Joke Kaviaar: Neem het recht, de vrijheid en het vreten
Zeven uur in de morgen. De wekker gaat. Opstaan, uit je bed! En vlug een beetje.
Wat doen al die mensen zo vroeg? Staan ze op om naar de zonsopgang te kijken? Om te luisteren naar het gezang van de vogels die al lang aan het ontwaken zijn? Over de weilanden hangen nog slierten mist, spinnenwebben glinsteren in de dauw. Het is alles niet van belang. De rust wordt verstoord. Iedereen heeft haast. Waartoe? Waarvoor? “Om de hypotheek te betalen,” zei een boze bouwvakker ooit tegen mij, toen ik eens op een wel heel erg vroeg tijdstip mijzelf aan de hekken van zijn werkplek had vastgeketend. Ja, ik was zowaar nog vroeger op dan hij, de brave slaaf. Wie had dat nu gedacht?
“Doe dit werk toch niet!”, had ik hem toegeroepen. En toen kwam dus dat antwoord. Om de hypotheek te betalen deed hij het, en voor het overige interesseerde het hem niets. Het interesseerde hem niet dat hij meewerkte aan de bouw van een gevangenis waarin weer zovele pechvogels konden worden opgesloten die het in de wereld van winst en carrière niet hadden gehaald. Ongetwijfeld is die bouwvakker vandaag ook weer aan het werk om de zakken van zijn baas te spekken, al zal hij dat zelf niet zo zien, of het nu voor de bouw van een gevangenis is of een kantoorkolos die gedoemd is om leeg te blijven staan, of een winkelcentrum dat ons allen moet verlokken tot consumeren, want geld moet rollen, nietwaar?
Dát is het natuurlijk, wat al die mensen zo vroeg in de morgen aan het doen zijn! Zij laten het geld rollen, ook al belandt dat geld vooral in de zakken van anderen. Het is nog donker als ze al op pad gaan, de forenzen die zich in overvolle treinen proppen, de automobilisten die elk in hun eigen vehikel stappen om naar een werkplek ver van huis af te reizen om in de dagelijkse onvermijdelijke file te komen te staan. Linten van rode en witte lichtjes trekken door een landschap van neonreclame, rokende schoorsteenpijpen, bouwkranen en opstijgende vliegtuigen, en op de radio wordt het volk geprezen om zijn werklust, geprezen om de bereidheid vijf dagen per week zichzelf te verkopen voor een beloning, terwijl degenen die deze arbeid verstrekken, als ware het een gunst, vooral zichzelf belonen.
Ik heb de vanzelfsprekendheid van deze wereld en dit principe nooit begrepen en heb ooit gedacht dat het aan mij moest liggen. Tenslotte, zo wordt altijd gezegd: als zij er niet waren die het werk beschikbaar stelden, verzonnen, nodig meenden te moeten maken en anderen van die noodzaak ook nog eens wisten te overtuigen, dan zou de wereld ineenstorten. Ja, als zij er niet waren, dan zouden de prijzen stijgen of dalen, de kosten stijgen of dalen, maar hoe dan ook, het zou altijd foute boel zijn, want hoe dan ook zou het in het nadeel zijn van al die arbeiders en kantoorklerken, schoonmakers en opruimers, verkopers en kopers, als zij er niet waren: de investeerders, de geldschieters, de bazen, plannenmakers, beleidsmakers, beurshandelaren en banken.
Ja, ik heb me altijd afgevraagd hoe dat toch kon en waarom al die mensen elke dag wéér daarvoor een groot deel van hun leven opofferen, zich geestesdood laten slaan door de machinaties in fabrieken, de hiërarchische machtsstructuren, het werk dat zich herhaalt. En aan het einde van de middag herhaalt zich het ritueel van de morgen. De werkenden keren huiswaarts in datzelfde lint van blinkend blik, nu verlangend naar huis, naar hangen voor de televisie die de fantasie die mogelijk nog over zou kunnen zijn, een laatste slag toebrengt. Koopt u vooral een nieuwe trouwens, want het model dat u nu heeft staan, is alweer uit de mode. In staat tot creatief denken is niemand meer na zoveel blindstaren op de vanzelfsprekendheid van dit alles.
