders dan Murat Gedik, de voorzitter van de TFN. Hij zelf liep niet mee met de demonstratie, maar hij was zoals te zien op een Facebook-foto wel in de buurt. Hij vergaderde die dag met de organisatoren van het TPE in Enschede.
Media
Enkele lokale media berichtten over de commotie rondom het plaatsen van het monument en over de demonstratie. Helaas ging men mee in het frame van de fascisten dat ze gewone Turkse organisaties waren tegen het plaatsen van een monument ter nagedachtenis aan de genocide in 1915. Er werd geen enkele informatie gegeven over de politieke achtergrond van de extreem-rechtse organisaties.
Juist door het benoemen van de politieke kleur van de organisaties hadden de media een link kunnen leggen tussen de menigte die na de recente verkiezingsoverwinning van Erdoğan de straat opging en deze demonstratie in Enschede georganiseerd door de Grijze Wolven, Milli Görüş, Diyanet en enkele fundamentalistische sekten. In de Turkstalige media, zoals Ufuk, werden deze organisaties wel bij naam genoemd. Ufuk is overigens niet neutraal: de krant speelt een belangrijke rol bij het verspreiden van Turkse extreem-rechtse propaganda.
Integratie
De genoemde organisaties zijn nadrukkelijk politieke organisaties, die tevens belangenbehartigers zijn van de Turkse staat in Europa. De Grijze Wolven, Milli Görüş en Diyanet hebben alle drie direct of indirect contact met het autoritaire regime van Erdoğan. De organisaties functioneren als een stok van de Turkse staat om minderheden ook in Nederland de mond te snoeren. Ze zijn ook lid van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), en hebben dus ook een direct lijntje met de Nederlandse staat!
In plaats van steeds te spreken over de mislukte integratie van Turken in Nederland zouden we het beter kunnen hebben over de geslaagde integratie van Turks extreem-rechts en fundamentalisme. De twee politieke stromingen zijn sinds de jaren zeventig zodanig goed georganiseerd dat ze niet eens meer opvallen. Ze kunnen in alle vrijheid hun organisaties uitbreiden en politieke activiteiten ontplooien. De Grijze Wolven hebben momenteel 25 afdelingen in Nederland. Tel daarbij nog eens op de vele sportclubs, moskeeën, jongeren- en vrouwenorganisaties.
De Turkse extreem-rechtse en fundamentalistische organisaties zullen, als we hen de kans blijven geven, in de toekomst blijven doorgaan met het indoctrineren en organiseren van komende generaties Turkse Nederlanders. Vooral linkse en progressieve minderheden, vrouwen en lhbtqia+mensen met een achtergrond in Turkije blijven daardoor extra risico lopen om het slachtoffer te worden van extreem-rechtse aanvallen. Er is nog steeds een kans om dat te stoppen, als we ons organiseren en verzetten.
Tot slot
Nog even over het ontkennen van de genocide. De Turkse nationalisten zijn niet geïnteresseerd in het achterhalen van de waarheid, en zeker niet als het gaat om genocides. Het nationale belang om de schuld van hun voorouders te ontkennen, heeft voor hen meer waarde dan medeleven, empathie en erkenning. Het is dit nationale belang dat, samen met trots of gekrenkte eer, de nationale moordmachine elk moment weer op gang kan brengen.
Voor diegenen die wél geïnteresseerd zijn in het zoeken naar en vinden van waarheid over de Armeense genocide is er onder meer het Krikor Guerguerian Archive. Historicus Krikor Guerguerian is geboren in Gürün, in de Turkse provincie Sivas. Hij verloor tijdens de genocide in 1915 bijna zijn gehele familie, en wijdde zijn hele leven daarna aan het redden van bewijsmateriaal daarvan. Dat archief kwam via via terecht in Caïro, Egypte. Daar liggen nu duizenden bewijsstukken. Recent is dit archief met medewerking van Taner Akçam gedigitaliseerd. Het is zo voor iedereen toegankelijk gemaakt en vertaald in verschillende talen.
Ender Kaya