Hoornse actie tegen verering van koloniale crimineel Coen
Op 16 augustus werd het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in de binnenstad van Hoorn van zijn sokkel gestoten door een aannemer die met zijn kraan tegen de bronzen koloniaal aanreed. Het ging helaas alleen maar om een ongeluk, niet om een politieke aanslag tegen een van de wreedste symbolen uit de geschiedenis van het Nederlandse kolonialisme. Toch blijkt uit de kritiek van veel inwoners van Hoorn hoe omstreden het beeld van Coen is.
Via een “burgerinitiatief” verzocht een flink aantal inwoners de gemeente Hoorn in juni om de hemeltergende heldenverering van een van de grootste koloniale criminelen eindelijk eens te beëindigen. Ze stelden de gemeente voor de keuze: of het beeld van Coen verwijderen en vervangen door een beeld van een andere stadsgenoot, of de bestaande jubeltekst op het beeld van Coen veranderen en meer in overeenstemming brengen met de kritiek. Ze zagen het standbeeld van Coen het liefst uit de stad verdwijnen, omdat het gaat om iemand die in onze tijd veroordeeld zou worden wegens “misdaden tegen de menselijkheid”. Zo’n misdadiger eer je niet met een beeld midden in de stad, vonden ze.
Het gemeentebestuur koos echter voor de gematigde tweede optie, een aanpassing van de tekst. “De tekst moet ook recht doen aan de donkere kanten van de geschiedenis van Jan Pieterszoon Coen”, stelde men. Een deel van de nieuwe tekst luidt nu: “Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzonder harde handelspolitiek. In 1621 nam hij met veel geweld de Banda-eilanden in, omdat de bewoners weigerden hun muskaatnoten uitsluitend aan de VOC te verkopen. Hierbij vielen duizenden slachtoffers.” Op de gemeentelijke website wordt Coen neergezet als een meedogenloze bestuurder. “Hij schuwde niet de superioriteit van het blanke ras te preken en moorddadig op te treden tegen onschuldige eilandbewoners.” Maar de gemeente laat het protserige standbeeld van de misdadiger tegen de menselijkheid wel doodleuk in het centrum van Hoorn staan. Inmiddels is een aantal Coen-critici begonnen met een petitie die ertoe moet leiden dat de van zijn voetstuk gevallen koloniale misdadiger niet wordt teruggeplaatst op de sokkel.
In plaats van hem te eren met een beeld moet Coen aan de schandpaal worden genageld. Hij was een massamoordenaar, een slavenhandelaar, een dictator, een racist, een calvinistische fanaticus, en een kille berekenende boekhouder die alleen oog had voor winsten en monopolieposities. En hij was een van de grondleggers van een systeem van koloniale overheersing, uitbuiting en onderdrukking dat de Indonesiërs eeuwenlang in een wurggreep hield. Het wordt hoog tijd dat de verering van Coen en zoveel andere koloniale criminelen tot het verleden gaat behoren. De talloze beelden en monumenten waarmee het Nederlandse kolonialisme nog steeds massaal wordt bejubeld, dienen daarom van de aardbodem te verdwijnen, liever gisteren dan vandaag, beter laat dan nooit.
Harry Westerink
Beelden voor imperialisten? Typisch voor het westen. Wij houden er blijkbaar van om misdadigers te eren. Koning Leopold was ook zo’n type. Die heeft 7 miljoen Congolezen vermoord. In België zijn nog steeds standbeelden van die tiran te vinden. Bedenk eens hoe men zou opkijken als de Duitsers een beeld van Hitler zouden maken?
Imperialistische veroveraars verdienen geen standbeelden en geen heldhaftige verhalen.
Door beelden en straatnamen te verwijderen wis je de geschiedenis niet uit. Dat de geschiedenis bloedig en koloniaal is hoeft niet te betekenen dat we er geen aandacht meer aan besteden. Een nieuw plakkaat waarop op een evenwichtige manier wordt uitgelegd wie Jan Pieterszoon Coen was heeft dan ook meer zin. Op die manier negeren we de geschiedenis niet, maar kunnen er hopelijk wel lessen uit trekken.