Honger- en dorststakers voeren een gevecht op leven en dood

Opgesloten vluchtelingen in actie: "Help. Wij zijn ook mensen."
Opgesloten vluchtelingen in actie: “Help. Wij zijn ook mensen.”
Dankzij de solidariteitstour van het No Border Netwerk afgelopen zondag hebben activisten contact kunnen maken met opgesloten vluchtelingen die in hongerstaking bleken te zijn gegaan. Vanuit het detentiecentrum in Rotterdam heeft honger- en dorststaker Simon laten weten dat behalve hijzelf tenminste vijf andere mensen van zijn afdeling weigeren om te eten en te drinken, en op andere gevangenisafdelingen vermoedelijk nog meer. Woordvoerder Nessar heeft namens de hongerstakers naar buiten gebracht hoe ze worden behandeld in het detentiecentrum en hoe ze volharden in hun strijd. En onder het motto “Laat de dorststakers niet sterven!” heeft het No Border Netwerk opgeroepen om de vluchtelingen te steunen in die strijd.

“Ik ben niet in hongerstaking gegaan om een verblijfsvergunning te krijgen”, legt Simon uit. “Ik heb eerder al een verblijfsvergunning gehad, maar die is ingetrokken door de IND. Als ze me nog een keer een status geven, dan kunnen ze ‘m zo weer intrekken. Wat is daar de waarde van? Ze zeggen dat ik het doe om een positief antwoord te krijgen van de IND. Fuck een positief antwoord. Ik spuug erop. Ik wil vrijheid!” Uit zijn woorden blijkt hoe de IND solt met de levens van migranten en vluchtelingen. Velen van hen krijgen nooit verblijfsrecht. En als ze al verblijfsrecht krijgen, dan is het risico groot dat het na enige tijd weer wordt afgepakt. Zo maakt de overheid hen moedeloos, radeloos, gek. Maar ook woedend en strijdbaar, wat leidt tot verzet op plekken waar dat het moeilijkst van de grond valt te krijgen en valt vol te houden, zoals in gevangenissen. We moeten diep respect hebben voor de moed en de kracht waarmee mensen zonder verblijfsrecht onder dergelijke zware en troosteloze omstandigheden in actie weten te komen.

Doodstraf

Nessar geeft een schokkend beeld van het geniepige en schofterige gevangenisregime waar de vluchtelingen dag in dag uit mee worden geconfronteerd. Om de haverklap worden ze in isoleercellen gegooid. De medische zorg in het detentiecentrum is een regelrechte aanfluiting. Ondanks al jarenlang aanhoudende kritiek daarop is dokter Paracetamol nog steeds vrijwel de enige zorg die de gevangenen krijgen. Met andere woorden: ze moeten genoegen nemen met een pilletje, voor welke ziekte of klacht dan ook, en verder hun mond houden. “Ik heb last van astma”, vertelt Nessar. “Weet u wat de mevrouw van de medische dienst tegen mij zei? ‘Als u weer last krijgt van astma-aanvallen, moet u even naar buiten om een luchtje te scheppen.’ Ik zei: ‘Mevrouw, weet u waar we zijn? We kunnen niet zomaar naar buiten! Het raam kan niet eens open.’”

De hongerstakingsactie richt zich niet alleen tegen het gevangenisregime, maar ook tegen het hele beleid van migratiebeheersing. “Ik vind het onmenselijk wat de Dienst Terugkeer en Vertrek en de IND dagelijks met mensen doen. Ze komen net voor sluitingstijd, net voor half 5, naar de gang. Iedereen wordt rustig en kijkt naar elkaar. En we denken: ‘Wie is er nu aan de beurt?’ Dan roepen ze een naam. ‘Hier, we hebben een ticket voor jou. Op die datum word je uitgezet. Met drie mensen van de marechaussee word je naar Kaboel gevlogen.’ Het is net alsof je de doodstraf krijgt. En je wacht op de dag dat je de brief krijgt met je uitzetdatum. Dan denk je: ik ben verloren.”