Het spreekt vanzelf ja, het betalen van huur en hypotheek. Het spreekt vanzelf ja, het betalen voor eender welke producten die ergens uit de grond of van het land zijn gehaald, het liefst goedkoop vanaf een ander continent, tegen de prijs van nog erger uitgebuite arbeiders dan degenen die hier het vuilste werk doen. Het spreekt vanzelf immers, het betalen om te kunnen leven. Het spreekt vanzelf, het betalen van belastingen ten einde het allemaal draaiende te houden. Het spreekt vanzelf om niet om te kijken naar een dakloze, een verslaafde, een vreemdeling, een gevangene, een buurvrouw die de huur niet meer kan betalen, een buurman die nooit meer buiten komt tot zijn lijk wordt weggedragen. “De arme drommel, hij had geen werk meer, hij was eindelijk met pensioen, en nu wist hij niet meer wat te doen met zijn leven”, wordt er gefluisterd. “En nu is hij dood”.
Het spreekt vanzelf dat het leven van geen waarde is, als het niet nuttig kan worden gemaakt als radertje in de machine die kapitalisme heet. Wij zijn allen verworden tot gebruiksvoorwerp, wij zijn valuta, aandelen, opties, speculatieobject en wij zijn meer of minder waard. Wij zijn onderwerp van berekeningen. Cijfers in een statistiek. En het spreekt dus vanzelf dat, omwille van het draaiende houden van de economie, alle individuen die worden beoordeeld als nutteloos op de grote hoop worden geveegd en buitenboord worden gekieperd. Het spreekt dus óók vanzelf dat al die mensen met het stempel nutteloos gedwongen moeten worden om in de pas te lopen, het hoofd te buigen, en anders opgeborgen worden dan maar, of te laten uitsterven als soort, het soort van de nuttelozen.
Geld moet rollen, en wie niet helpt het geld te laten rollen, die wordt handelswaar voor anderen om het geld mee te laten rollen. Leve de privatisering, de institutionalisering, de internering! Psychiatrische instellingen. Gevangenissen. Detentiecentra. Politie. Justitie. Immigratiedienst. Leger. Wapenindustrie. Onderzoekers. Deskundigen. Professoren. Ambtenaren. Zelfs aan de nutteloze valt nog geld te verdienen door deze te registreren, op te jagen, te beoordelen, te veroordelen, en tenslotte mediageniek op te dienen als object van spot, haat of geveinsd medelijden. It’s a win-win situation!
Pas indien niemand meer zou meewerken, om te kunnen betalen alle lasten die deze economische orde ons op ons aller schouders laat meetorsen, dán zou het gedaan kunnen zijn met het meebetalen aan de win-win aan de top. Naar boven schoppen moeten we, in plaats van trappen naar onderen om zelf iets hogerop te komen. De piramide, die het kapitalistische spel is, tot wankelen brengen, maar hoe? En wie durft te stoppen met betalen om daarmee te riskeren een nieuwe prijs te betalen, want betalen zul je, hoe dan ook. Met je geld of je leven.
Ik wil niet meer betalen. Betalen voor de slavernij van mijzelf en anderen. Geen rente meer over de vrijheid! Geen rente meer over mijn tijd van leven. Nee, ik wil niet meer betalen. Niet meer meebetalen aan de jacht op zogenaamde illegalen. Niet meer meebetalen aan de moordzucht van de staten en hun nationalisme. Niet meer meebetalen aan de oorlogen in vredesnaam. Niet meer meebetalen. Nee, ik wil niet meer betalen om te kunnen betalen. Dus wat kunnen we doen?
