In de klauwen van dwangarbeidbedrijf Larcom

Logo van Larcom

Al jarenlang moeten baanlozen overal in het land dwangarbeid verrichten op straffe van korting op of stopzetting van hun bijstandsuitkering. Ondanks aanhoudend verzet van bijstandsgerechtigden en hun bondgenoten gaan de uitbuitingspraktijken van dit verplicht onbetaald werken nog steeds door. Daarvan getuigt het ervaringsverhaal van een 59-jarige vrouw, die haar naam en de gemeente waar ze woont om privacyredenen niet noemt.

Begin 2019 werd de gemeente bij wie de vrouw een bijstandsuitkering heeft, door de landelijke overheid op de vingers getikt omdat het percentage bijstandsgerechtigden er boven het landelijk gemiddelde zou liggen. Daarop startte de gemeente een reïntegratietraject dat de naam WerkFit kreeg. Dat traject werd uitbesteed aan en uitgevoerd door Larcom, een “werkleerbedrijf” dat in het noordoosten van Nederland flink actief is.

In het kader van dat traject worden baanlozen, zoals de vrouw, verplicht onbetaald aan het werk gezet in een grote productiehal, waar ze inpakwerk moeten doen. Ze krijgen geen reiskostenvergoeding. De baanlozen moeten verplicht meedoen, en klantmanagers staan klaar om te korten op hun uitkering als ze weigeren. Er was de vrouw en andere baanlozen beloofd dat ze na zes maanden dwangarbeid een schamele vergoeding van vijftig euro zouden krijgen, maar dat geld heeft de vrouw nooit ontvangen.

De gemeente bepaalt

Bijstandsgerechtigden moeten van de gemeente 24 tot 28 uur per week onbetaald werken. Zo verdwijnt voor degenen die niet kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud het recht op een uitkering. Want pas als ze er voldoende onbetaald werk voor gaan verrichten, krijgen ze bijstandsgeld. “Ik heb weinig mensen zien uitstromen naar vast betaald werk, al vond het af en toe wel plaats, en daar werd dan in de media grote ophef over gemaakt door de gemeente”, vertelt de vrouw. Het stoort haar dat mensen met een indicatie Sociale Werkvoorziening (SW) in dezelfde productiehal moeten werken. “Immers, dit zijn mensen met beperkingen, zeer kwetsbare mensen. De mensen met een bijstandsuitkering werden daar bij gezet, onder het mom dat iedereen ‘samen werkt en samen leert’.” De vrouw vindt “dat het onverantwoord is om bovengenoemde groepen ‘gewoon even’ bij elkaar te zetten, zonder dat er ook maar enige controle is op het welzijn van de SW-mensen. Ook ben ik van mening dat zij financieel worden uitgebuit. Want de werkdruk is voor hen best hoog (de productie moet wel af zijn; deadlines).”

De klantmanagers van de gemeente bepalen aan de hand van een intake-gesprek hoeveel uur bijstandsgerechtigden moeten gaan werken. Daarna leggen de klantmanagers die opdracht neer bij Larcom. Vervolgens hebben baanlozen te maken met de medewerkers van Larcom die het dwangarbeidtraject voor de gemeente moeten gaan verwezenlijken. “Bij Larcom geloven we in de waarde van werk”, meldt het bedrijf op de eigen website. Maar voor dat werk wil het reïntegratiebedrijf geen loon en geen arbeidscontract bieden. En de baanlozen dreigen hun laatste vangnet voor een inkomen, de bijstandsuitkering, zelfs te verliezen, als ze de verplichting van dwangarbeid niet nakomen.

Het dwangarbeidbedrijf accepteert simpelweg niet dat sommige mensen iets echt niet kunnen, getuige dit intimiderende plaatje op hun Facebook.

Arbeidsethos

De vrouw is al haar gehele leven arbeidsongeschikt, als gevolg van een aangeboren chronische spieraandoening en door een bedrijfsongeval toen ze 19 jaar was, waarbij ze onherstelbaar rugletsel opliep. Tijdens haar gesprekken met Larcom-medewerkers vertelde ze over haar beperkingen, maar die werden door de medewerkers met het grootste gemak van de wereld weggewuifd. De papieren doelstelling van het gemeentelijke WerkFit-traject is nu eenmaal om mensen in de bijstand “werkfit” te maken voor een betaalde baan. Daar past niet bij dat mensen arbeidsongeschikt zouden kunnen zijn. Ook arbeidsongeschikten als deze vrouw zouden dus zogenaamd “werkfit” kunnen worden gemaakt. Ze moest gewoon maar weer aan het arbeidsproces wennen, zo liet het reïntegratiebedrijf achteloos weten. Daarmee ontkennen de Larcom-medewerkers de werkelijkheid van het leven van mensen in de bijstand en staat bij hen de arbeidsdwang en het arbeidsethos voorop.