Chocolaatje

Nessar heeft ook de hemeltergende schijnheiligheid mogen meemaken die de beeldvorming rond de deportatiemachine van de staat steevast begeleidt. “Vorige maand moest alles pico bello schoongemaakt worden. Er kwam bezoek langs. ’s Middags kwamen er twee dames en een heer ‘hallo’ zeggen tegen iedereen. We konden ineens bingo spelen. Opeens kregen we colablikjes en zo, dat was voor het eerst. En met een chocolaatje erbij. Ik begreep niet wat er aan de hand was. Wij mochten van de directie niet met hen praten. Daarna, toen ze weg waren, heb ik gevraagd wat er aan de hand was. Bleek dat ze van de Tweede Kamer waren. Toen begreep ik waarom alles was schoongemaakt, en waarom iedereen opeens zo vriendelijk was. Om te laten zien dat we niet worden behandeld als criminelen.” Maar ook al proberen gevangenisdirecties naar de buitenwereld goede sier te maken, toch is het keer op keer zonneklaar dat migranten en vluchtelingen zonder papieren in detentiecentra worden behandeld alsof ze zijn veroordeeld voor een strafbaar feit. Ze worden gestraft omdat ze naar Nederland zijn gevlucht in de hoop om hier veiligheid en bescherming te vinden.

“We kunnen niets anders dan in hongerstaking gaan”, aldus Nessar. “Ik heb tegen iedereen gezegd: ‘Niemand hoeft zich te schamen. Zodra je het gevoel hebt dat je te ver gaat, kom je naar mij toe en ik meld bij de directie dat je bent gestopt met de hongerstaking.’ Ik heb dat iedereen verteld. Maar ze zeggen: ‘Wat anders kunnen wij doen?’ Wij zijn ermee begonnen, nu is het aan de media en sommige organisaties om dit op te pakken. Hopelijk worden mensen wakker geschud en beginnen ze hierover na te denken.”

Autonomie

Het No Border Netwerk wijst er in een verklaring op dat de hongerstakingsactie van de vluchtelingen nooit bekend zou zijn geworden als er niet juist enkele dagen na het begin van die actie buiten bij diverse detentiecentra zou zijn gedemonstreerd. De strijd van vluchtelingen binnen gevangenissen wordt zo ondersteund door strijd erbuiten. Dat heeft een belangrijk versterkend effect. De No Border-activisten “vinden het verschrikkelijk dat de vluchtelingen in de grensgevangenissen geen ander middel meer zien dan de hongerstaking of zelfs de dorststaking om de stilte en de muren te doorbreken.” Ze zouden dit soort acties liever willen afraden. “Doe het niet, kies voor het leven. ‘Maar voor wat voor een leven zouden wij dan kiezen’, zullen ze ons vragen. Wij kunnen slechts naar waarheid antwoorden: ‘Voor een leven van elke dag sterven, want zo wil de politiek het.'”

Terecht stelt het No Border Netwerk de autonomie van de actievoerende vluchtelingen centraal. Zij behoren zelf te bepalen hoe en met welke middelen ze hun strijd willen voeren. “De beslissing die de honger- of dorststaker heeft genomen, is de enige waarmee hij of zij nog enige regie over het eigen leven in handen neemt. Daarover beslist niemand anders, geen bewaker of directie in een detentiecentrum, geen arts in een penitentiair medisch centrum dat geen ziekenhuis is, en ook geen activist die buiten de muren met een spandoek staat. Het is diep triest, en we hopen geen doden te hoeven betreuren komende week. De beslissing daarover rust echter bij twee mensen: bij de dorststaker zelf om op te geven en zich over te geven aan opsluiting en deportatie, of bij de staatssecretaris om toe te geven dat het beleid dat hij voert, en dat zijn voorgangers voerden, een doodlopende weg is die elke dag nieuwe slachtoffers maakt.”

Harry Westerink