Het systeem treft ons allen in onze portemonnee, vooral de armsten, de zwaksten, want eenmaal onderop word je steeds verder in het drijfzand onderaan die piramide gezogen. Deurwaarders en incassobureaus wachten als aasgieren hun kans af. We moeten hen van ons af slaan. De vertegenwoordigers van het kapitalistische systeem die het dichtste bij ons staan, de uitzuigers die huur willen, grof geld rekenen voor middelen van bestaan, die belastingen innen, die moeten we treffen in hún portemonnee, in hun bedrijfskas, hun functioneren. Laat het duidelijk zijn dat elke daad die nodig is om te kunnen leven, of zelfs maar overleven, niets anders is als bittere noodzaak. En laten we van de noodzaak onze strijd maken, niet defensief, maar offensief.
Want waarom te ploeteren en te sappelen en aan te nemen dat dit leven is? Waarom nederig en dankbaar te zwoegen om ‘onze’ economie te redden van de ‘ondergang’, het ‘faillissement’ van de staat? Laat het vooral ondergaan, die staat en dat kapitalisme. Het zal menigeen in haar val willen meesleuren, maar zolang zij niet valt, vertrapt zij een ieder aan haar onderkant, achteloos, als mieren. Dus kom in verzet tegen dit systeem van totalitaire en financiële onderdrukking!
Neem het recht, de vrijheid en het vreten!
De bedrijfskassen van de multinationals, die met hun megamarkten en supermarkten alom vertegenwoordigd zijn om ons aan te smeren de producten die zij vinden dat wij nodig hebben, om ons af te zetten met hun woekerprijzen voor producten die zij zelf door uitbuiting verkregen hebben, die zijn tegen één ding níet bestand. Er is één ding waar hun beveiliging, hun camera’s, hun alarmsystemen, en hun bewakingspersoneel niet tegen bestand zijn en dat is: de onidentificeerbare massa. De massa die hun winkelketens en hun winkelcentra in loopt en er het recht, de vrijheid en het vreten haalt. Ik zeg: met recht. Want als zij, de multinationals, het zich veroorloven om zoveel te verspillen en te vernietigen – en dat doen zij! –, dan is het minimaal geoorloofd wanneer wij het rechtstreeks uit de schappen nemen. Hun wetten mogen daar dan anders over denken, maar hun wetten zijn gemaakt voor het beschermen van het bezit van de vermogenden.
Waarom wachten tot die uitgestalde waren als voorbij de houdbaarheidsdatum, gedateerd, uit de mode, onverkoopbaar, in afvalcontainers zijn geworpen en eenvoudigweg afgeschreven, een ‘verlies’, ingecalculeerd in de prijs die wordt berekend aan wat zij noemen: ‘de consument’? Waarom zouden wij naar de schamele centen in de eigen portemonnee kijken, bedroefd omdat wij moeten kiezen tussen het kopen van brood of het kopen van rijst? Wat is er zo oneerlijk, misdadig, aan als we ons niet langer door de vertegenwoordigers van het kapitalisme laten vertellen dat wij dieven zijn als we er iets in ons zak steken, terwijl zij zelf al jaren winst maken door massaproductie en vernietiging? Zij zijn plunderaars die de grond, de zeeën, de mensen en de lucht beroven van hun waarde en hun waardigheid, hun leven en hun vrijheid. Dit alles te accepteren en braaf dagelijks mee te draaien in het door hen opgelegde arbeidsethos, of te creperen en het bestaan van een paria te leiden, is dat de keus? Het is een keus die we moeten verwerpen!
Het is daarom dat we over moeten gaan tot een actieve herverdeling van de rijkdom, het bezit, hand in hand, massaal. Maak van koopavond afhaalavond, meeneemavond. Neem wat je nodig hebt en deel de rest uit op straat. Directe actie om eerlijk te delen, vanaf nu! Leeg de kassen van de profiteurs! Leeg de schappen van de supermarkten, de megastores, de koopgoten! Om niet meer bestolen en bedonderd te worden. Om niet meer te belonen de bezuinigingen op ons bestaan. Om niet meer te betalen om te mogen leven!
