IND-ers twijfelen of vluchteling wel echt gay is omdat hij een baard heeft
Op de eerste dag van de procedure kreeg ik een vraag over mijn baard. Werknemers van de IND zeiden dat ik er door mijn baard mannelijk en macho uitzag, en eigenlijk niet echt gay oogde. Alsof je als homo geen baard kunt hebben en mannelijk kunt zijn of macho kunt lijken. Ik kreeg toen een beetje het idee dat ze denken dat alle homo’s een handtasje hebben en op hakken lopen. Ook gebruikten ze mijn baard als tegenargument voor mijn asielaanvraag. Ze zeiden dat ik door mijn uiterlijk veilig zou zijn in het Midden-Oosten. Een andere vraag was waarom ik niet in de kast was gebleven. Een gekke vraag, omdat in de kast blijven betekent dat je een dubbelleven leidt, en daar komt veel stress bij kijken. Dat is niet gezond, en dat zouden ze toch moeten weten. Bovendien stond Nederland in mijn beleving juist voor lhbt+-rechten, dus waarom niet voor mijn rechten? Mogen alleen lhbt+’ers in Nederland uit de kast komen en gelukkig worden? Ik strijd toch juist voor de rechten die Nederland internationaal ook verdedigt? Ik had het gevoel dat ik mijn uiterlijk en beslissingen in mijn leven moest verdedigen om te bewijzen dat ik écht gay was. Daardoor had ik soms het idee dat ik bijna moest toneelspelen, me ‘nichterig’ of ‘verwijfd’ moest gedragen en antwoorden om hen ervan te overtuigen dat ik wel degelijk homo ben. Op de tweede dag werden me meer vragen gesteld over waarom ik naar Nederland was gekomen. Ze vroegen me waarom ik dacht dat ik niet meer veilig was in Libanon en ik kreeg veel vragen over mijn verleden. Personeelsleden van de IND wilden details horen over eerdere (homoseksuele) relaties; hoe ik mijn ex-vriendjes had leren kennen en hoe lang ik met ze samen was geweest. Ze vroegen me ook wanneer ik erachter was gekomen dat ik op mannen viel en of ik mijn homoseksualiteit makkelijk kon accepteren, of dat het voor een crisis met mezelf en mijn omgeving had gezorgd. Ze begrepen niet echt dat het fenomeen “uit de kast komen” een westers concept is, en dat veel lhbt+’ers in andere landen hier niet echt mee bekend zijn. Homoseksualiteit is in veel landen taboe, waardoor je dus ook niet uit de kast kunt komen. Ik kreeg ook vragen over mijn seksleven. Dat laatste vond ik erg ongevoelig, omdat de IND eigenlijk zou moeten weten dat veel lhbt+’ers uit gebieden waar ze vervolgd worden – en dus gevaar lopen – helemaal niet zo makkelijk over hun seksualiteit praten. Ik heb zelfs van tal van andere homovluchtelingen gehoord dat de IND zelfs om seksfoto’s, seksvideo’s of Grindr-gesprekken vroeg als bewijs.
Elias in Hoe het is als de immigratiedienst je geaardheid in twijfel trekt (Artikel van Bo Hanna op Vice)
Dank voor het bericht. Ik heb vooral vragen.
Krijgt het IND training van onder meer psychotherapeuten (mannen én vrouwen die bekend met en deskundig zijn in homoseksualiteit in eigen cultuur en andere culturen) ?
Ik herinner me van begin jaren 90 dat mannen in het asielzoekerscentrum zelf, gevaar liepen als hun homoseksualiteit bekend werd. (Van vrouwen weet ik het niet. Is daar onderzoek naar gedaan?)
Die vijandigheid mag je de mensen in het centrum niet direct aanrekenen. Er zijn talrijke redenen voor te bedenken. Dat vraagt wel om je te verdiepen in de ander en in de diverse machtstructuren op de voormalige thuisplek, maar ook in de opvangcentra.
Dat maakt ook begrijpelijk dat vragen naar homoseksuele verlangens of vormgeving alleen kan als er vooraf (met oogcontact in besloten ruimte) begrip wordt getoond en er beleid is op de benaming van een reden van toelating bij voorkeur met een andersoortige definitie. En dat er beleid is voor bescherming van degenen die gevaar lopen.
De naam -‘homoseksualiteit’- op papier lijkt me zeer ongewenst.
Misschien plaats ik een totaal overbodige opmerking. Ik hoop het.
Met groet