Een Larcom-coach maakte het zo bont dat hij botweg weigerde om de medische gegevens van de vrouw in te zien die door een keuringsbureau bijeen waren gebracht. “Hij zei letterlijk tegen me dat hij dat niet interessant vond en uitging van ‘wat mensen wel kunnen, en niet wat ze niet kunnen’. En ik moest twee keer vier uur per week komen werken, met als doel spoedige intensivering daarvan. Ik heb dat gedaan en die coach, met al zijn beloften, was nergens meer te bekennen. Ik werd totaal aan mijn lot overgelaten, zonder enige begeleiding. Van mijn collega-slachtoffers hoorde ik niets dan ergernissen omtrent hun behandeling.”

Repressie

De vrouw kon het werk niet volhouden en meldde zich ziek. Daarna werd ze onder nog zwaardere gemeentelijke druk gezet. De dreiging van stopzetting van de uitkering werd steeds concreter. Ze onderging twee medische keuringen die aantoonden dat ze inderdaad diverse fysieke beperkingen had. Toch achtte de keuringsarts haar belastbaar voor maximaal twintig uur per week. Larcom en de gemeente grepen het resultaat van die keuringen aan om te eisen dat de vrouw twintig uur per week dwangarbeid zou gaan doen. Daarop kreeg de vrouw een burn-out. De repressie vanuit de gemeente nam steeds meer toe. Als ze niet binnen zes weken twintig uur per week zou gaan werken, dan zou ze gekort gaan worden op haar uitkering. Ze diende daartegen een bezwaarschrift in, waarna haar klantmanager haar onder nog grotere druk zette om dat bezwaarschrift in te trekken. Dat deed ze niet, waarna ze op zoek ging naar een advocaat. Omdat ze al jarenlang lid is van de Bijstandsbond, nam ze contact op met die organisatie van en voor baanlozen, waarna Marc van Hoof, die veel bijstandsgerechtigden ondersteunt, haar advocaat werd. Van Hoof kreeg het voor elkaar dat er een nieuw onderzoek kwam, waaruit bleek dat de vrouw ook diverse psychische beperkingen heeft.

Daarop besliste de gemeente dat de vrouw niet meer in de productiehal hoefde te werken. Maar ze moest nog wel op een andere manier gaan “participeren”. Ze werd doorverwezen naar een klantmanager die aan sollicitatietraining deed. “Ik heb van alles gedaan, talloze open sollicitaties, een profielschets van mijzelf gemaakt, een eigen website opgezet, geld eraan uitgegeven, mijn creativiteit ingezet, zo’n negen maanden me de pestpokke gewerkt op internet om mezelf te ‘verkopen’. Helaas zonder resultaat. En toen wist die klantmanager het, denk ik, ook niet meer. Bedenk dat hij de opdracht heeft van de gemeente om mij te laten scoren. Dat is zijn functie daar. Dus hijzelf zit ook in een lastig parket. Onlangs berichtte hij mij dat ik me dan maar zou moeten laten omscholen, want daar zou eventueel subsidie voor zijn. Jeetje, ik ben 59 jaar, ik heb al die beperkingen, en dan word je gezegd dat je je maar moet omscholen. Ik denk dat hij dat zegt, omdat hij zelf ook onder druk staat.”

Elke dag is de vrouw bang dat er toch weer een gemeentelijke brief in haar brievenbus ligt die haar verplicht om te komen opdraven voor een gesprek met een klantmanager. En ook haar mails durft ze niet meer te lezen, uit vrees om weer onder druk te worden gezet en om te worden gekort. Zowel haar klantmanagers als het ingehuurde bedrijf Larcom hebben geen enkele boodschap aan haar beperkingen. Zij heeft zich nu bij beiden weer ziek gemeld. “Mijn klantmanager schuift zijn verantwoordelijkheid af naar Larcom. En Larcom communiceert eigenlijk totaal niet, slechts af en toe een telefoontje dat ik ‘weer aan de slag moet’.” Onlangs heeft de vrouw opnieuw een oproep gekregen voor een gesprek. Ze heeft geen andere keuze dan om toch maar weer naar zo’n gesprek te gaan en zich opnieuw onder druk te laten zetten.

Harry Westerink