Is het Rotterdamse sloopbeleid racistisch?

Wat wel degelijk duidt op een racistisch aspect in het sloopbesluit is wat er geschreven wordt in het beleidsdocument Handelingsperspectief Afrikaanderwijk 2013. Dit is een beleidsdocument voor het Nationaal Programma Rotterdam Zuid waarin staat geschetst wat er moet gebeuren met de wijk. Hier staat onder meer: “de bewoners zijn voor 84% allochtoon” en dat de “negatieve associaties” van de wijk zijn “drukte, onveiligheid, allochtonen en parkeren”. Woningcorporatie Vestia heeft bovendien deze beschrijving naar voren gebracht in de rechtszaak van Vestia tegen de bewoners. Tegenwoordig zijn beleidsmakers voorzichtiger met formuleren, maar tot voor kort werden bewoners van “allochtone” en specifiek “niet-westerse” afkomst expliciet benoemd in de probleemanalyse van wijken. Vaak werd er dan een relatie gelegd met integratie, maar in de beleidsdocumenten die de opstap vormden voor de Rotterdamwet ging het ook over onveiligheid en overlast. Het is stigmatiserend om statistiek over bewoners met een migratieachtergrond te gebruiken om een probleemanalyse van de wijk te maken. Feit is ook dat het herstructureringsbeleid of gentrificatiebeleid, van Rotterdam zich vooral richt op de wijken op Rotterdam-Zuid, waar een groot deel van de bewoners een migratieachtergrond heeft. Vooral zij worden dus getroffen door besluiten om betaalbare woningen te slopen en gedwongen zich elders te huisvesten. Ook als er door bestuurders en in de beleidsdocumenten niet expliciet wordt gezegd dat een wijk gesloopt moet worden omdat de wijk te veel bewoners met migratieachtergrond zou hebben, geeft beleid dat disproportioneel mensen met migratieachtergrond raakt, te denken. De politieke discussie over racistisch woonbeleid moet dan ook gaan over de discriminatoire effecten van woonbeleid.

Gwen van Eijk in Is het Rotterdamse sloopbeleid racistisch? (Sargasso.nl)