Neem het recht, de vrijheid en het vreten!
Joke Kaviaar
lekker snobistisch stuk. Dus de ongelijke verdeling is de schuld van mensen die weinig hebben?
Ja, dat schoot ook even door mijn hoofd toen ik het voor het eerst las, de toon van het begin deed me een beetje denken aan de teksten van Provo over “het klootjesvolk”, maar bij tweede lezing viel me juist de solidariteit en het mededogen verderop weer meer op.
Zijn we niet allemaal ‘klootjesvolk’? Ook ik betaal, tegen mijn zin, huur, belastingen, boodschappen enz. en voel me daardoor medeverantwoordelijk voor alles waartegen ik loop te knokken.
Wil ik klootjesvolk zijn? Nee. Wil ik verantwoordelijk zijn? Nee. Maar toch. Mijn belastinggeld gaat naar politie, justitie, leger en alles meer. Laten we ons bewust zijn van enerzijds het systeem wat ons dwingt mee te draaien en anderzijds van onze eigen keuzes.
Die bouwvakker in het begin, en al zijn collega’s, die hoeven niet mee te werken om die bajes te bouwen. (en die hoeft mij niet voor hoer uit te schelden en meer lelijks). De solidariteit van de ‘werkende klasse’ is nogal eens ver te zoeken. Wie is hier nu snobistisch? Het gaat erom dat de meeste mensen voor zichzelf kiezen. Vandaar de oproep aan het einde, om het samen te doen, dat verzet en die strijd, want wie in zijn eentje een pak boter in zijn zak steekt, wordt gepakt, en steeds harder. Wie in zijn eentje weigert mee te werken, wordt ontslagen, zonder pardon.
Solidariteit kan beginnen met zulke eenvoudige dingen: ophouden consument te zijn. Niet meer de nieuwste I-phone of blackberry kopen die door kinderarbeid in China tot stand is gekomen. Niet meer meedraaien in het meer meer meer willen ten koste van anderen. Te stoppen het geld te laten rollen dat het kapitalisme in stand houdt. Die keuze, die hebben we!
Tot morgen, 31 maart!
Joke heeft het politiek alternatief niet voorhanden maar strooit dan maar een hoop informatie rond waar de gemiddelde arbeider, die met politieke strijd een vuist wil maken, geen stap verder mee komt. Dergelijke figuren zaaien slechts verwarring.
Zijn “de” mensen in de kapitalistische samenleving vooral slachtoffer van het systeem waarbinnen ze leven, of kunnen ze ook worden beschouwd als dader, of minstens als medeverantwoordelijke? Dat is de discussie die dit strijdbare stuk van Joke oproept. Heel algemeen gesteld denk ik dat “de” mensen beide posities (kunnen) innemen, wat in het stuk ook tot uitdrukking komt. Maar dat is wel afhankelijk van hun omstandigheden, de mate van macht, kansen, middelen en mogelijkheden die ze hebben, de richting die ze kiezen, de harde voorwaarden die de overlevingsstrijd stelt, de ruimte die ze krijgen en die ze nemen, en nog veel meer zaken. Een persoon met een minimuminkomen bijvoorbeeld lijdt onder de kapitalistische verhoudingen, maar is niet per se gedwongen om op de PVV te stemmen en te menen dat het allemaal de schuld is van “de moslims”. Elk mens is en blijft verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Voor velen valt er niet genoeg te kiezen, maar zelfs in de meest benarde en mensonwaardige situaties hebben mensen in de loop van de geschiedenis strijd geleverd en daarmee een keuze gemaakt voor rechtvaardigheid en leefbaarheid.